Meer schoonmaakondernemers hebben vertrouwen in voortbestaan

Meer schoonmaakondernemers hebben vertrouwen in voortbestaan

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meet tijdens de coronacrisis maandelijks hoe het ondernemersvertrouwen is in Nederland. Daarbij komen ook resultaten uit de SBI-categorie schoonmaakondernemers, hoveniers en dergelijke vrij. Dit keer over de maand mei. Daaruit blijkt dat meer schoonmaakondernemers vertrouwen hebben in hun voortbestaan dan in april.  Volg Service Management op LinkedIn:

SBI staat voor Standaard Bedrijfsindeling en geeft aan wat de hoofd- en de nevenactiviteiten van een bedrijf zijn. De SBI-code bestaat uit 4 of 5 cijfers. Met welke codes uw bedrijf op 15 maart 2020 stond ingeschreven in het Handelsregister van KVK is leidend. Het CBS hanteert 81 als code voor de categorie schoonmaakbedrijven, hoveniers en dergelijke.

Marktonderzoek
Download nu gratis het marktonderzoek schoonmaak van Service Management

Download het rapport!

Hoe lang verwacht u continuïteit te kunnen handhaven?

In de enquete over ondernemersvertrouwen stelt het CBS als eerste vraag ‘hoe lang verwacht u in de huidige economische situatie de continuïteit van uw bedrijf te kunnen handhaven?’ Daar geven de ondernemers in merendeel (49,6 procent) aan twaalf maanden of langer. 15,3 procent zegt 6 tot en met 11 maanden. 13,7 procent geeft het antwoord 3 tot en met 5 maanden.

De belangrijkste maatregelen

Wat zijn de belangrijkste maatregelen die uw bedrijf treft om het hoofd te bieden aan de effecten van de economische teruggang door de coronacrises? Voor die vraag waren maximaal twee antwoorden mogelijk. 36,4 procent geeft aan ‘bedrijf en werkwijzen inrichten op de 1,5 metereconomie’. Daarna volgt met 30,9 procent kostenreductie. Beduidend minder vaak gegeven zijn de antwoorden ‘innovatieontwikkeling van nieuwe producten, diensten en processen’ (13,3 procent), ‘product- of dienstaanpassingen’ (10,8 procent) en ‘geen’ (5 procent).


Lees ook: Ondernemen tijdens de coronacrisis: vier schoonmaak-mkb’ers aan het woord


Minder inzet zzp’ers en uitzendkrachten

Vraag drie: Welke van de onderstaande situaties over de inzet van personeel als gevolg van de coronacrisis, zijn voor uw bedrijf het meest kenmerkend? 40,6 procent in de categorie schoonmaakbedrijven, hoveniers en dergelijke geeft natuurlijkerwijs aan dat ‘de meerderheid van het personeel niet kan thuiswerken door de aard van de werkzaamheden’.  36,5 procent in de categorie ziet ‘minder inzet van zzp’ers en uitzendkrachten door minder activiteiten’. 11,5 procent zegt dat voor een deel van het personeel de NOW/werktijdverkorting is aangevraagd. 6,6 procent vindt het geen andere situatie dan in andere tijden.

Download hier de uitkomsten van de hele enquete.

Ondernemersvertrouwen neemt weer toe

Het CBS concludeert dat het ondernemersvertrouwen over het algemeen in Nederland is toegenomen. In de detailhandel nam het aantal bedrijven dat in mei verwachtte nog minstens een jaar te bestaan het sterkst toe vergeleken met april. Toen dacht 9 procent het minstens nog een jaar te kunnen volhouden, in mei was dit aantal toegenomen tot 65 procent. In de IT-dienstverlening (+48 procentpunt) en bij schoonmaakbedrijven en dergelijke (+46 procentpunt) hadden in mei ook veel meer ondernemers vertrouwen in hun voortbestaan dan in april. In de luchtvaart (2 procent), bij bedrijven in kansspelen en loterijen (6 procent) en in de reisbranche (10 procent) was in mei het vertrouwen in een voortbestaan van minstens een jaar het laagst.

Weinig beëindigingen van arbeidscontracten

Ondernemers uit veel branches noemden in het mei-onderzoek als kenmerkend voor de inzet van personeel tijdens de coronacrisis, dat minder zzp’ers en uitzendkrachten worden ingezet. Tevens werd aanvraag van arbeidsverkorting en of de NOW-regeling voor het eigen personeel in veel branches genoemd. Relatief weinig kwam het beëindigen van arbeidscontracten van het eigen personeel aan de orde. Bibliotheken en musea scoorden relatief hoog bij het verminderen van het aantal zzp’ers en uitzendkrachten (43 procent). Dit gold ook voor schoonmaakbedrijven en bedrijven in vervoer over land (beiden 37 procent) en radio- en televisieomroepen (36 procent). Aanvraag van arbeidstijdverkorting en NOW-regeling kwam naar verhouding het meest voor in de luchtvaart (50 procent van de bedrijven) en de horeca (48 procent).