Daarom heeft Koolmees het UWV opdracht gegeven ermee aan de slag te gaan. Op aandringen van de Kamer is de doelgroep die voor de zogenoemde Tofa in aanmerking komt vergroot. Eerst konden alleen flexwerkers aanspraak maken als ze in februari minstens 500 euro hadden verdiend, dat minimumbedrag is nu verlaagd naar 400 euro, zodat bijvoorbeeld meer studenten in aanmerking komen.
Tegemoetkoming van maximaal 550 euro
Flexwerkers die in april zeker 50 procent minder verdienden kunnen een tegemoetkoming krijgen van maximaal 550 euro, in plaats van 600 euro zoals eerst voorgesteld. “Deze hoogte (…) zorgt ervoor dat er niet een te grote groep ontstaat die een hogere tegemoetkoming krijgt dan men voorheen zelf verdiende”, schrijft Koolmees aan de Kamer.
Het gaat overigens om een regeling met terugwerkende kracht voor de maanden maart, april en mei. Het loket bij het UWV blijft zo’n drie weken open.
Lees ook: Kabinet wil werk maken van extra eisen aan uitzendbureaus
Zes verschillende regelingen
Nadat het kabinet het steunpakket voor bedrijven had gepresenteerd, legde de bewindsman uit waarom de voorgenomen steunmaatregelen voor flexwerkers nog even op zich lieten wachten. Koolmees had zes verschillende regelingen laten onderzoeken, waar steeds veel op aan te merken was. Slechts één van die regelingen, de Tofa, was een “reële mogelijkheid”, waaraan nog steeds “risico’s van willekeur en oneigenlijk gebruik” hangen. Zo kon er alleen gekeken worden naar mogelijk inkomstenverlies in de maand april, niet in periode erna.
De steunregeling kost ongeveer 200 miljoen, verwacht het kabinet. Dit is een “grove inschatting”, benadrukt de minister, omdat het onduidelijk is hoe groot de doelgroep precies is.