Staande ladders moeten in Nederland voldoen aan de Warenwet. Daarnaast zijn er private normen waaraan fabrikanten en leveranciers hun klimmateriaal kunnen laten toetsen en certificeren. Zij zijn hiertoe niet verplicht. Als het materiaal maar aan de wettelijke eisen voldoet. Maar die normen hebben wel veel invloed. Eén van die private normen is de EN 131. Die is dus veranderd sinds 1 januari. Eén van de veranderingen betreft nieuwe eisen aan ladders voor particulier en professioneel gebruik. Denk aan een vergrote basisbreedte en de uitneembaarheid van ladderdelen.
Vergrote basisbreedte ladders doorn in oog glazenwassers
Met name die vergrote basisbreedte is een doorn in het oog van de Technische Commissie. “Wij zetten dan ook in op behoud van de huidige ladder voor de professionele gebruiker”, zegt Michiel de Reus van INT-EXT Glasbewassing (tevens lid van de commissie). “Het idee is dat, door de basisbreedte te vergroten, de stabiliteit vergroot wordt en dat gebruikers zijdelings met ladder en al minder snel omvallen. Maar die gedachtegang speelt niet in onze branche. Sterker nog, met een nog bredere ladder is het moeilijker om bij glasbewassing binnen bij bepaalde plaatsen te komen en moet je dus meer reiken. Dat is dan meteen een groter risico. Nog los van het transport dat behoorlijk wordt bemoeilijkt.”
Discussie bij Normcommissie ladders en trappen over de Europese norm
Naast de EN 131 bestaat de NEN 2484. Dat is de Nederlandse norm voor professioneel klimmateriaal. Inspectie SZW baseert zijn handhaving op de Arbocatalogus van de branche. De Reus: “Onze branche beschouwt de NEN 2484 als stand der techniek voor professioneel gebruik. Klimmateriaal voor de glazenwasser moet dan ook voldoen aan NEN 2484.” OSB heeft overleg met normorganisatie NEN over deze norm en is actief in de Normcommissie ladders en trappen. “We zijn de enige brancheorganisatie die daar aansluit”, stelt De Reus. “Een aantal leveranciers actief binnen de Normcommissie wil zoveel mogelijk aansluiten op de Europese norm. Dat is voor een ladder die je in de bouwmarkt haalt nog niet zo’n probleem, maar wel voor ons als professionele glazenwassers.” De Technische Commissie is al ruim 5 jaar met dit onderwerp bezig. “We blijven het probleem bij de NEN onder de aandacht brengen. Jammer is dat niet meer gebruikers uit andere branches, zoals schilders en installateurs, die gebruikmaken van ladders, zich melden bij de NEN en actief worden in de Normcommissie. Zij kampen in de praktijk met dezelfde problemen als glazenwassers.”
Zelfs een demonstratie gehouden voor Inspectie SZW
Duidelijkheid rondom het onderwerp is belangrijk voor OSB. De Reus: “We willen toe naar een uitzondering op de Europese norm voor de professionele gebruiker op de Nederlandse markt. ” Dirks Klimmaterialen hield in samenwerking met OSB zelfs een demonstratie voor Inspectie SZW. Daaruit zou zijn gebleken dat de inspectie er hetzelfde over denkt als OSB. Ilse Mariën, coördinator specialismen en platforms bij OSB: “We willen voorkomen dat de Europese norm ook van toepassing wordt voor de professionele gebruiker van de ladder. Denk aan de fysieke belasting door gewichtsverhoging als de ladder fors breder wordt. Maar ook aan het slechter kunnen manoeuvreren met de ladder, waardoor er mogelijk meer ongevallen plaatsvinden. We willen dus een afwijking van de Europese norm voor de professionele gebruiker, versus het gebruik door particulieren.”
Gebruik ladder met grotere basisbreedte wordt een ‘hele toer’
Peter van Gogh, productmanager Gom Specialistische Reiniging en ook lid van de Technische Commissie van AWOG, toont zich ook bezorgd over de norm. “Gebruik ervan wordt een hele toer. Ladders krijgen dan een bijzonder onhandige vorm, terwijl je er geen ongevallen mee voorkomt. We verwachten zelfs dat die nieuwe basisbreedte meer ongevallen oplevert.” Hoe de strijd afloopt, is nog niet duidelijk. De lobby is vol gaande. Maar duidelijk is wel dat de Europese norm nu nog niet geldt en klimmateriaal, ook juridisch gezien, nog ‘gewoon’ aan de huidige NEN-norm moet voldoen.
Lees ook
Schoonmaakbedrijf Jelle Threels: Gelukkig op de ladder
Slim: Het Ergonomische Ladderlift Systeem
AWOG-segment doet onderzoek naar nanotechnologie
Het glazenwasserssegment (AWOG) van OSB wil onderzoek doen naar nanotechnologie. “Aanleiding om dat onderzoek op ons te nemen, is de toenemende vraag naar nanocoating van opdrachtgevers”, zegt Michiel de Reus.
“We weten namelijk nog maar weinig van nano, terwijl er door leveranciers wel diverse beweringen worden gedaan.” Volgens hem is nanotechnologie over het algemeen aan de dure kant. “Terwijl we niet exact weten wat de werking door de jaren heen is. Met 600 euro per liter vond ik persoonlijke het risico van gebruik te groot. De leverancier kon me ook nog te weinig duidelijk maken hoeveel strekkende meter ik moest aanbrengen. Het risico daarbij is ook dat, als je het te dik opsmeert, de klus ook flink duurder wordt. Als het niet blijkt te werken, bij wie kan je als opdrachtgever dan terecht? Nog los daarvan zou het ook goed zijn eventuele gezondheidsrisico’s te onderzoeken.” Nanotechnologie staat nog in de kinderschoenen, beschouwt Peter van Gogh dan ook. “Ik heb een aantal voorbeelden gezien waarbij het prachtige resultaten opleverde, maar dat is lang niet altijd het geval. Er wordt commercieel heel veel over geroepen. Maar je bent heel erg afhankelijk van de lokale omstandigheden of het werkt, heb ik het idee. Maar we willen als commissie techniek dit soort ontwikkelingen blijven volgen. Wellicht kunnen we, net zoals we bij het onderzoek naar osmosewater hebben gedaan, in het onderzoek naar nanotechnologie weer samenwerken met de Vereniging Schoonmaak Research.”
Lees ook
Nanotechnologie in de schoonmaak: de stand van zaken
‘Vuil kan zich met nanotechnologie minder snel hechten’
