In het rapport benoemt het UWV de meest kansrijke beroepen, de minst kansrijke beroepen en beroepen die minder kansrijk zijn geworden door de coronacrisis. Met ‘kansrijk’ gaat het over de kans om een baan te vinden in de betreffende beroepsgroep. Hoe kansrijker, hoe meer banen er zijn.
Meest kansrijke beroepen
De meest kansrijke beroepen boden ook al voor de coronacrisis goede baankansen. In de lijst staan met name veel zorgberoepen, zoals verzorgenden IG, (wijk)verpleegkundigen, operatieassistenten en GZ psychologen. Voor de coronacrisis waren in de zorg al grote personeelstekorten. Ook onder bijvoorbeeld leerkrachten, ICT’ers, monteurs, accountants en hoveniers is er nog altijd sprake van een tekort aan personeel.
De beroepen die van deze lijst zijn verdwenen (die dus eerst wél kansrijk waren en nu minder of niet), zijn vooral te vinden in de horeca, verkoop, beveiliging, en transport en logistiek, én in de schoonmaak. Zo stelt het UWV in het rapport.
>> Lees ook: UWV: sterkste stijging WW-uitkeringen in schoonmaakbranche
Minst kansrijke beroepen
De minst kansrijke beroepen boden ook al voor de uitbraak van het coronavirus minder goede kansen op werk. Naar verwachting blijven de baankansen in deze beroepen (voorlopig) beperkt. Sommige van deze beroepen hebben te maken met digitalisering, zoals ondersteunende secretariële medewerkers, baliemedewerkers bij banken of postagentschappen, bibliotheekmedewerkers en drukkerijmedewerkers. Hierdoor verdwijnt (een deel van) het werk en nemen de baankansen af.
Door coronacrisis getroffen beroepen
Sommige sectoren zijn zwaar getroffen door de coronacrisis. Beroepen die tot voor de crisis nog te maken hadden met tekorten, maar nu niet meer, zijn vooral te vinden in de horeca, verkoop, beveiliging en transport & logistiek. Evenals in de facilitaire dienstverlening en in de schoonmaak. Zo zijn de kansen voor bijvoorbeeld koks, objectbeveiligers en huishoudelijk medewerkers (hotel, instelling) ineens een stuk kleiner geworden. Dat de baankansen in deze beroepen zijn afgenomen kan iets tijdelijks zijn, maar het kan ook langer duren als het slechter gaat met de economie.
Schoonmaakbranche voelt effecten corona op meerdere manieren
Voordat het coronavirus de wereld in zijn greep kreeg, werd de schoonmaakbranche nog gekarakteriseerd door een groot tekort aan personeel. Het aantal onvervulde vacatures rees de pan uit en er waren meerdere bedrijven die aan de alarmbel trokken (bijvoorbeeld: Schoonmaakondernemer over krappe arbeidsmarkt: “Dit is niet te doen zo!”).
Sinds het begin van de coronapandemie is er een tweedeling in de branche te bespeuren. Enerzijds is de vraag naar schoonmaak, desinfectie en hygiëne gigantisch gestegen. Vooral in ziekenhuizen en zorginstellingen, maar ook bij bijvoorbeeld VvE’s is er opeens véél meer werk voor schoonmaakbedrijven. Anderzijds ging de complete recreatie- en evenementenbranche op slot. Ook de meeste kantoorpanden lagen er (en liggen er nog steeds grotendeels) verlaten bij, doordat medewerkers thuis gingen werken. Hotels, evenementenlocaties, horecagelegenheden, pretparken, dierentuinen, musea, bioscopen, en ga zo maar door: allemaal locaties waar schoonmaakbedrijven normaal gesproken hard werkten, maar opeens niet meer nodig waren. Geen mensen. Geen vervuiling. En dus geen schoonmaak.
>> Lees ook: Schoonmaakbranche rekent op omzetklap tot 30 procent door coronavirus
Hoelang zullen de effecten voelbaar zijn?
Hoelang deze veranderingen in werkgelegenheid ten gevolge van corona zullen duren, is nog niet bekend, zo benadrukt ook het UWV.. Inmiddels hebben de meeste locaties haar deuren alweer voorzichtig geopend. En het belang van schoonmaak en hygiëne zal voorlopig nog wel top of mind blijven. Iets waar schoonmaakbedrijven hoogstwaarschijnlijk van kunnen profiteren. Daar tegenover staat dat grote evenementen er voorlopig niet inzitten en dat thuiswerken het credo blijft. Colliers International becijferde al dat er door de anderhalvemetereconomie zo’n 1,2 miljoen minder bureaus zijn schoon te maken.
In het UWV-rapport: “Het gaat nadrukkelijk om een eerste beeld. Het is moeilijk te voorspellen hoe de arbeidsmarkt er over een aantal maanden uitziet. Veel hangt bijvoorbeeld af van de mate waarin het virus nog onder controle blijft en daarmee van de noodzaak tot (nieuwe) contactbeperkende maatregelen. Ook de ernst en duur van een economische recessie, landelijk en mondiaal, is nog moeilijk in te schatten.”