Actie tegen behandeling schoonmaakpersoneel door Universiteit Antwerpen

Actie tegen behandeling schoonmaakpersoneel door Universiteit Antwerpen

Gisteren voerden tientallen studenten en personeelsleden van de Universiteit Antwerpen actie tegen de besparingen die de universiteit doet op de schoonmaak. Daardoor zouden 108 personeelsleden van ISS tot 15 uren werk per week verliezen.Volg Service Management op LinkedIn:

Doordat de universiteit een nieuw raamcontract heeft afgesloten met het bedrijf ISS, wordt het schoonmaakpersoneel ontslagen en daarna onder nieuwe voorwaarden opnieuw aangeworven. Het aantal contracturen zal lager liggen omdat het schoonmaakbedrijf ‘inefficiënties’ wil wegwerken. De schoonmakers krijgen minder tijd om hetzelfde werk te doen. Daardoor kan de universiteit 18 procent besparen.

Duw richting armoede

Er werd ook een petitie gestart tegen de plannen, een initiatief van het 8 maart-comité. De leden eisen dat de universiteit het nieuwe contract met ISS terugdraait, en een debat organiseert over het ‘insourcen’ van het schoonmaakpersoneel. Dat betekent dat zij niet langer voor ISS zouden werken, maar voor de universiteit zelf. Ook vraagt het comité dat universitaire expertise wordt benut, in plaats van een beroep te doen op externe consultants. De Universiteit Antwerpen heeft een naam hoog te houden op het gebied van armoede-onderzoek, en geeft onder meer het Jaarboek Armoede uit.

‘Door de besparing geeft de universiteit deze mensen een duw richting armoede. Terwijl zij er zelf juist alles aan doen om uit de armoede te blijven’, zegt Dominique Kiekens van het 8 maart-comité.

Honderden euro’s per maand

Volgens vakbondssecretaris ­Joke Dupont (ABVV) kunnen sommige schoonmakers er honderden euro per maand op achteruitgaan. Woordvoerder Peter De Meyer van de universiteit bevestigt dat het personeel ontslagen en opnieuw aangeworven wordt, maar zegt dat ISS garanties gegeven heeft dat er geen loonverlies zal zijn. De verloren uren kunnen bijvoorbeeld bij andere klanten gepresteerd worden. Dupont acht de kans klein dat dit lukt.

De Meyer zegt dat de besparingen nodig zijn, omdat de toelage aan de universiteit niet geïndexeerd werd, terwijl de kosten stijgen. Maar Kiekens vindt dat de besparingen niet doorgeschoven ­mogen worden naar kwetsbare en laagbetaalde schoonmakers. Vandaag vindt overleg plaats over de plannen tussen het 8 maart-comité en de rector van de universiteit.

Lees ook:

CSU introduceert als eerste schoonmaakbedrijf de Nibud WerkUrenBerekenaar

CSU introduceert als eerste schoonmaakbedrijf de Nibud...

Samen met Nibud wil schoonmaakdienstverlener CSU haar medewerkers laten zien dat meer werken wel loont. Dat doen ze met de WerkUrenBerekenaar van het Nibud, toegespitst op de werknemers van CSU. Het is een online rekentool die de medewerkers helpt precies te berekenen wat extra werken hen financieel oplevert.

John Verpoort (Asito): "Als budgetcoach is het belangrijk om vertrouwen te winnen"

John Verpoort (Asito): "Als budgetcoach is het belangrijk om...

Bij veel schoonmaakbedrijven staat de financiële gezondheid van de medewerkers op de agenda. Zeker sinds de prijsstijgingen van de afgelopen twee jaar, komen steeds mer mensen in de knel. En dat zorgt voor veel stress en verdriet, terwijl de branche juist inzet op welzijn en (werk)geluk. Ook Asito helpt medewerkers die daar behoefte aan hebben daarom met hun financiën met een budgetcoach.

CSU is finalist voor award Diversiteit in Bedrijf 2024  

CSU is finalist voor award Diversiteit in Bedrijf 2024

CSU is op 1 oktober een van de drie finalisten voor de award Diversiteit in Bedrijf van de Sociaal-Economische Raad (SER). De award gaat eens per twee jaar naar het meest vernieuwende, overdraagbare en effectieve initiatief voor diversiteit en inclusiviteit op de werkvloer. De andere finalisten zijn Amsterdam UMC en IKEA.

Voorzichtig optimisme na presentatie Belastingplan en Miljoenennota 2025

Voorzichtig optimisme na presentatie Belastingplan en Miljoenennota...

De presentatie van de Rijksbegroting levert gemengde reacties op. Ondernemers en werkgevers zijn voorzichtig positief, hoewel de impact van de plannen verschilt per sector. Bonden zien marginale verbeteringen en vooral veel negatieve impact.