Door: Dick van Zomeren
Reïntegratiebedrijf Promen heeft op de locaties Gouda en Capelle a/d IJssel ongeveer 1500 mensen in dienst die zich via vier bedrijfsonderdelen inzetten voor productiewerk (in het eigen bedrijf of gedetacheerd), groenvoorziening en schoonmaak. Daarnaast is er het onderdeel TOB, het Talentontwikkelingsbedrijf voor het begeleiden van de medewerkers met een WSW-indicatie die extern zijn gedetacheerd en de intake van mensen die door een gemeente naar Promen zijn verwezen voor een re-integratie traject.
Schoon meldde zich aan voor ondertekening Code Verantwoord Marktgedrag
Het bedrijfsonderdeel Schoon nam dit voorjaar een opmerkelijke stap en meldde zich, net als talrijke commerciële schoonmaakbedrijven eerder deden, aan voor ondertekening van de Code Verantwoord Marktgedrag, met richtlijnen voor arbeidsomstandigheden en -prestaties, prijzen, beloning enzovoort. Dat opmerkelijke betreft vooral de WSW-achtergrond, niet de omvang. Bij het onderdeel Schoon werken namelijk 130 mannen en vrouwen, waarvan 80% fulltime. Bij Groen overigens 250 personen.
De leiding van beide afdelingen berust bij bedrijfsmanager Bart van de Water (55) die tot 1998 als uitvoerder werkte bij een commercieel bedrijf voor groenvoorzieningen. In 1998 wilde Van de Water meer met mensen werken en vooral iets maatschappelijks doen. Hij trad 1998 in dienst bij Promen en werd er in 2004 bedrijfsmanager.
Als rechterhand een groepsmanager
Bart van de Water heeft als rechterhand een groepsmanager, waaronder voor Groen en Schoon zeven meewerkende voorlieden functioneren. “Dat lijkt me niet teveel voor ruim 350 m/v”, constateert hij ironisch. Onder dat aantal meewerkende voorlieden werken die honderden overige medewerkers. Allemaal personen die nog WSW-er zijn onder de oude wetgeving (tot en met 2014) of sinds de introductie van de Participatiewet Wajongers en ontvangers van bijstand die door gemeenten zijn voorgedragen.
Onderdeel van die (nieuwe) Participatiewet is dat elke organisatie met meer dan 25 medewerkers 5% mensen in dienst neemt met een verstandelijke of een psychische beperking dan wel een lichamelijke handicap. Van de Water: “Onze rol is voor doorstroming van kandidaten te zorgen. Het duwtje in de rug, zeg maar.”
Zagen de tekorten aan uitvoerend personeel ontstaan
Groenvoorziening en WSW-bedrijven zijn al tientallen jaren met elkaar vervlochten. Maar de eerste contacten van Promen met de professionele schoonmaak dateren pas van tien tot vijftien jaar terug. Van de Water: “Dat is bij ons begonnen met schoonmaakbedrijf Heuvelman BV hier uit Gouda, onze eerste partner in dat traject. Wij zijn dat overleg aangegaan omdat we de tekorten aan uitvoerend personeel zagen ontstaan. Als vanzelf kwamen we ook in contact met de groten als Asito en Hago. We zagen onszelf als bemiddelaar en ontwikkelaar doordat we tijd steken in het aanleren van vaardigheden in schoonmaken.”
Promen verricht ook zelf schoonmaakwerk
Promen verricht ook zelf schoonmaakwerk, dus via rechtstreekse opdrachten. Wordt de samenwerking met gemeenten ingegeven door ideële motieven of uit commerciële overwegingen? “Het eerste. Ondanks de Participatiewet blijft de WSW voorlopig nog wel bestaan, dus hebben wij de infrastructuur om de nieuwe wet, hulp bij de instroom, handen en voeten te geven. We zijn een specifiek leer- en werkbedrijf en de groep in de bijstand vormt een arbeidspotentieel met vier winnaars. De gemeenten die minder aan bijstand uitkeren, de werkgevers die uitvoerenden werven, de bijstandgerechtigden zelf en Promen waarvan de expertise wordt benut.”
Enige reserve richting SW-bedrijven met schoonmaakactiviteiten
Dat sommige schoonmaakbedrijven enige reserve richting SW-bedrijven met schoonmaakactiviteiten betrachten is niet echt verbazingwekkend. Promen werkt vooral in de non-profit sector (gemeenten, onderwijs) maar heeft ook kleinere kantoren, garages en een hotel als opdrachtgever. Doet de organisatie aan verkoop c.q. acquisitie? Van de Water: “We richten ons primair op leren en werken voor mensen die zonder hulp lastig zelf aan het werk kunnen komen. Werkplekken waar medewerkers werkervaring kunnen opdoen zijn dan wel essentieel. Als voor ons de kosten en baten daarvan maar in evenwicht zijn. We doen wél mee aan inschrijvingen op Tendernet voor SW-bedrijven en komen in actie als gemeenten de schoonmaak weer inbesteden. Dus als we dat horen of daarvoor gevraagd worden.”
Reserve van commerciële vakgenoten niet afgenomen
Die reserve van commerciële vakgenoten zal niet zijn afgenomen doordat Promen nu in eigen beheer de Rabobank in de regio Gouda in opdracht heeft gekregen. “Dat werk is ons na een gebruikelijk traject gegund nadat we via adviesbureau BVKwadraat uit Delft gevraagd werden een offerte uit te brengen. We schreven in samen met drie commerciële bedrijven en kregen de opdracht, ondanks dat we niet de laagste inschrijver waren. Men motiveerde de beslissing omdat we het beste schoonmaakplan indienden en de Rabobank bovendien instemde met dagschoonmaak en zo ook invulling kon geven aan hun wens om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een steuntje in de rug te geven.”
Die inschrijving bracht Promen er tevens toe om de Code Verantwoord Marktgedrag te ondertekenen. “We kenden de code niet want contacten met de werkgeversorganisatie OSB zijn er niet. Als reïntegratiebedrijf zijn we aangesloten bij het landelijke Cedris en hanteren we een eigen cao. We staan echter achter de principes van de code en de Rabobank stelde er prijs op dat we die officieel accepteren en hanteren.”
De Participatiewet nu ruim drie jaar van kracht
De al genoemde Participatiewet voor het 5% inschakelen van medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt is nu ruim drie jaar van kracht. Werkt die wet in de ogen van Van de Water? “Ik meen van wel. Hoewel het bedrijfsleven naar mijn gevoel nog te terughoudend is. Maar wat betreft de uitvoering door de gemeenten Gouda en Capelle a/d IJssel en omliggende gemeenten hebben we heel goede ervaringen. Van de mensen met een bijstandsuitkering stroomt nu bijna de helft door naar een baan bij een reguliere werkgever.”
Doorstromen als ‘ideële winst’
Dat doorstromen omschrijft Van de Water als ‘ideële winst’ en de opbrengst van het leer- en werkbedrijf. “Wat betreft het bedrijfsonderdeel Schoon beoordelen we een kandidaat eerst via gesprekken en richten ons op zijn of haar werknemersvaardigheden: op tijd komen, aan de regels houden, er verzorgd uitzien enzovoort. Daarnaast zijn er de vakvaardigheden: hoe maak je schoon, welke reinigingsmiddelen gebruik je, hoe pas je de microvezelmethode toe, wat is moppen? We hebben het geluk dat we bij Schoon een medewerkster hebben die tevens docent is bij de vakopleiding Schoonmaak van het opleidingsinstituut SVS, dus de kennis is in huis. Als de kandidaten de werknemers- en vakvaardigheden hebben aangeleerd gaan we denken over een volgende stap en schakelen we ons Talentontwikkelingsbedrijf in voor doorstroming naar een commercieel bedrijf of onderwijs dan wel de regionale overheid.”
Overstap gemakkelijker als ze meteen met meer uren aan de slag kunnen
In dat eerste geval doemt een probleem op dat Promen helaas niet kan oplossen. Van de Water: “Hier werken ze fulltime en vijf dagen per week. Bovendien overdag, grotendeels tijdens de gebruikelijke werkuren. Maar als ze doorstromen naar een commercieel schoonmaakbedrijf beginnen ze als parttimer met minder dan 15 uur per week en vaak ook op tijden die ze dan nog niet zijn gewend. De overstap zou een stuk gemakkelijker verlopen als ze meteen met meer uren aan de slag kunnen.”
Lees ook:
FNV wil sociale werkplaatsen terug
Facilicom van start met sociale onderneming Buitengewoon