Het CBS heeft onderzoek uitgevoerd onder de 325 leden van de branchevereniging OSB. De bij OSB aangesloten bedrijven zijn goed voor een jaarlijkse omzet van twee miljard euro, zo blijkt uit het rapport. Verreweg de meeste medewerkers (93%) staan bij één bedrijf onder contract. De arbeidsverbintenis is grotendeels (74%) voor onbepaalde tijd. In 80% van de gevallen betreft het banen van minder dan 35 uur per week. Het CBS-rapport leert dat in de schoonmaak voornamelijk vrouwen (75%) werken.
Uurloon schoonmakers en aantal uren
“Vaak is parttime werken een bewuste keuze”, stelt OSB-voorzitter Piet Adema. “Dat is prima. Natuurlijk zijn er ook mensen die graag meer contracturen zouden willen werken. Wij begrijpen en ondersteunen dat streven. Contracten van meer uren staat dan ook nadrukkelijk op de agenda van OSB en haar leden. Daar vinden de vakbonden ons aan hun zijde. Daarbij maak ik wel de kanttekening dat dit afhankelijk is van het aanbod van werk.”
Aandacht voor scholing
Sinds een jaar is Adema voorzitter van OSB. “Ik ben aangenaam verrast door de voortrekkersrol van deze branche als het gaat om emancipatie. De aandacht voor scholing is hoog. Veel medewerkers maken daar gebruik van. De schoonmaakbranche is echt een poort naar de arbeidsmarkt. Daar komt bij dat er meer dan honderd nationaliteiten werken. In dat opzicht mag je ook stellen dat wij een motor achter participatie en integratie zijn.”
Meer respect voor schoonmaker
Adema noemt schoonmaakwerk ‘maatschappelijk en economisch van wezenlijk belang’ en bepalend voor de reputatie van ons land. “Als je via Schiphol Nederland binnenkomt, word je direct met het belang van schoonmaak geconfronteerd. Veel mensen associëren schoonmaak nog met een stofzuiger of zwabber, maar denk eens aan de cleanrooms van ASML of aan operatiekamers. Met elkaar mogen we best wat meer respect voor de schoonmaker opbrengen en tonen. Die verdient dat.”
Komende cao-onderhandelingen
De OSB-voorzitter kijkt met vertrouwen uit naar de komende cao-onderhandelingen. Deze starten begin november. “De afgelopen jaren hebben we met de vakbonden aan de zogeheten ‘vernieuwingstafel’ gezeten. Zo hebben we het onderlinge vertrouwen hersteld en hebben we over belangrijke dossiers gesproken. Onder meer over de inbesteding van schoonmaakwerk door gemeenten: sociale werkplaatsen nemen daarbij het werk van schoonmaakbedrijven over, tegen lagere kosten en mét subsidie van die gemeenten. Dat kost opdrachten en dus banen. Daar maken we ons grote zorgen over. Tegen dat ongelijke speelveld stellen we ons samen met de vakbonden te weer.”
Lees ook:
Cao schoonmaak: de tijd van schieten op elkaar is voorbij