Over de hele linie bezien is een flink aantal schoonmaakbedrijven getroffen door de coronacrisis, stelde Rob Rommelse, ad interim-directeur van OSB tijdens het webinar. “Maar het maakt nogal uit waar je schoonmaakwerkzaamheden verzorgt en hoe zwaar je dan bent getroffen. Bij horeca en hotels daalde de omzet met 90 procent. Bij een schoonmaakbedrijf dat werkt voor een schoenenfabriek ging de omzet naar nul, maar werd iets goedgemaakt omdat ze wilden desinfecteren voor de opstart van de fabriek.” Er komen bij OSB veel vragen binnen naar aanleiding van de coronacrisis. “Vaak gaat het over de NOW en of schoonmaakbedrijven daarvoor in aanmerking komen.”
Huidige NOW loopt tot en met 5 juni
De huidige Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (1.0) loopt nog tot en met 5 juni, een week later dan eerder werd vermeld. NOW 2.0 is een voortzetting van pakket één. Ook hierbij kunnen schoonmaakbedrijven een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen. Een ondernemer die minstens 20 procent omzetverlies verwacht, kan vanaf 6 juli 2020 een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen bij UWV voor juni, juli en augustus.
Vaste opslag van 30 naar 40 procent
De vaste opslag wordt verhoogd van 30 naar 40 procent. Daarmee levert de nieuwe NOW ook een bijdrage aan andere kosten dan de loonkosten. De referentiemaand voor de loonsom wordt maart 2020. Daarnaast wordt in de al lopende NOW-regeling maart ook als uitgangspunt genomen als de loonsom in de maanden maart-mei hoger is dan in januari-maart. Dit is van belang voor seizoensgebonden bedrijven, zoals bij de schoonmaak in de recreatieve sector.
Meerderheid Tweede Kamer akkoord
Dinsdag ging een meerderheid in de Tweede Kamer akkoord met de NOW 2.0. Het kabinet werd in een aangenomen motie wel verzocht een hardheidsclausule op te nemen in de TOGS-regeling. Op deze manier kunnen bedrijven die formeel niet onder de regeling vallen maar in vergelijkbare omstandigheden verkeren, toch aanspraak maken op de TOGS. Dat biedt wellicht ook mogelijkheden voor de schoonmaakbranche. Eerder al wijzigde minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de concernbepaling van de NOW. Werkmaatschappijen die door de coronacrisis meer dan twintig procent omzetverlies hebben maar behoren tot een concern dat niet aan die voorwaarde voldoet, mogen toch de NOW aanvragen. Daarmee is aan een belangrijk bezwaar van OSB tegemoetgekomen.
Lees ook: Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL) gaat vooralsnog aan schoonmaakondernemers voorbij
De accountantsverklaring
Tijdens het webinar ging Alfa Accountants en Adviseurs ook in op de accountantsverklaring. Voor de NOW wordt een accountantsverklaring verplicht gesteld voor bedrijven die een voorschot (80 procent van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van 100.000 euro of meer. Om te voorkomen dat een aanvrager een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is dan 125.000 euro, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vast te stellen subsidie van 125.000 euro of meer een accountantsverklaring vereist.
Zelf verantwoordelijk
Schoonmaakondernemingen die een voorschot van minder dan 100.000 euro hebben ontvangen zijn zelf verantwoordelijk om in te schatten of de subsidie op 125.000 euro of meer wordt vastgesteld. Maar voor het deel zonder accountantsverklaring gaat het UWV wel steekproeven doen om te controleren of de voorschotten terecht zijn uitgekeerd. “Dan kunnen de boekhouding of de loonsommen worden opgevraagd”, aldus Frank Troost, senior personeelsadviseur bij Alfa.
Het deeltijdontslag toepassen
Troost wees ook op de mogelijkheid om het deeltijdontslag toe te passen tijdens crises. Daarbij kiest een werkgever in de schoonmaak ervoor om een werknemer niet volledig te ontslaan, maar slechts gedeeltelijk. De werkgever wil als het ware alleen de arbeidsomvang terugbrengen, bijvoorbeeld omdat er minder werk is. Je moet in deze situatie als werkgever aan het UWV wel duidelijk kunnen maken dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid waardoor deeltijdontslag onvermijdelijk is. Daarnaast heeft een deeltijdontslagaanvraag alleen kans van slagen als je de betreffende werknemer schriftelijk hebt toegezegd een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te gaan voor minder uren, maar verder onder dezelfde arbeidsvoorwaarden.
Uitstel van belastingen
De regeling om uitstel van belastingen te krijgen, is verlengd naar september dit jaar, constateerde Rogier van Soest, senior fiscaal adviseur. “Voorwaarden aan bv’s zijn wel dat er geen dividendbetaling en geen inkoop van aandelen worden gedaan. Dat naast andere voorwaarden. Dat er voor dividend en aandeleninkoop een stokje wordt gestoken, vind ik logisch.” Wie voor de eerste maanden uitstel van belasting heeft aangevraagd en dat wil verlengen, moet een nieuw verzoek doen. “De nieuwe termijn gaat pas lopen op het moment van de aanvraag.”
Lees ook: Tim Both (Schoonmaakbedrijf Both): “Voor ons zijn schoonmakers altijd al helden geweest”
Invorderingsrente naar 0,01 procent
Het kabinet heeft de belasting- en invorderingsrente tijdelijk van 4 naar 0,01 procent verlaagd. Invorderingsrente wordt berekend door de Belastingsdienst als je te weinig of niet op tijd je belastingaanslagen betaalt. De verlaging van de invorderingsrente is per 23 maart ingegaan en gold oorspronkelijk voor drie maanden. Nu het uitstelbeleid wordt verlengd, is besloten de verlaging van de invorderingsrente ook te verlengen tot 1 oktober 2020.
Een fiscale coronareserve
De adviseurs van Alfa wezen ook op de mogelijkheid van een fiscale coronareserve. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk geld bij de bedrijven blijft, wordt het mogelijk om verliezen die vennootschapsbelastingplichtige bedrijven dit jaar verwachten te lijden, alvast in aanmerking te nemen bij het bepalen van de winst van 2019. Een verlies van uw vennootschap over 2020 kan op basis van de wet op de vennootschapsbelasting worden verrekend met een winst over 2019. “Dit is echt gevormd voor verliezen die je leidt als gevolg van de coronacrisis”, aldus Van Soest. “Dit is een mooie geste vanuit de overheid.”
Verlaging van het gebruikelijke loon
Als één van de laatste onderwerpen kwam de verlaging van het gebruikelijke loon van directeur-grootaandeelhouders (en dat zijn er nogal wat in de schoonmaakbranche) aan bod. Zij mogen van de Belastingdienst tijdelijk een lager gebruikelijk loon hanteren als hun bv geraakt wordt door de coronacrisis. Maar dat mag alleen voor de maanden die nog moeten komen, niet met terugwerkende kracht.
Een dga moet in de aangifte loonheffingen van zijn bv een loon opnemen dat gebruikelijk is voor zijn werkzaamheden. De hoofdregel is dat dit het loon is dat iemand in loondienst in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ verdient. Dus zonder dat er sprake is van een aanmerkelijk belang. Het standaardbedrag voor het gebruikelijk loon is 46.000 euro in 2020. Nu veel ondernemingen worden geraakt door de coronacrisis, kan een hoog gebruikelijk loon een flinke wissel trekken op de financiën. Als de crisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van een bv, mogen de dga en de bv een lager maandloon afspreken, zo laat de Belastingdienst weten. Ook dat is bedoeld om geld in de bv te houden. Van Soest: ”Je kunt wel los daarvan onttrekkingen aan de bv doen, maar ik verwacht dat de Belastingdienst daar wel kritisch naar gaat kijken.”
Rommelse sloot af door te zeggen dat de overheid veel steunmogelijkheden geeft. “Daar kun je je voordeel in deze lastige tijd mee doen. Doe dat dan ook.”