“Er komen alleen maar regels bij, ook vanuit Brussel, maar er gaat zelden iets af.” Het Adviescollege Toetsing Regeldruk maakte in mei jl. bekend dat de regeldrukkosten alleen al in 2022 met ruim 400 miljoen euro zijn gestegen, terwijl er nog geen 12 miljoen is afgegaan. In onze sector van reinigingsmiddelen staat voornamelijk de beschikbaarheid van veilige, duurzame en effectieve chemische stoffen onder druk door een overvloed aan regels die niet zelden buitenproportioneel zijn. De wet- en regelgeving rondom deze stoffen wordt ook wel het stoffenbeleid genoemd. Deze wetgeving is dynamisch en wordt aangepast op basis van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. De verduurzaming van het stoffenbeleid is met de publicatie van de Europese duurzaamheidsstrategie voor chemische stoffen in een stroomversnelling terechtgekomen. Deze verduurzaming van het beleid is een essentiële ontwikkeling, maar met de toenemende regeldruk is het extra belangrijk dat de verzwaringen van het beleid doeltreffend en efficiënt zijn. Helaas is dit niet altijd het geval.
Chemische mkb-maakindustrie staat onder druk
Door de uitdijende regeldruk in ons land staat met name de Nederlandse chemische mkb-maakindustrie zwaar onder druk. Deze bedrijven zijn al eeuwenlang actief in Nederland en voorzien consumenten en professionele gebruikers van alledaagse producten zoals detergenten en desinfectiemiddelen. Het is momenteel nagenoeg onmogelijk een nieuw productiebedrijf te starten, de bestaande markt consolideert naar steeds grotere bedrijven.
Enkele voorbeelden van regeldruk voor de maakindustrie in onze branche zijn onder anderen: nationaal beleid zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), nationaal beleid gevaarlijke stoffen, nationaal beleid ‘aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie’ (ARIE-regeling), aankomende herziening EU REACH/CLP verordeningen, nieuwe EU Verpakkingsverordening en EU-richtlijn duurzaamheidsrapportage door ondernemingen (CSRD).
Onterecht gebruik van voorzorgsbeginsel
De politiek gedreven drang naar meer regels en het steeds verder onnodig beperken van chemische stoffen zijn vaak gerechtvaardigd door het onterecht gebruik van het voorzorgsbeginsel binnen Nederland en de EU. Hierdoor verplaatst zich steeds meer productie van grondstoffen naar buiten de EU. Daardoor is het lastig om duurzame productie te bevorderen. Tevens leidt dit tot mogelijke leveringsproblemen bij geopolitieke onrust of noodsituaties (zoals tijdens de COVID-pandemie).
In Nederland zouden onder andere de volgende aandachtspunten kunnen helpen om een beter perspectief te bieden voor onze branche:
- Focussen op waar de meeste winst te behalen is;
- Verbeteren van handhaving van bestaande regels;
- Hanteren van de holistische benadering van duurzaamheid;
- Verder stimuleren van duurzame innovaties in de EU inclusief voor het mkb;
- Bewaken van Europees en nationaal beleid;
- Baseren van veiligheidsmaatregelen op basis van risico’s in plaats van mogelijk gevaar.
Aandacht voor regeldruk vanuit EU-regelgeving
Er zijn ook enkele positieve ontwikkelingen op het vlak van het verminderen van de regeldruk in onze branche. Het ministerie van EZK liet ons weten dat bij de totstandkoming van het reductieprogramma wordt gekeken in hoeverre de door onze branche beschreven knelpunten meegenomen kunnen worden. Nederland heeft bovendien via verschillende lijnen aandacht voor de regeldruk die voortvloeit uit EU-regelgeving. Zo werkt Nederland bijvoorbeeld actief mee aan het programma “betere regelgeving” van de Europese Commissie, onder meer via het zogenaamde “Fit for Future” platform.
EU moet minder afhankelijk worden
Ten slotte is het van belang om de leermomenten van de huidige geopolitieke omstandigheden evenals de pandemie mee te nemen: de EU moet minder afhankelijk worden van lange aanvoerlijnen van buiten de EU. Bij het vaststellen van regels in het realiseren van veilige, duurzame producten moet rekening worden gehouden met de afhankelijkheid van aanvoerlijnen en de instabiele beschikbaarheid van de benodigde, duurzame grondstoffen. De kernvraag is hoe de verduurzamingsstrategie zich verhoudt tot de strategische autonomie van Europa. Het is belangrijk om op een holistische manier te kijken naar stoffen en de hele levenscyclus mee te nemen. Alleen door te kijken naar het totale plaatje kan een goed beeld worden gevormd en kan de toekomst van de sector van reinigingsmiddelen binnen de EU worden veiliggesteld.
Auteurs: Marten Kops, directeur, en Suzanne Sule, manager communicatie en public affairs, bij De NVZ - Schoon | Hygiënisch | Duurzaam