Door de uitbraak van het coronavirus was er van innovaties in de schoonmaakbranche afgelopen jaar weinig sprake, constateert Van Bommel. “Dit jaar heeft aangetoond dat partnership een heel belangrijk onderwerp is geworden. Voor schoonmaakorganisaties en opdrachtgevers. Onze focus lag volledig op de vraag: hoe komen we elkaar tegemoet zodat het schoonmaakwerk door kan gaan? Er moest een goede invulling komen voor de huidige omstandigheden, waarin veel wordt thuisgewerkt. Tegelijkertijd veranderde ook de manier van werken in kantoren. Er wordt meer in shifts gewerkt. Door deze ontwikkeling zijn de algemene trends een beetje tot stilstand gekomen.”
>> Lees ook: Kees Blokland: Partnership in goede en slechte tijden
Schoonmaak is in beter daglicht komen te staan
Het bewustzijn van schoonmaak is nog nooit zo hoog geweest als dit jaar. Daar is Van Bommel als vanzelfsprekend heel blij mee. “Aan de andere kant schieten we ook wel een beetje door, door alles maar te willen desinfecteren. Dat heeft geen enkele zin als de basis van schoonmaak niet op orde is. Maar het is natuurlijk een goede zaak dat schoonmaak in een veel beter daglicht is komen te staan. Het is te hopen dat we dat kunnen vasthouden en doorvertalen naar 2021. Hopelijk keren we ook terug naar normaal, wat voor de kantoormarkt wel volledig anders wordt ingevuld. De bezettingsgraad wordt lager, maar het aantal vierkante meters per persoon wordt hoger. Ook kijkt de eindgebruiker kritischer naar het resultaat van de schoonmaak.”
De grootste klappen in het aantal faillissementen komen nog en dus komt er weer een focus op kosten
Bewustzijn neemt af als virus onder controle is
Van Bommel is ervan overtuigd dat het bewustzijn af gaat nemen als het virus onder controle is, maar volgens hem mag dit niet resulteren in minder schoonmaak. “De grootste klappen in het aantal faillissementen komen nog en dus komt er weer een focus op kosten. Daar ben ik van overtuigd. Om de cijfers in het gareel te krijgen, wordt er gekeken naar de facilitaire kosten. Er ligt hier een belangrijke rol weggelegd voor de intermediairs, om te voorkomen dat schoonmaak de dupe wordt. Wij moeten opdrachtgevers duidelijk maken wat het kost als je niet goed schoonmaakt en wat het kost als iemand zich moet laten testen of in het ziekenhuis komt te liggen. Die kosten verdien je niet terug met een besparing op schoonmaakonderhoud. Voor 2021 is het heel belangrijk dat je de toegevoegde waarde van schoonmaak aan blijft tonen. Dat het meer oplevert dat je goed schoonmaakt, dan dat het kost.”
Dagschoonmaak wordt nog belangrijker
Sinds dag één van het bestaan van SMC Group in 2005 hamert Van Bommel op het belang van dagschoonmaak. Het wordt een nog belangrijker onderwerp. “We moeten laten zien dat we tijd en energie in schoonmaak steken en dat kun je het beste doen door het overdag te doen. Daaruit voortvloeiend komen trends naar voren van voorgaande jaren die nu nog belangrijker worden. De schoonmaker die overdag schoonmaakt heeft een heel belangrijke rol in een vorm van hospitality. Hij of zij wordt veel meer een servicemedewerker.”
>> Lees tip: Wat zijn de voorwaarden voor succes bij resultaatgerichte dagschoonmaak?
Een instrument tegen krappe arbeidsmarkt
Het is tevens een instrument tegen de arbeidsmarktkrapte. “We moeten een ander arbeidspotentieel aanboren, anders houden we het niet vol. Het aanbod voor het huidige werk van de schoonmaker wordt alleen maar kleiner. Voor de twee verborgen uurtjes in de avond, vind je geen mensen meer. We moeten de schoonmaker een goed inkomen kunnen bieden, met grotere taken. Het takenpakket moet worden uitbreid, met andere facilitaire taken. Daarmee wordt het arbeidspotentieel automatisch groter. De schoonmaakmedewerker wordt facilitair medewerker. Hij of zij wordt het visitekaartje van de facilitaire dienst.”
We moeten de schoonmaker een goed inkomen kunnen bieden, met grotere taken
Ontwikkeling robotisering niet te stoppen
Hoe kijkt Van Bommel aan tegen de robotisering de schoonmaakbranche? Wordt 2021 het jaar van de volledige integratie? “Het is absoluut nog geen gemeengoed, maar de eerste stappen zijn gezet. Een aantal jaar geleden was ik in Koeweit en daar zijn winkelcentra die zo groot zijn als hele dorpen hier. Daar kun je een slag slaan met robotisering. Daar kun je ’s nachts machines aanzetten en heb je er geen omkijken meer na. Nederland is in dat opzicht misschien nog wel te klein. Want waar vind je dergelijke grote gebouwen of ruimtes? Maar we moeten groot beginnen, om het vervolgens te verfijnen.”
>> Lees ook: Schoonmaakbedrijven Gom en CSU over de toegevoegde waarde van een schrobzuigrobot
Robots moeten goedkoper worden
Van Bommel ziet dat het inzetten van robots momenteel niet of nauwelijks nog loont, maar voor de verdere toekomst ziet hij zeker mogelijkheden. “Als robots beter ingesteld kunnen worden, ook voor kleinere ruimtes, worden ze aantrekkelijker om aan te schaffen. Het is dan ook wel een voorwaarde dat ze goedkoper worden. Je moet namelijk wel een heel grote ruimte en veel schoonmaakwerk hebben om te verantwoorden dat je een schrobzuigrobot van 30.000 euro aanschaft.”
Wat voor de verdere integratie van robots ook niet goed uitpakt, is dat door de onzekere tijd waarin we leven de bereidheid om fors te investeren niet groot is. “Met het vele thuiswerken worden de volumes kleiner, terwijl de robotisering nog op grotere volumes werkt. Het is een tegenslag, maar de ontwikkeling is niet tegen te houden.”
Ik zou graag zien dat leidinggevenden in de schoonmaak minder objecten toebedeeld krijgen
Leidinggevende wordt ondergewaardeerd
Van Bommel vindt dat de leidinggevende in de schoonmaak nog vaak te ondergewaardeerd is. “Het blijft een belangrijke functie. Er is alleen wel een positieve trend zichtbaar. Er zijn subsidies voor trainingen beschikbaar en er is focus vanuit de RAS om het vanuit de branche goed aan te pakken. Maar ook dit proces heeft dit jaar letterlijk en figuurlijk stilgestaan. Er mochten geen trainingen worden gegeven. Die mannen en vrouwen hebben ongelooflijk hard gewerkt in de coronatijd en een enorme betrokkenheid getoond. Ze hebben veel moeten regelen, zowel met de schoonmaakmedewerkers als met de opdrachtgevers. Ik zou ook altijd graag nog zien dat leidinggevenden in de schoonmaak minder objecten toebedeeld krijgen. Zij krijgen hierdoor meer ruimte en tijd per object en ze kunnen nog meer aandacht besteden aan de schoonmaakmedewerkers zelf.”
>> Leestip: “Ik wil een lans breken voor leidinggevenden in de schoonmaak”
2021 krijgt vliegende start
2020 was het jaar van stilstand wat betreft de belangrijkste ontwikkelingen in de schoonmaakbranche. Worden de ontwikkelingen in 2021 nieuw leven ingeblazen? Van Bommel: “Het jaar gaat een vliegende start krijgen. De ontwikkelingen zullen elkaar zelfs sneller opvolgen. We hebben dit jaar een pas op de plaats gemaakt, maar aan de andere kant staat de schoonmaakbranche nu wel op de kaart. Nu moeten we doorpakken en daarvan profiteren. De ontwikkelingen rondom digitalisering, verbreding, flexibiliteit en trainingen komen in een stroomversnelling.”
Van Bommel tot slot: “Voor de uitbraak van het coronavirus was schoonmaak bij veel bedrijven een kostenpost waarop makkelijk werd gesneden. Maar dit jaar heeft wel laten zien hoe belangrijk schoonmaak is. Wij moeten als schoonmaakbranche onze opdrachtgevers ervan blijven overtuigen dat we hoog in het vaandel staan en we geen kostenpost zijn.”