Tekst: Dick van Zomeren
Via een grote advertentie op een opvallende plek in De Telegraaf bracht voorzitter Piet Adema van de bracheorganisatie OSB eind maart terecht publiekelijk hulde aan de tienduizenden schoonmakers voor hun nadrukkelijke inzet ten behoeve van een gezonde samenleving. Hij noemde hen onmisbaar bij het bestrijden van het virus en belangrijker dan ooit. Los van die hulde verschijnen er in de media meer berichten over de inzet van eigen schoonmaakdiensten en schoonmaakbedrijven, want ineens is er erkenning voor hun werk.
Elimineren van ziektehaarden
In de Leeuwarder Courant vatte Henk Vlietstra van Eresdé BV (op de foto) de situatie voor de bedrijfstak en vooral zijn eigen bedrijf bondig samen: “Er is natuurlijk een ramp gaande, maar het is niet alleen maar negatief. Wij ervaren een positieve boost en hebben het echt smoordruk.” Dat wordt in het artikel onderstreept met het melden van een unieke opdracht, waarvoor de Friese schoonmakers vanuit het noorden naar Den Haag werden geroepen om in twee ambassades het interieur te ontdoen van een eventueel Coronavirus, absoluut een specialisme te midden van klassieke reiniging.
LEES OOK: Desinfectie: een specialisme binnen de schoonmaak
Dat Eresdé daarvoor werd aangezocht is geen toeval, want het bedrijf werd eind vorig jaar ook al vanuit Brabant te hulp geroepen waar in een zorginstelling in Terheijden het eveneens zo besmettelijke norovirus opdook. Ook daar werd het interieur alsmede de inventaris die in contact komt met patiënten al door de Friezen gereinigd en ontsmet omdat het schoonmaakbedrijf medewerkers in dienst heeft die zijn getraind ‘in het elimineren van ziektehaarden’. Het gaat om zo’n 20 tot 25 medewerkers onder leiding van projectleider Meindert Poelstra.
Vooral specialistisch werk
Directeur Henk Vlietstra (50) is een telg van de bekende familieonderneming in de schoonmaak uit Franeker. In 2007 begon hij voor zichzelf in Harlingen en bouwde samen met zijn team het bedrijf sindsdien uit tot een bedrijf met 340 medewerkers, waaronder tientallen fulltimers want het gaat om 90 FTE’s. Naast het hoofdkantoor in Harlingen, heeft Eresdé vestigingen in Leeuwarden, Groningen en Zwolle. Van daaruit wordt een werkgebied bestreken vanuit het noorden tot en met de Flevopolders en Gelderland. Uit dat gebied komt het leeuwendeel van de omzet van nu ruim acht miljoen euro. Dat wil zeggen schoonmaakwerk in kantoren en recreatiecentra, de foodsector (kaas en zuivel), glasbewassing en specialistische werkzaamheden. Maar de 24 uur per dag bereikbare calamiteitendienst bestrijkt het hele land, zie het werk in Den Haag en Terheijden.
De omzetverdeling geeft ook al aan hoe belangrijk de specialismen en virusbestrijding in het dienstenpakket zijn. Van het totaal wordt 55% behaald met dit segment, onder meer actief bij calamiteiten, industriële- en scheepsreiniging, brand- en roetschade, salvage en dieptereiniging sanitair en grootkeukens. Werk in de foodsector draagt 20% bij aan de omzet, recreatie en kantooronderhoud elk 10% en glasbewassing 5%.
De medewerkers kennen bij een virusbesmetting een vast werkpatroon. Ze beginnen in de minst besmette ruimte en eindigen in de vertrekken waar sprake is van de meeste besmetting.
Van minst naar meest besmet werken
Maar in de huidige periode zijn vooral de medewerkers die het virus bestrijden het meest in beeld, niet in het minst doordat ze voor dit werk zijn ingepakt als maanmannetjes, met maskers, mutsen, een beschermende overal, schoenen met een overtrek en handschoenen. Nu al bijna vertrouwde beelden, die we tot dusver alleen uit het verre buitenland kenden. Volgens Vlietstra kennen zijn medewerkers bij een virusbesmetting een vast werkpatroon. Ze beginnen in de minst besmette ruimte en eindigen in de vertrekken waar sprake is van de meeste besmetting. Als het om reiniging en desinfectie gaat, is dat volgens hem bewezen de meest effectieve en juiste aanpak.
Meer weten over het coronavirus, de laatste ontwikkelingen en de gevolgen voor de schoonmaakbranche? In ons Dossier Coronavirus vind je alle berichten die Service Management heeft gepubliceerd omtrent het coronavirus
Speciaal ‘Anti-coronamiddel’
De nadruk ligt nu op het bestrijden van het coronavirus in ziekenhuizen en instellingen, maar Eresdé is onlangs ook al opgeroepen om ’s nachts een productielijn in een voedingsmiddelenbedrijf te reinigen en ontsmetten omdat een werknemer van het bedrijf een corona-infectie te pakken had. De productieruimte moest meteen na werktijd halsoverkop worden gedesinfecteerd om de volgende dag de productie onbedreigd te kunnen voortzetten.
Het schoonmaakbedrijf gebruikt ter bestrijding van het virus een ‘anti-coronamiddel’ bestaande een mengsel van waterstofperoxide en perazijnzuur, een oxideermiddel. Het gaat om een heldere en kleurloze vloeistof met een doordringende geur en een lage pH (2,8), waarvan Eresdé over voldoende voorraad beschikt om nog lang door te kunnen gaan met desinfecteren.
Mentale belasting
Vlietstra over de extra mankracht die de huidige virusbestrijding vraagt: “Door de nu verminderde activiteiten in de food en recreatie kunnen we onze mensen die toch al affiniteit hebben met hygiëne doorschuiven naar het mobiele desinfectieteam, waar ze de vaste leden van het team ondersteunen. Het lukt zo nog steeds om aan de vraag naar reiniging en desinfectie te voldoen.”
Nu gaat het ineens om de dagelijkse aanblik van ernstig zieke en zichtbaar in doodsgevaar verkerende personen
Bij virusbestrijding gaat het om gespecialiseerd en ook belastend uitvoerend werk. Wat is het lastigst: de logistiek, de discipline? “Geen van beiden en praktische problemen zeker niet. Het is voor hen alleen mentaal erg zwaar om te werken op afdelingen met zwaar zieke mensen. Normaal worden ze daar nooit mee geconfronteerd. Nu gaat het ineens om de dagelijkse aanblik van ernstig zieke en zichtbaar in doodsgevaar verkerende personen wat als belastend wordt ervaren. Onze aandacht voor hen gaat daarom vooral uit naar erover praten en morele steun.”
Focus op snelheid, kwaliteit en inspelen op situatie
Virusbestrijding staat recht tegenover klassiek schoonmaakwerk, gekenmerkt door tijdsdruk en de prijzenslag. Wat is in dat opzicht de ervaring van Eresdé te midden van de corona-epidemie? “Dat is allemaal ondergeschikt aan de urgentie en levert daardoor een andere denkwijze op. Het grote verbruik van PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen, red.) en gespecialiseerde reinigingsmiddelen zorgt voor een hoger uurtarief, dat is duidelijk, maar in de hectiek wordt dat voor lief genomen. Het is belangrijk, maar nu even niet. Waar om wordt gevraagd is snelheid, kwaliteit en snel inregelen op de situatie.”
LEES OOK: Update coronavirus: groothandels draaien overuren en extra vraag naar desinfectie
Bij corona gaat het om een virus dat nog geen drie maanden geleden in het Verre Oosten werd ontdekt. Waar haalt Eresdé de kennis vandaan voor de werkmethoden en middelen? Hoekstra: “Die kennis hadden we gelukkig in huis. Jaap de Jong, van de afdeling Planning en Administratie, werkte voorheen bij een leverancier van onder meer desinfectiemiddelen. Aan de hand van zijn ervaring hebben we een door de zorg geaccepteerde keus gemaakt wat betreft de middelen en manier van werken.”
Opluchting bij facility managers
Opdrachtgever en contactpersoon zowel in de zorg als in het bedrijfsleven is de facility manager. Hoe is in deze sectoren hun houding richting externe experts? Hoekstra: “In het bedrijfsleven is er vooral opluchting als je er heel snel bent, uitleg geeft over de gebruikte PBM en een plan van aanpak voorstelt. Wat de uitvoering betreft is er belangstelling op enige afstand en vooral opluchting dat er iets gebeurt en dat er duidelijkheid komt over de voortgang van de productie. In de zorg is er vooral vooraf meer overleg wat betreft werkmethoden en middelen. Plus gestructureerd en vrijwel dagelijkse besprekingen, echter zonder dat ze direct toezicht uitoefenen op hetgeen wij doen. In dat opzicht is er nog nergens een probleem geweest.”
In het bedrijfsleven is er vooral opluchting als je er heel snel bent
Snel inspelen op complexe situaties
Wat betreft de reiniging en ontsmetting als het om MRSA, het norovirus of het huidige coronavirus gaat, blijft het opmerkelijk dat een te Harlingen gevestigd bedrijf niet alleen te hulp wordt geroepen in Den Haag en Terheijden, maar inmiddels ook te Purmerend, Zeist, Zoeterwoude en Bunnik. Dat is ook zichtbaar in de gestage uitbouw van de vestigingen: via de noordelijke provincies naar Zwolle en dus Gelderland en de Flevopolders. Hoe verklaart Henk Vlietstra die belangstelling van Noord tot Zuid? “Die in ontstaan door dag en nacht bereikbaar te zijn, altijd en meteen reageren plus een landelijke daadkracht. We worden al jarenlang vooral ingeschakeld bij calamiteiten in relatie tot salvage, bereddering, desinfectie en specialistisch schoonmaken. Klassiek schoonmaken doen we ook, maar het is vooral het meteen doen en helpen wat met Eresdé wordt geassocieerd. Zeg maar snel inspelen bij complexe situaties in relatie tot calamiteiten en hygiëne.”