Om maar direct met de deur in huis te vallen. Wat is uw initiële houding tegenover de trend van robotisering?
“Digitalisering en robotisering in de schoonmaakindustrie zijn altijd al onderwerpen geweest die me erg interesseerden. In de bijna dertig jaar dat ik voor de NVZ werk en sindsdien elke twee jaar de Interclean bezoek, heb ik met belangstelling de ontwikkelingen en de nieuwste gadgets op dat gebied bekeken. De potentie van digitalisering en robotisering lijkt me geweldig, maar toch heb ik niet de indruk dat het snel van de grond komt.”
Hoe komt dat, denkt u?
“In het begin zag ik vooral de digitalisering van de schoonmaakprocessen groeien. Daarna, zo’n tien jaar geleden, zag ik op de Interclean de eerste robots. Dat waren aanvankelijk nog gadgets, maar ze werden al snel veel serieuzer. Helaas zie ik in de praktijk nog veel te weinig van deze robots. Opvallend genoeg zie ik vooral schoonmakers veel tijd besteden aan het schoonmaken van vloeren door achter een schrobmachine aan te lopen. Denk aan de bonkige schrobmachine die in elke supermarkt tevoorschijn gehaald wordt.”
“Schoonmakers gebruiken kostbare tijd die ze ook hadden kunnen besteden aan het aanpakken van de kritische contactoppervlakken, die in het kader van het borgen van de hygiëne van veel groter belang zijn. Het grote voordeel van robots is juist dat ze dit eentonige, saaie werk van schrobben en zuigen van de vloeroppervlaktes kunnen overnemen. Zo heeft de schoonmaker meer tijd voor de vaak hele belangrijke werkzaamheden die (vooralsnog) minder goed te automatiseren zijn.”
Komt het werk van de schoonmaker niet in gevaar zodra robots daadwerkelijk voet aan de grond krijgen?
“Op het Hygiëneforum van 4 oktober in de RAI heb ik een workshop over robotisering bijgewoond. De workshop had de prikkelende titel ‘Robotica, bedreiging voor de branche of zegen’. Maar wat is die bedreiging precies? Het besef dat goede hygiëne van groot belang is in de strijd tegen infectiepreventie, is groeiende.
"Er moet meer doelgericht en beter schoongemaakt worden, terwijl tegelijkertijd de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. Een robot werkt 10 tot 15 keer sneller dan de mens. Maar dat wil niet zeggen dat er geen mensen meer nodig zijn. De taken van de schoonmaker worden alleen anders en hij of zij krijgt juist extra tijd voor de oppervlakten die belangrijk zijn bij de infectiepreventie. Denk hierbij aan bureaus, deurklinken en de sanitaire ruimtes; plekken waar de schoonmaker nu vaak maar vluchtig tijd voor kan nemen.”
“In de nieuwste generatie schoonmaakrobots wordt gebruikgemaakt van sensortechnologie. Een logische stap, want deze technologie wordt ook veelvuldig gebruikt in de automobielindustrie. Naast sonar, een tweedimensionale laser en touch-sensoren, krijgen sommige robots nu ook een driedimensionale camera met infrarood. Zodoende kan een robot ook ’s nachts in een magazijn of distributiecentrum zijn werk doen. Door de camera’s slim te plaatsen kunnen aanrijdingen worden voorkomen. Zelfs een overhang waar de machine tegenaan kan botsen, wordt door middel van de camera’s vermeden. Het samenspel van de drie technieken werkt erg goed.”
Hoe ziet u de ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie voor de schoonmaakbranche?
“Ik denk dat AI de volgende belangrijke stap is. Naast zelfrijdende auto’s krijg je straks ook op grote schaal zelfsturende schoonmaakrobots. Deze technologie maakt het in de toekomst mogelijk om geheel automatisch op diverse plaatsen de hygiëne te bewaken. Immers kunnen AI-robots wél een sanitaire ruimte poetsen of vingerafdrukken op glas verwijderen, in tegenstelling tot eerder ontwikkelde robots.
AI is voor velen nog erg vreemd en daardoor beangstigend.
"Daarentegen kan ik me de weerstand tegenover AI in de schoonmaak voorstellen. Het is voor velen nog erg vreemd en daardoor beangstigend. Maar met een beetje vertrouwen in de ontwikkelende techniek, geloof ik niet dat een schoonmaakrobot zichzelf in de toekomst zal ombouwen tot een enorme vechtmachine, zoals in de film Terminator.”
Heeft u tips voor bedrijven om hiermee om te gaan?
“Filosoof Stefan Buijsman heeft veel geschreven over AI. In zijn boek Alsmaar Intelligenter beschrijft hij op zeer toegankelijke wijze alle pluspunten en valkuilen van kunstmatige intelligentie. De beloftes en de gevaren van die techniek hangen volledig van ons af. Hij wijst op de noodzaak van grip krijgen en houden op het gebruik van AI. Je moet van tevoren weten wat er kan gebeuren en kunnen ingrijpen als het fout gaat. Belangrijk daarbij is dat de robots voorzien worden van correcte en gedetailleerde data. Het boek van Buijsman geeft geen sluitend antwoord op de vraag of uiteindelijk computers meer kunnen dan mensen en wat de toekomst gaat brengen. Maar één ding is zeker: van AI komen we in ieder geval niet af.”
Dus toch een positieve houding tegenover digitalisering en robotisering in de schoonmaakindustrie?
“Oh dat zeker! Begrijp me niet verkeerd. Het is een kwestie van voor- en nadelen naast elkaar zetten. Trends zoals AI zijn simpelweg niet meer weg te denken. De tijd zal ons leren hoe snel de schoonmaker geholpen wordt door robots. Want daar zal het om gaan, het helpen van de industrie. De schoonmaker wordt niet zomaar vervangen, maar de werkzaamheden zullen wel heel anders worden.