“Ik ben bij toeval het brancheverenigingsleven ingerold”, zegt Rommelse. In 1995 de bouw en in 2000 was hij verenigingsmanager bij Veneca, de branchevereniging voor de catering. “Ik heb bedrijfskunde gestudeerd en een branchevereniging is eigenlijk bedrijfskunde op sectorniveau. Veneca behoort ook tot de facilitaire branche, dus ik kom nu in mijn nieuwe functie bij OSB nog oude bekenden van toen tegen.
De zaken die medewerkers deden, wilde ik eigenlijk ook weer gaan doen
Wat de raakvlakken zijn met de schoonmaak? Catering is net als schoonmaak heel arbeidsintensief en daardoor kom je veel van dezelfde uitdagingen tegen.” Na Veneca was Rommelse vijftien jaar eigenaar van Atrium Groep, een onderneming die dienstverlening biedt aan branche- en beroepsverenigingen. “Dat was leuk en succesvol. We groeiden hard. Aan het eind hadden we tachtig professionals op de payroll en we hebben ook diverse overnames gedaan. Toch begon het te kriebelen. Als je tachtig medewerkers in dienst hebt, ben je meer aan het managen, dan dat je met je voeten in de modder staat. De zaken die medewerkers deden, wilde ik eigenlijk ook weer gaan doen.”
Zware beslissing?
Rommelse verkocht zijn belang in Atrium Groep. Dat moet een zware beslissing zijn geweest of niet? “Dat valt mee. Ik probeer dingen simpel te houden en me de vraag te stellen ‘waar krijg je energie van?’ Dat was van inhoudelijk met verenigingen bezig zijn. Dan is de keus simpel. Ik ben vervolgens vrij onbevangen de toekomst in gestapt.” Die toekomst kwam sneller in beeld dan gedacht. OSB zocht een ad interimmanager voor het cluster ledenzaken en kwaliteit.
Rommelse trad in april 2019 aan. “Via, via kwam de vraag bij me binnen. Toen Hanny van den Berg, de voormalige OSB-directrice, vertrok, vroeg voorzitter Piet Adema me eens te komen praten. Zijn verhaal: ‘We willen nieuw leiderschap en een nieuwe strategie en we hebben mensen nodig om ons te helpen.’” In december 2019 traden Jeroen Veldboer en Rob Rommelse aan als interimdirecteuren. “We werden verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en het nemen van de eerste stappen in de doorontwikkeling van OSB.”
Opschalen na uitbraak coronavirus
En toen brak corona uit. Halverwege februari vernam Rommelse iets van een virus. “Ik kan mij 12 maart nog goed herinneren. Ik dacht: nu ziet de wereld er echt anders uit. We waren tot dan toe druk met de strategie.. veel avondwerk. Dat was druk, maar het werd met de coronacrisis veel drukker. We schaalden een helpdesk op naar zeven medewerkers. Van tweewekelijks gingen de overleggen en nieuwsbrieven naar dagelijks en we organiseerden specialistenteams over de steunmaatregelen.”
>> Lees ook: OSB roept landelijk coördinatiepunt coronavirus voor schoonmaak in het leven
Het mooie is dat je in zo’n situatie wel kunt bewijzen waarom je van toegevoegde waarde bent
“Het mooie is dat je in zo’n situatie wel kunt bewijzen waarom je van toegevoegde waarde bent. De grote bedrijven zijn prima in staat om kennis te organiseren, maar dat geldt anders voor het mkb. Daar konden we een belangrijke rol spelen. Er kwamen destijds talloze vragen binnen. Over mondkapjes, de richtlijnen van het RIVM, maar ook over schoonmaakcontracten. Wat is overmacht en wat niet? Het ging ook over de steunmaatregelen. Hoe werken ze? Komen wij in aanmerking? Later kwamen er meer vragen over het opstarten in kantoren en protocollen voor de 1,5 meter samenleving. Toen hebben we voor heel veel sectoren aan de protocollen meegeschreven.”
Schoonmaak een cruciaal beroep?
Een cruciaal moment was het feit of schoonmaak nu een cruciaal beroep was. Schoonmakers werden in de eerste lijst niet opgenomen, maar verschenen later wel in de uitleg die de Rijksoverheid opstelde naar aanleiding van de lijst. OSB speelde het ook slim door een brief op te stellen waarin voorzitter Piet Adema aangaf dat schoonmaak een cruciaal beroep is. Zo konden schoonmakers met de brief in de hand toch aanspraak maken op onder andere kinderopvang. Rommelse: “Die lijst met cruciale beroepen is nooit opgesteld met een pandemie in gedachten. Op die lijst prijken dan ook de beroepen van politieagenten, medewerkers van energiecentrales en zorgmedewerkers. Die lijst moet veranderen in de toekomst en daar lobbyen we nog steeds voor. Maar die lijst krijg je niet een, twee, drie aangepast.”
>> Lees ook: “Schoonmaak is cruciaal om uit coronacrisis te komen” (Remko Stolk bij BNR)
OSB neemt rechtelijke stappen
Nog een doorn in het oog van Rommelse is de gang van zaken rond de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS). Daarbij konden ondernemers een eenmalige tegemoetkoming van 4.000 euro ontvangen, maar ook daar kwam schoonmaak niet voor in de lijst met codes. Ook voor de nieuwe regeling Tegemoetkoming Vast Lasten komen schoonmaakbedrijven vooralsnog niet in aanmerking.
“We hebben tot tweemaal toe bezwaar aangetekend tegen de TOGS, maar daar is geen reactie op gekomen. Nu schoonmaak ook voor de TVL niet in aanmerking komt, spannen we een rechtszaak aan tegen het ministerie van Economische Zaken bij het College van beroep voor het bedrijfsleven. Mede naar aanleiding daarvan heeft het ministerie ons wel uitgenodigd voor een gesprek. Voor de duidelijkheid: liever sta ik niet tegenover de overheid in een rechtszaak. We zijn er trots op wat de overheid heeft gedaan voor de BV Nederland in deze moeilijke periode. Maar de rechtbank is ook gewoon een onafhankelijke derde die je kunt vragen om een oordeel.”
Lees er meer over: OSB spant rechtszaak aan tegen overheid om TVL
Een honderd dagen plan
Rommelse werd op 15 augustus permanent de directeur van OSB. “In mei werd een sollicitatieprocedure opgestart en daar heb ik besloten aan deel te nemen. Dat was een zwaar traject, waar ik tot mijn blijdschap uit ben gekomen.” De nieuwbakken directeur kondigde gelijk een honderd dagen plan af.
“Ik wilde opnieuw tegen de vereniging aankijken, alsof ik deze nog maar net kende. Ik wilde me opnieuw verwonderen. Als directeur heb je een andere baan dan als interimmer. Als interimmer gaat veel met stoom en kokend water. Nu moet ik de volle breedte opzoeken. Ik ben dus met verschillende leden, van groot tot klein, gaan praten. Wat me opvalt? Dat ondernemers zo bevlogen zijn en dat ze het heel normaal vinden dat ze zo sociaal betrokken zijn. Ze zijn bijvoorbeeld heel bescheiden over het feit dat ze talloze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plaats geven in hun onderneming. Als het de normaalste zaak van de wereld is. Ik vind dat mooi”
Dat ondernemers zo bevlogen zijn en dat ze het heel normaal vinden dat ze zo sociaal betrokken zijn
Zoeken waar je heen moet
Waarom is het verenigingsleven zo interessant? Rommelse: “Als vereniging ben je continu bezig om te zoeken waar je heen moet. Je moet richting aangeven waar je als branche heen wilt, maar moet ook de peilstok in de branche steken. Waar willen de leden dat je heen gaat en waarom vinden ze een branchevereniging van toegevoegde waarde? Iedere sector in Nederland heeft zo ongeveer een eigen vereniging. Dat verenigingsleven gaat terug tot de tijd van de VOC.”
“De ontwikkelingen die je ziet, is dat de randen van de sectoren niet meer zo hard zijn. Om een voorbeeld te geven: Een pompstation is niet meer alleen een pompstation, maar meer en meer een horecagelegenheid en een rustmoment. Zeker als elektrische auto’s massaal hun intrede doen. Dus wordt de vereniging van pomphouders ook anders. Daarnaast zie je dat brancheverenigingen meer en meer concurrentie hebben. Dat noopt hen om te kijken waar hun plaats is in de sector. Van oudsher zijn ze dat niet gewend. Mijn idee daarbij is dat je concurrentie moet omarmen, want dat houd je scherp. En je moet vervolgens beter proberen te zijn dan de concurrentie.”
Een vereniging mag volgens Rommelse meer en meer een merk zijn. “Daar moet je dus ook echt aan werken. Eind van het jaar voegen we op dat punt de daad bij het woord en komt er een campagne op de landelijke media om de positionering van OSB duidelijk te maken.
Mag SieV aanschuiven bij cao-onderhandelingen?
In dat licht: Hoe kijkt Rommelse naar medebranchevereniging Schoonmaken Is Een Vak (SieV)? “Het contact is heel goed en we trekken in de coronacrisis ook samen op. Onze nieuwsbrieven en brieven zijn ook naar hun leden gegaan. Ik vind ook dat SieV ons scherp houdt. In het verleden was er wellicht wat minder aandacht voor het mkb en voor de specialismen. Dat vullen we nu volop in. Want schoonmaak is een optelsom van specialismen. Van kantoorschoonmaak, glasbewassing en desinfectie tot aan hotelschoonmaak en schoonmaak in de voedselbereiding. Om er maar enkele te noemen. Daarbij willen we mkb-ondernemers volop ondersteunen, zonder de grote bedrijven uit het oog te verliezen.”
Dan de netelige vraag: mag SieV eind dit jaar en begin volgend jaar aan de onderhandelingstafel voor de cao-schoonmaak aanschuiven? “Dat is niet alleen aan ons, maar aan alle onderhandelingspartners.” Daarmee bedoelt Rommelse naast OSB ook FNV en CNV mee. “Maar we gaan SieV sowieso betrekken bij het traject om de inzet voor die onderhandelingen te bepalen.”
>> Lees ook: SieV richt personeel- en verzuimloket voor schoonmaakwerkgevers op
Dat geeft geen reëel beeld over de hele branche, terwijl dat onterecht is
Horizontaal toezicht
Daarbij wil OSB ook het imago van de schoonmaaksector verbeteren. “Ik verbaas me over de incidenten waarbij de Inspectie SZW de vondst van een frauderend schoonmaakbedrijf met een ronkend persbericht naar buiten brengt, zonder dat als een uitzondering neer te zetten. Dat geeft geen reëel beeld over de hele branche, terwijl dat onterecht is. We zijn daarover in gesprek met de inspectie. Daarnaast: als je een OSB-keurmerk hebt met daarin NEN 44100, dan mag je ervanuit gaan dat het goed zit met het betreffende schoonmaakbedrijf. Haalt deze de NEN-norm niet meer, ontnemen we het schoonmaakbedrijf ook het keurmerk en het lidmaatschap van OSB.”
>> Lees ook: Forse boetes voor schoonmaakbedrijven en inleners
Twee vliegen in een klap
Tot slot brengt Rommelse een door OSB gelanceerd plan naar voren. Schoonmakers zouden daarbij, medegefinancierd in de werkkostenregeling, de thuiswerkplek moeten schoonmaken. Een proefballonnetje? “Nee, we menen het serieus. De werkplek verplaatst naar thuis en we denken dat dat grotendeels een blijvertje is. Dan past het de werkgever om niet alleen te voorzien in een ergonomische werkplek, maar ook schone en hygiënische werkplek. Kunnen we daar via de fiscus in de werkkostenregeling meer ruimte voor creëren?” Of dat daadwerkelijk gaat helpen, is nog maar de vraag. Vaak is er thuis, al dan niet zonder afdracht van sociale premies, al iemand aan de slag. “Misschien kan dit een aanzet zijn om dat schoonmaakwerk legaal te maken en te professionaliseren. Kortom, hiermee slaan we twee vliegen in een klap.”
>> Lees ook: Schoonmakers niet te spreken over plan OSB voor schoonmaak thuiswerkplekken