De rayonleiders vervullen een belangrijke rol in het schoonmaakbedrijf. Kort gezegd, zijn zij degenen die de schoonmaakkwaliteit bij de klant borgen. Dat klinkt misschien eenvoudig, maar schijn bedriegt. Er komt namelijk behoorlijk wat bij kijken.
Wim van Dam, rayonleider bij schoonmaakbedrijf Heuvelman, vertelt: “Ik houd mij bijvoorbeeld bezig met het inplannen van personeel, de ziek- en herstelmeldingen van medewerkers, de klanten bezoeken en uiteraard de vinger aan de pols houden bij de klanten betreft het schoonmaakwerk. Dat doen we door middel van regelmatige kwaliteitsinspecties. Uiteindelijk zijn wij er om de kwaliteit van de schoonmaak te borgen bij de klant.” Maar ook taken als het bijhouden van uren, het maken van offertes, het aannemen en inwerken van nieuw personeel en het bestellen van schoonmaakmaterialen en -middelen krijgen rayonleiders vaak op hun bord.
LEES OOK: Inschrijvingen voor Leidinggevende van het Jaar 2019 zijn geopend!
De hele cyclus doorlopen
Sinds 1996 zit Van Dam al in het schoonmaakvak. Het begon met het schoonmaken van trappenhuizen, later ging hij aan de bak als glazenwasser en vervolgens doorliep hij de hele cyclus tot Van Dam uiteindelijk aangaf wel iets te voelen voor de functie van rayonleider. “Daardoor weet ik van begin tot eind hoe het eraan toe gaat in de schoonmaak”, zegt hij over zijn weg naar boven.
Ook rayonleidster Helma Torrente beklom de carrièreladder van onderaf bij Romaro Schoonhouden Gebouwen. “Ik ben 28 jaar geleden begonnen als schoonmaakster bij deze organisatie. Dat heb ik een jaar of tien gedaan, eerst op een vast pand en daarna als invalster door het hele land. In die tijd heb ik enorm veel ervaring opgedaan, dat was erg leuk. Toen kwam vanuit het hoofdkantoor de vraag of ik ambulant objectleidster wilde worden en dat wilde ik natuurlijk wel. Nu ben ik inmiddels al twee jaar rayonleidster”, schetst Torrente.
Iedereen te vriend houden
Tijdens hun carrière hebben de twee behoorlijk wat cursussen en trainingen gevolgd om te kunnen komen waar zij nu staan. Naast natuurlijk de nodige schoonmaak vakopleidingen, volgden ze bijvoorbeeld cursussen voor kwaliteitsinspecteur, het inmeten van panden, objectleiderschap, assessment en zelfs een assertiviteitscursus.
‘Je hoeft helemaal niet streng te zijn om leiding te geven’
Die laatste volgde Torrente om haar te helpen bij het leidinggevende aspect van haar functie. “In het begin van mijn leidinggevende rol wilde ik iedereen te vriend houden en was ik bang dat medewerkers mij bazig vonden. Dat komt volgens mij vooral doordat ik met de meeste medewerkers eerst samen heb schoongemaakt, voordat ik hun leidinggevende werd. Maar daar heb ik nu wel mijn weg in gevonden en het gaat hartstikke goed”, vertelt Torrente trots. “Je hoeft ook helemaal niet streng te zijn om leiding te geven. Als je een kritische opmerking op een normale manier brengt en een medewerker met respect behandelt, komt de boodschap ook over.”
LEES OOK: De (meewerkend) voorvrouw: een onmisbare spin in het web
Controleren van schoonmaakkwaliteit
Een groot deel van het werk speelt zich af op de werkvloer bij de klant. Daar evalueren ze onder meer samen met de opdrachtgever de kwaliteit van de schoonmaak en bespreken ze in hoeverre de dienstverlening aansluit op de wensen en verwachtingen. Hier hoort ook het controleren van de schoonmaak bij, door middel van inspectierondes. Van Dam: “Wij doen altijd een DKS-ronde (Dagelijks Kontrole Systeem), waarbij we kijken hoe de schoonmaak er op dat moment uitziet. Het is een momentopname. Als er op het moment van de controle een medewerker aanwezig is, loopt die altijd mee en achteraf bespreken we dan meteen de opmerkingen. Maar dat kunnen ook complimenten zijn. Als een afdeling er piekfijn uitziet, dan moet je de werknemer natuurlijk ook een complimentje geven.”
‘Als het er piekfijn uitziet, dan moet je de werknemer ook een compliment geven’
Met de klant wordt de schoonmaakkwaliteit vooral besproken tijdens ingeplande evaluatiemomenten. “Dan bespreken we de schoonmaak van de afgelopen periode. Maar het kan natuurlijk ook gebeuren dat er tussentijds al opmerkingen of klachten vanuit de klant komen. Dat lossen we dan altijd direct op”, voegt Van Dam eraan toe.
Met iedereen een praatje maken
En als ze dan toch op de werkvloer zijn, maken ze meteen een praatje met de schoonmakers. Torrente: “Ik ga altijd bij iedereen langs om te vragen hoe het met ze gaat. Dat vind ik echt belangrijk. Als je alleen maar met de voorvrouwen praat, voelt de rest zich aan de kant gezet. Ik probeer er ook altijd voor te zorgen dat we, voordat iedereen met het schoonmaakwerk start, even met zijn allen een contactmoment hebben. En daarna ga ik nog eens bij iedereen apart op de afdeling kijken.” Ook Van Dam vindt het belangrijk om regelmatig zijn gezicht te laten zien op de werkvloer: “Ik wil dat ons personeel tevreden is en dat bereik je door altijd contact te houden. Door je te laten zien, te vragen hoe het met iedereen gaat, zien zij dat we hen waarderen.”
Handen uit de mouwen
Stropen de rayonleiders zelf ook nog wel eens de mouwen op? “Ja hoor, als we mensen te kort hebben, dan ga ik zelf schoonmaken. Laatst nog, toen kwamen we op een pand twee mensen te kort en ben ik bijgesprongen. Je merkt dan opeens wel weer hoe pittig het schoonmaakwerk eigenlijk is. Je bent helemaal uit dat ritme natuurlijk. Ik heb echt respect voor onze medewerkers”, vertelt Torrente.
‘Dan merk je weer hoe pittig het schoonmaakwerk eigenlijk is’
Maar ook met het inwerken van nieuw personeel of met de opstart bij een nieuwe klant steken de twee rayonleiders de handen uit de mouwen. Van Dam: “Wij zijn er bij de opstart altijd bij om te zorgen dat alles goed gaat en dat de schoonmakers weten wat er van ze verwacht wordt. We proberen dan één-op-één met de schoonmakers mee te lopen om zo iedereen goed in te werken. Bij grote panden gaan we daarnaast met de meewerkend voorvrouw aan de slag met de indeling van het pand. Hoe delen we het in qua afdelingen en hoe wordt het verdeeld over de medewerkers?”
Opstart is altijd weer een uitdaging
Het opstarten bij een nieuwe klant vindt Torrente het leukst aan haar werk. “Dan moet ik bijvoorbeeld zorgen dat het juiste personeel op de juiste plek zit. Het geeft echt voldoening als ik een goede match voor elkaar heb gekregen. Wat ik ook erg leuk vind bij een opstart, is als er sprake is van erge vervuiling en wij alles weer helemaal netjes en schoon moeten krijgen. Dat is altijd een uitdaging en daar houd ik van. Dat heb ik ook nodig in mijn werk en daardoor ga ik na 28 jaar altijd nog met plezier naar mijn werk.”
LEES OOK: De objectleider: contactpersoon tussen schoonmaker, schoonmaakbedrijf en opdrachtgever
Geen dag hetzelfde
Voor Van Dam is vooral de afwisseling het leukste aspect van zijn baan. “Geen één dag is hetzelfde voor ons. Dat maakt het ook weer spannend. Als iemand zich bijvoorbeeld ziek meldt, is het toch altijd weer de vraag hoe we dat moet invullen.” Die afwisseling zit hem niet alleen in de verschillende taken, klanten en medewerkers, maar ook in de uren. Van Dam: “We hebben natuurlijk medewerkers die ’s ochtends vroeg werken, maar er zijn ook zat mensen die juist in de late avonduren schoonmaken. En wij moeten overal langs. Dat probeer ik op te vangen door dan bijvoorbeeld ’s middags tussendoor nog een paar uurtjes naar huis te gaan. Je went snel aan de wisselende uren en dat maakt ook weer dat elke werkdag anders is. Dat maakt het juist leuk.”
Tips voor collega-rayonleiders
Tot slot: hebben de twee nog tips voor hun collega-rayonleiders in de schoonmaak? Van Dam: “Sta voor je werk, houd goed contact met klanten én personeel en beschik over veel verantwoordelijkheidsgevoel. En onthoud: als jij je best doet, dan komt het uiteindelijk allemaal goed.” Torrente: “Blijf jezelf. Dat is volgens mij het allerbelangrijkste. En heb plezier in je werk. Als jij zelf niet positief bent, straal je dat ook uit en dan zijn mensen minder snel geneigd om een stap extra te zetten voor jou en uiteindelijk de klant.”