Rechter wijst verzoek tot faillissement door BPF Schoonmaak en RAS af

Rechter wijst verzoek tot faillissement door BPF Schoonmaak en RAS af

BPF Schoonmaak en RAS hebben onlangs het faillissement van een schoonmaakbedrijf aangevraagd in verband met openstaande vorderingen. De rechter heeft dit verzoek echter afgewezen, mede vanwege de huidige omstandigheden als gevolg van het coronavirus.Volg Service Management op LinkedIn:

Het ging om een vordering van €7.900,- bij BPF Schoonmaak en €380,- bij RAS. De vorderingen stammen zowel uit 2019 als 2020. RAS en BPF Schoonmaak gaven aan niet langer open te staan voor een betalingsregeling, omdat zij vóór het indienen van het faillissementsrekest een voorstel tot het treffen van een betalingsregeling van € 2.600,- per maand hebben gedaan. Die regeling is door het schoonmaakbedrijf niet geaccepteerd.

>> Lees ook: 7 schoonmaakbedrijven failliet in september

Problemen met opdrachtgever

Wel heeft het schoonmaakbedrijf intussen tweemaal een betaling van €1.000,- gedaan. Daarnaast heeft het bedrijf verklaard dat er in 2019 problemen met een opdrachtgever zijn geweest, die niet bereid bleek om de overeengekomen werkzaamheden volledig te vergoeden, hierdoor ontstonden betalingsproblemen.

Vervolgens heeft het bedrijf ook last gehad van de coronacrisis. De werkzaamheden zijn grotendeels stil komen te liggen, met als gevolg veel lagere inkomsten. Het bedrijf heeft ook gebruik gemaakt van de door de overheid aangeboden steunmaatregelen voor zelfstandigen. Langzamerhand trekt het werk weer aan waardoor het bedrijf in staat is een reële betalingsregeling zeker na te komen. Hiermee is in feite al gestart door tweemaal een betaling te doen. Het bedrijf is in staat en bereid deze regeling voort te zetten tot de gehele vordering is voldaan.

>> Lees ook: Hoe zorg je als schoonmaakondernemer dat je je financiële zaken op orde hebt?

Betalingsregeling moet passend zijn bij huidige economische situatie

De rechtbank stelt vast dat het Pensioenfonds een bedrag van (nu nog) circa €5.900,- te vorderen heeft en betwist niet dat zij recht hebben op volledige betaling. Echter is ook gebleken dat het bedrijf de gevolgen van de coronacrisis in zijn bedrijfsvoering heeft gevoeld. Wat de reden voor het nog niet volledig voldoen van de openstaande vorderingen is. Dit komt de rechtbank niet onaannemelijk voor.

“Onder deze omstandigheden, die niet aan het schoonmaakbedrijf kunnen worden toegerekend, mag van verzoeksters verwacht worden dat zij een betalingsregeling zullen treffen, dan wel met een dergelijk voorstel tot het treffen zullen instemmen, die passend is bij de huidige economische situatie.” Dat het bedrijf al tweemaal een bedrag van €1.000,- heeft betaald ziet de rechtbank als een betekenisvolle aanvang in de afbetaling van de vorderingen.

>> Lees ook: Pensioenfonds Schoonmaak draait verruiming betaaltermijn terug

Vordering RAS te gering

De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de openstaande vordering bij RAS onder de omstandigheden te gering is om te voldoen aan de vereisten die redelijkerwijs aan een steunvordering voor faillissement moeten worden gesteld.

Het verzoek tot faillissement wordt dan ook afgewezen.

>> Lees ook: SieV doet oproep aan RAS tot opschorten inning premie