Een aantrekkelijke sector waarin mensen graag willen werken, medewerkers met plezier en in goede gezondheid blijven werken en zich verder ontwikkelen. Dat is de inzet van Schoonmakend Nederland voor de nieuwe cao-onderhandelingen. Monsma "Wij zijn vanaf november bezig met de voorbereiding voor de cao-onderhandelingen. We hebben gesproken met onze leden, veel deskundigen en ondernemers, ook uit het mbk. We hebben ook goed gekeken naar de externe factoren waarin we zitten, zoals de economische groei in Nederland en de inflatie. Een belangrijke rol speelt ook het extra loon uit de opengebroken cao. We zijn een van de weinige sectoren geweest die vorig jaar mei heeft gezegd we nemen de verantwoordelijkheid voor onze medewerkers. We hebben veel extra gedaan in een moeilijke tijd. Wart we ook gedaan hebben is een groot medewerkersonderzoek. Wij wilden weten wat onze medewerkers belangrijk vinden. Daar hebben we een onafhankelijke bureau voor ingeschakeld. Daar komt onder andere uit dat de waardering voor het werk een 7,4 heeft. Mensen werken met heel veel plezier in de sector. Er is natuurlijk altijd verbetering, maar heel vaak gaat het ook goed. Dat helpt ons allemaal om de accenten te leggen."
Knelpunten
Tijdens de eerste onderhandelingen hebben Schoonmakend Nederland en de vakbonden hun voorstellen op tafel gelegd. Schoonmakend Nederland ziet een aantal knelpunten in de sector waar ze met vakbonden over in gesprek willen. Monsma: "De belangrijkste en al eerder genoemd, is de arbeidsmarkt. Bijna 80 procent van de werkgevers in de schoonmaaksector maakt zich ernstige zorgen over het vinden van nieuwe medewerkers. Met een goed loon, grotere arbeidscontracten door onder meer dagschoonmaak en een aantrekkelijk (groen) arbeidsvoorwaardenpakket wil de branche nieuwe medewerkers aantrekken en zich blijven(d) onderscheiden van andere sectoren. Die aantrekkelijkheid zit hem niet alleen in, zoals wij noemen, een verantwoorde loonstijging. We moeten rekening houden met de omstandigheden waar we in zitten. We hebben vorig jaar de extra loonstijging gedaan waarvan we zien dat de ondernemers die min om meer weg hebben kunnen werken bij de opdrachtgevers. Maar opdrachtgevers geven wel aan dat ze dit niet te vaak gaan doen. We horen ook van onze ondernemers dat ze meer willen naar dagschoonmaak. Dat willen wij dus meer faciliteren. De zichtbaarheid van de schoonmaak moet echt omhoog. Dat draagt ook bij aan de waardering en de aantrekkelijkheid van de sector."
Continue ontwikkeling faciliteren
Daarnaast ziet Schoonmakend Nederland kansen in een opleiding die (nieuwe) medewerkers kennis laat maken met de specialistische kant van het vak, zoals glasbewassing, vloeronderhoud en calamiteitenreiniging. Zo ontstaat een breder beeld van de (doorgroei)mogelijkheden die onze sector biedt. Ontwikkeling is dan ook een belangrijk thema. Monsma: "We zetten ook in op taal en digitalisering. We vinden het heel belangrijk om dat door te blijven zetten en optimaal te blijven faciliteren. We willen ook verder investeren in een doorlopende leerlijn voor leidinggevenden. Leidinggevenden zijn namelijk echt een spil op de werkvloer."
Gezond aan het werk
Een volgend belangrijk thema is gezond en veilig werken. Monsma legt uit: "Ziekteverzuim staat al jaren heel hoog op de agenda en daar blijft het helaas ook staan. We zien dat schoonmaak ook zwaar werk is, zeker als je het lang doet. Dat komt ook uit de medewerkersenquête. We hebben nu de eerder stoppen met werken regeling, de RVU. Die werkt, dus die willen we in de lucht houden. We hebben ook de generatiepactregeling. Die loopt nog onvoldoende. Daarom willen we hem beter promoten en uitbreiden, zodat hij toegankelijker wordt voor meer medewerkers. Om ziekteverzuim beter in kaart te brengen, hebben we het voorstel gedaan een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) te stimuleren. Dat is al een wettelijke regeling die wordt aangeboden door werkgevers, maar wat je ziet is dat medewerkers zich afvragen wat ze ermee moeten. Zo'n onderzoek helpt ons om inzicht te krijgen waar de knelpunten zitten bij medewerkers op anonieme basis. En de medewerker krijgt ook een beeld wat hun mogelijkheden zijn voor bijvoorbeeld een gezonde leefstijl. We willen die drempel dus verlagen voor medewerkers."
Vitaliteit
Een laatste thema dat Monsma noemt is dat medewerkers niet altijd de mogelijkheid hebben om aan maatregelen voor vitaliteit en duurzaamheid te investeren. "Wij hebben het voorstel gedaan om gedurende de looptijd van deze cao via de RAS te kijken of we een vitaliteits- of groenfonds kunnen opzetten. In dat fonds willen we een aantal instrumenten zetten, gefinancierd door de RAS, waarmee medewerkers kunnen werken aan deze thema's. Waar grote bedrijven al bijvoorbeeld een sportabonnement kunnen aanbieden aan hun medewerkers, is dat voor het mkb niet altijd vanzelfsprekend. Of misschien kunnen we in dat fonds een leefstijlcoach aanbieden. Of denk aan de koopkracht. Dat is niet alleen het verhogen van het loon, maar ook het verlagen van de kosten. Bijvoorbeeld door onze medewerkers radiatorfolie aan te bieden, om te besparen op energiekosten. Het moet allemaal nog uitgewerkt worden, maar dat soort dingen."