En dat kan tot grote problemen voor het schoonmaakbedrijf leiden. Bijvoorbeeld als een pand door toedoen van een schoonmaakbedrijf tot de grond toe afbrandt. Of wanneer een medewerker bij de opdrachtgever letsel wordt toegebracht. Of wanneer de productie bij een opdrachtgever tijdelijk stil moet worden gelegd. “Dergelijke situaties zijn goed voor te stellen. Waarbij een opdrachtgever al snel de schuld, of op zijn minst de claim van nalatigheid of een tekortkoming, bij de opdrachtnemer kan neerleggen.”
Schoonmaakbedrijven accepteren onbeperkte aansprakelijkheid vaker
Daar waar die onbeperkte aansprakelijkheid in andere branches nauwelijks wordt geaccepteerd, gaan schoonmaakbedrijven er volgens Van den Berg wel vaker in mee. “Dat komt door onwetendheid of door marktdruk. Er is een zware concurrentie onder schoonmaakbedrijven, waardoor deze eerder zijn geneigd een dergelijke zware aansprakelijkheidstelling dan maar te accepteren.”
Met algemene voorwaarden perk je aansprakelijkheid niet in
Onwetendheid komt ook voor. Van den Berg: “Ik heb toch mijn eigen algemene voorwaarden, zeggen schoonmaakbedrijven dan. Maar daarmee perk je, als je een schoonmaakcontract met onbeperkte aansprakelijkheid hebt getekend, je risico niet per definitie in. De voorwaarden in de overeenkomst gaan vaak voor de algemene voorwaarden als de algemene voorwaarden al niet in het geheel worden uitgesloten in de overeenkomst. Daarnaast komt het ook voor dat schoonmaakbedrijven zich helemaal niet bewust van dit onderwerp zijn. In de schoonmaak zijn we redelijk pragmatisch. Dat er een jurist naar contracten kijkt, is pas iets van de laatste jaren.”
Overal een issue, bij publiek en privaat
Van den Berg ziet vanuit de praktijk ook dat schoonmaakbedrijven geneigd zijn in schoonmaakcontracten een “behoorlijke” aansprakelijkheid te accepteren. “Terwijl het logischer zou zijn om daar een maximum in te vermelden, bijvoorbeeld een percentage van de jaarlijkse fee.” Volgens de jurist komt de onbeperkte aansprakelijkheid in alle lagen van opdrachtgevers voor. “Van private tot publieke opdrachtgevers. En in verschillende branches.”
In redelijke verhouding tot de aard en omvang
Dat terwijl voor publieke opdrachtgevers (overheidsorganen dus) Europese aanbestedingsregels gelden. Daarbij hoort een proportionaliteitsgids. “De wet gaat uit van het proportionaliteitsbeginsel. Dat houdt in dat de keuzes die een aanbestedende dienst maakt en de eisen en voorwaarden die zij stelt bij een aanbesteding, in redelijke verhouding dienen te staan tot de aard en omvang van de aan te besteden opdracht. Dat is duidelijk niet het geval bij onbeperkte aansprakelijkheid.”
Wijs op de algemene voorwaarden van de opdrachtgever
Daar kunnen schoonmaakbedrijven dan ook op wijzen als een opdrachtgever een schoonmaakaanbesteding met onbeperkte aansprakelijkheid in de markt zet. Van den Berg: “Ze kunnen ook wijzen op de algemene voorwaarden die de opdrachtgever zelf hanteert. Het is raar als bijvoorbeeld een IT-bedrijf tegen zijn opdrachtgevers elke verantwoordelijkheid wegschuift en vervolgens wel het schoonmaakbedrijf voor de volle honderd procent aansprakelijk stelt.”
Breng de risico’s van een contract goed in kaart
Van den Berg raadt daarnaast schoonmaakbedrijven aan om de risico’s die bij een schoonmaakcontract horen, goed in kaart te brengen. “Zo kun je daar zo goed mogelijk rekening mee houden. Dat wil zeggen dat je per risico kunt kijken of je deze zelf kunt dragen, maatregelen kunt nemen om het risico te verminderen of weg te nemen of kunt verzekeren. Daarnaast kun je ook met je opdrachtgever de risico’s bespreken en onderdeel maken van de onderhandelingen”
Is het oprichten van een aparte bv een optie?
Onderbrengen bij een verzekeraar is nog niet zo gemakkelijk, stelt Van den Berg. “Daarbij worden schaderisico’s uit het verleden meegenomen en die kunnen weer leiden tot een hogere premie of uitsluitingen. Als groot schoonmaakbedrijf kun je een aanzienlijke verzekeringsdekking nog wel afspreken, maar als klein bedrijf is dat lastiger. Verzekeraars zitten bijvoorbeeld ook niet te springen om het verlies van sleutels van een pand mee te verzekeren.” Een schoonmaakbedrijf dat datacenters schoonmaakt, richtte een aparte bv op om het risico van een faillissement te vermijden. “Dat lijkt handig, maar als die bv bijna geen eigen vermogen heeft, zal de opdrachtgever meestal toch een garantie van de moedermaatschappij vragen. Dan schiet je er in feite dus weinig mee op.”
Wat zou er moeten gebeuren?
Tot slot: wat zou er aan de kant van opdrachtgevers en opdrachtnemers moeten gebeuren? Van den Berg: “Om bij de opdrachtgevers te beginnen: zij kunnen een risico-inventarisatie in hun aanbesteding uitvragen. Er zijn al sectoren die dat verplicht stellen. Ik vind ook dat schoonmaakadviesbureaus die die aanbestedingen begeleiden dit onderwerp mee moeten nemen. Aan de kant van de opdrachtnemers: ik raad schoonmaakbedrijven aan, op zijn minst bij grotere objecten en contracten, om die risico-inventarisatie te doen. Het staat allereerst al heel professioneel. Dan kun je vervolgens in gesprek met je opdrachtgever over hoe je de risico’s kunt verdelen of mitigerende maatregelen kan nemen. Wordt het accepteren, mitigeren of verzekeren? Dan heb je het in feite over risicomanagement. In veel branches zijn er geavanceerde risicomanagementsystemen. Die slaan soms wel eens door in de documentatie, maar in de schoonmaak staat het denken over risicomanagement nog in de kinderschoenen. Dat moet beslist anders…”