AWVN zegt ook dat hun eigen beloningsdata laat zien dat het effect van een verhoging per sector fors kan verschillen. “Een verhoging raakt in grote, arbeidsintensieve sectoren zoals horeca en schoonmaak een groot deel van het loongebouw. Als het loongebouw niet wordt aangepast, leidt dat er in deze sectoren toe dat beloningsverschillen voor functies tot op mbo-niveau verdwijnen. Aangezien beloningsverschillen tussen functies op termijn hersteld zullen worden, is er sprake van een flink opstuwend effect dat in het hele loongebouw kan doorwerken.”
Banen in schoonmaak fungeren als opstap
In deze sectoren werken veel werknemers die het minimumloon verdienen, en banen in deze sectoren fungeren voor hen vaak als een belangrijke opstap, constateert de werkgeversvereniging. “Een grote wml-verhoging zonder compensatie voor werkgevers is dan ook een risico voor de werkgelegenheid, zeker in de nasleep van de coronapandemie. Daarnaast is een wml-verhoging geen wondermiddel om de zogeheten werkende armoede op te lossen.”
Aantal gewerkte uren speelt rol
Uit onderzoek blijkt volgens AWVN dat vooral het aantal gewerkte uren daarbij een rol speelt. “Het stimuleren van meer uren werken, vraagt om een andere aanpak dan louter het minimumloon verhogen: méér werken moet aantrekkelijker zijn. Daarbij spelen andere factoren dan loon een rol, zoals zekerheid over de financiële kant van meerwerk, de beschikbaarheid van (flexibele) kinderopvang en de kosten daarvan. Het verhogen van het aantal gewerkte uren levert een win-winsituatie op. Voor werknemers zorgt het voor meer inkomen en een betere arbeidsmarktpositie op de langere termijn, werkgevers kunnen hun vacatures vervullen, en voor de samenleving zorgt meer koopkracht voor meer economische zelfstandigheid en groei.”
Met alleen hoger minimumloon zijn we er nog niet
Om de nadelige gevolgen van een verhoging van het minimumloon te verminderen en werkende armoede aan te pakken, beveelt AWVN aan om:
• Gelijktijdig de lasten op arbeid te verlagen, zodat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om mensen aan te nemen en om het aantal banen rond het minimumloon die dreigen te verdwijnen, te beperken.
• Het verschil tussen bruto- en nettolonen te verkleinen, zodat werknemers (tot zeker twee keer modaal) meer overhouden van hun loon. Dat maakt méér uren werken extra aantrekkelijk voor werkenden, zo wordt de stijging van de lasten op arbeid gematigd, en zullen er minder banen boven het minimumloon verdwijnen.
• De systematiek van belastingtoeslagen zodanig aan te passen dat verhoging van het minimumloon voor werkenden niet ten koste gaat van andere inkomsten – dit om te bewerkstelligen dat de stijging van het minimumloon écht de inkomens verbetert van werknemers met het minimumloon.
• Een sociaal vangnet en betere regelgeving voor laagbetaalde zzp’ers te ontwikkelen (omdat daarmee een belangrijk deel van armoede onder werkenden wordt aangepakt).
• Werk te maken van de aanbevelingen van de Commissie-Borstlap om werkgeverschap aantrekkelijker te maken, zodat werkgevers werknemers rond het minimumloon eerder een vaste baan (van grotere omvang) kunnen aanbieden.
Het wegnemen van belemmeringen voor meerwerk kan ook ter sprake komen in cao-afspraken en in gesprekken tussen medewerkers en leidinggevenden.