Vraag en aanbod schoonmaakpersoneel bij elkaar brengen
In april, middenin de coronacrisis, startten OSB en sociale partners FNV en CNV gezamenlijk het Mobiliteitscentrum Schoonmaak. Het uitgangspunt van het mobiliteitscentrum was dat een deel van de schoonmaakbedrijven door de corona-maatregelen amper of geen werk meer had/heeft voor haar werknemers. Doordat veel panden noodgedwongen de deuren moesten sluiten, zoals hotels, scholen, theaters en restaurants, kwam het schoonmaakwerk op deze locaties stil te liggen en zaten schoonmakers opeens werkloos op de bank. Aan de andere kant hebben andere schoonmaakbedrijven, voornamelijk organisaties die schoonmaken in ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen, juist een tekort aan personeel doordat de vraag naar schoonmaakdiensten opeens explodeerde.
Het doel van het Mobiliteitscentrum Schoonmaak is om dit vraag en aanbod van schoonmaakmedewerkers bij elkaar te brengen door te fungeren als een soort uitleencentrum voor personeel. Om er zo voor te zorgen dat er zo min mogelijk schoonmaakmedewerkers zonder werk (en dus zonder inkomen) komen te zitten.
Ook open voor individuele werknemers
In eerste instantie was het Mobiliteitscentrum gericht op schoonmaakondernemers: alleen bedrijven met een tekort of ‘overschot’ aan personeel konden zich aanmelden om zo personeel aan elkaar beschikbaar te stellen. CNV Vakmensen wilde graag dat het centrum ook zou openen voor individuele werknemers die door de coronacrisis opeens zonder werk zitten. Dat is inmiddels gelukt, laat de vakbond weten in haar nieuwsbrief.
Tijdelijk werk is uitgangspunt
“Heb je geen werk (bijvoorbeeld omdat je tijdelijk contract afloopt of omdat je object gesloten is), dan kun je je nu persoonlijk aanmelden bij het mobiliteitscentrum. Dat kan ook als je heel ver weg moet werken omdat je eigen object gesloten is. Het mobiliteitscentrum kijkt dan ook of er werk dichterbij is. Natuurlijk is het idee dat het tijdelijk is. Als je eigen werkplek weer open is, kun je daar weer naar toe. Maar misschien is het ook een keer leuk om eens ergens anders te werken”, aldus Jan Kampherbeek, bestuurder bij CNV Vakmensen.