Vloeronderhoud kan met de Bona-methode duurzamer én goedkoper dan traditioneel strippen en vervangen, zegt Ruud van Swieten, commercieel directeur bij CSU. “Een klant daagde me uit om zijn vloer op een duurzame manier representatief te houden. De zwarte strepen en beschadigingen op de oude vloeren waren namelijk niet meer weg te poetsen. Dat was een uitdaging, en dus ben ik gaan zoeken”, aldus Van Swieten.
Transparant
Hij hoorde over de Bona-methode, een manier om zonder het gebruik van chemicaliën een vloer te renoveren. “Ik zag foto’s van vloeren voor en na de behandeling met deze methode en dat intrigeerde me.” Onderzoeksbureau Ecochain, partner van CSU in het meetbaar maken van duurzaamheid, deed op verzoek een ‘environmental study’ naar Bona om de milieu-impact van hun methodes, apparaten en producten te bepalen.
De Bona-methode in het kort
Bij het traditioneel renoveren van een linoleumvloer los je polymeren op de linoleumvloer op, en deze worden weggespoeld het riool in. Een vloer moet daarna (lang) drogen voordat hij weer behandelbaar is. Steeds meer ondernemingen kiezen voor duurzaamheid. Met de Bona-methode slijp je de toplaag van een vloer af, in plaats van deze op te lossen. Dit bespaart tot wel 95 procent energie en 90 procent CO2-uitstoot. Dit ‘droogschuren’ levert bovendien slechts een handjevol slijpsel als afval op. Een vloer is vervolgens meteen in elke kleur te finishen en veel sneller weer bruikbaar. Klaslokalen of gangen zijn binnen een dag weer beloopbaar, in plaats van dagen.
Van Swieten: “Daaruit bleek dat Bona op alle fronten beter uit de test kwam dan conventionele vloersystemen. De GWP (CO2-equivalent) van conventioneel onderhoud bleek 53 procent hoger en de milieukostenindicator (MKI), die zaken meet als uitputting van hernieuwbare bronnen en verontreiniging, zelfs 132 procent. Ik was verkocht.”
Alle door Bona gebruikte materialen zijn traceerbaar. Dat is niet altijd het geval. Van Swieten: “Veel fabrikanten laten je niet weten wat er precies in hun producten zit. Bona is hier gelukkig transparant in.”
Duurzamer en goedkoper
Vloer Boenen bleek de specialist in de Bona-methode, die eigenaar en oprichter Frits Hoogewoonink al jarenlang toepast. Van Swieten vond in Vloer Boenen de expert die CSU verder helpt en Hoogewoonink kreeg met CSU de landelijke partner met wie hij zijn expertise deelt. “Die timing kon wat dat betreft niet beter uitpakken”, aldus Hoogewoonink. “CSU heeft veel gemotiveerde mensen die het vak van vloeronderhoud willen leren. Wij hebben het vakmanschap en de apparatuur.”
Hoogewoonink en zijn team leren CSU-medewerkers hoe zij klein onderhoud zelf kunnen doen. CSU stimuleert klanten om bij renovatie van hun vloeren voor Vloer Boenen te kiezen. Hoogewoonink: “Renovatie en onderhoud van een vloer via deze methode is namelijk aantoonbaar duurzamer en goedkoper dan traditioneel strippen en sprayen. En dan reken ik de levensduur van de nieuwe vloer niet eens mee: er zijn alleen maar winnaars.”
Meer dan milieu
Duurzaamheid is een belangrijke pijler waarop CSU gebouwd is. Als uitvoerder van de Bona-methode staat het ook bij Vloer Boenen hoog op de agenda. Maar duurzaamheid draait om meer aspecten dan het milieu, zeggen beiden. “Duurzaamheid gaat over mensen”, zegt Ruud van Swieten. “We hebben 15.000 mensen in dienst van meer dan 130 nationaliteiten. Het is onze taak ervoor te zorgen dat zij prettig en gezond kunnen werken. Als de basisvloer in orde is, kunnen onze medewerkers dit gemakkelijker schoonmaken en schoon houden.”
Clean Movement
Een schonere, nieuwe vloer nodigt minder uit tot vervuiling. Dit bewijst bijvoorbeeld de ‘Clean Train Movement’, waarbij de uitbater van metro’s in New York City sinds de jaren tachtig bewust beleid voert om toestellen zo schoon mogelijk te houden, bijvoorbeeld door graffiti meteen te verwijderen. Sinds de introductie van dit initiatief daalde de hoeveelheid criminaliteit en vandalisme in de metro enorm.
Van Swieten: “Wij geven onze medewerkers een gezicht, bijvoorbeeld door portretfoto’s van onze medewerkers op locatie op te hangen. Op hogescholen begroeten onze medewerkers ’s ochtends de leerlingen. Dat, en het feit dat de vloeren om te beginnen al stralend schoon zijn, zorgt voor zowel een hygiënische als prettige omgeving.”
Kansen door vakmanschap
Frits Hoogewoonink bekijkt het menselijke aspect nog eens van een andere kant. “Ik vind het belangrijk mensen een tweede kans te geven. Of misschien wel een eerste!” Hij werkt daarom samen met Pantar, een leer- en werkbedrijf in Amsterdam. Mensen die om wat voor reden dan ook aan de rand van het werkleven zijn beland, krijgen een kans bij Vloer Boenen. “Wij leren ze het vak”, aldus Hoogewoonink. Hij wijst op Mohammed op de achterkant van zijn bedrijfsfolder, die inmiddels vast in dienst is. Lachend: “Dat is onze BN’er! Dat zeggen we altijd tegen hem, en daar is hij trots op.”
Dit artikel is gesponsord door CSU en Vloer Boenen.