Imago schoonmaakbranche weerhoudt veel praktijkschoolleerlingen  

Imago schoonmaakbranche weerhoudt veel praktijkschoolleerlingen  

Op bijna alle praktijkscholen wordt een vorm van schoonmaakonderwijs gegeven, waardoor leerlingen de school kunnen verlaten met een branche erkend schoonmaakcertificaat op zak. Een goede bron van jonge en gemotiveerde medewerkers voor de schoonmaakbranche dus. Of toch niet? Service Management ging het gesprek aan met twee praktijkscholen. "Je merkt dat schoonmaker een beroep is waar leerlingen niet zomaar zelfstandig voor kiezen."

Een branche-erkend certificaat geeft de schoonmaker een dikke streep voor

Schoonmaker is over het algemeen een laagdrempelig beroep: uitgebreide vooropleidingen zijn vaak niet nodig. Maar een branche-erkend certificaat geeft de schoonmaker een dikke streep voor. Vandaar dat veel praktijkscholen hun leerlingen de kans bieden om zo’n schoonmaakcertificaat te behalen tijdens hun schooltijd. Deze leerlingen vinden leren wat lastiger en het halen van een diploma behoort niet altijd tot de mogelijkheden. Of zoals Michiel Verdult, voorzitter van het Zorg en Welzijn team bij Praktijkschool Breda, het verwoordt: “Praktijkonderwijs is eindonderwijs. We proberen de leerlingen zoveel mogelijk branche-erkende certificaten te laten behalen, om zo hun uitstroom portfolio te vullen.” De invulling van het onderwijs is bij elke school anders, maar het einddoel lijkt hetzelfde: de leerlingen zoveel mogelijk kennis en certificaten meegeven om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken en ze zo aan werk te helpen. Maar hoe steekt dat onderwijs in elkaar? En natuurlijk, hoe kijken de leerlingen naar de schoonmaakbranche en komen ze er uiteindelijk ook daadwerkelijk terecht? 

Onderdeel van of losstaand profiel?

Bij Praktijkschool Breda kiezen de leerlingen in klas twee voor een bepaalde sector, bijvoorbeeld techniek, dienstverlening of zorg en welzijn. Als ze kiezen voor de laatste, zorg en welzijn, dan gaan zij in klas vier werken aan het branche erkende certificaat Schoonmaak in Groot Huishouding (SGH) traditioneel.

Verdult: “In klas 4 krijgen de leerlingen één uur theorie, en twee uur praktijkles over schoonmaak voor het certificaat. Daarnaast zijn wij bezig met levensecht leren. Dat betekent dat ze niet alleen schoonmaakles op school krijgen, maar ook op externe locaties. Zo gaan ze bijvoorbeeld naar een buurthuis en een sportschool in de buurt, waar ze één keer per maand extern de schoonmaaklessen krijgen. Daar gaan ze dan samen met de docent heen.”  In klas 5 krijgen de zorg en welzijn-leerlingen ook de kans om het SGH Microvezel certificaat te behalen. Tevens krijgen de leerlingen die in klas twee voor de sector dienstverlening hebben gekozen, de kans om in de vijfde klas het traditionele schoonmaakcertificaat te behalen. “Dat is vaak werken in een winkel of magazijn, dus daar komt ook schoonmaakwerk bij kijken.” 

Leerlingen leren de SGH-vaardigheden aan op school en tijdens (groeps)stage

Ook op het Seyster College in Zeist kunnen leerlingen een schoonmaakcertificaat behalen. Maar op deze praktijkschool is SGH geen vast onderdeel van het lesprogramma van een bepaalde sector, maar een aparte sector. Corina Muntinga, docente op het Seyster Collega, legt uit: “Aan het einde van het tweede jaar kiezen de leerlingen een sector waarin zij een branche erkend certificaat willen behalen. SGH is één van die sectoren. We willen eigenlijk de sectoren SGH en Zorg & Welzijn meer bij elkaar gaan betrekken. Want wil je bijvoorbeeld examen doen voor de opleiding Woonhulp, dan moet je het branche erkende certificaat SGH hebben behaald. En ook de Entreeopleiding Assistent Dienstverlening en Zorg bevat de basis van SGH.” De leerlingen leren de SGH-vaardigheden aan op school en tijdens een (groeps)stage. 

Een certificaat voor iedereen

Muntinga zou het liefst de lessen SGH voor alle leerlingen standaard aanbieden. “Ik ben in overleg met de directie om dit certificaat standaard deel te laten uitmaken van het curriculum van onze school. Het is een belangrijk onderdeel van zelfredzaamheid, want ze leren allerlei hele praktische dingen. Bijvoorbeeld dat ze voor elke ruimte een ander doekje moeten gebruiken en dat meer schoonmaakmiddel niet automatisch betekent dat het ook schoner wordt.” Maar ook vanwege het ‘normaliseren’ van schoonmaakwerk. “Zo leer je de leerlingen dat schoonmaken er gewoon bij hoort. En dat iedereen het doet. SGH is geen populair profiel, want er kleeft het beeld aan van toiletten schoonmaken en de rommel van anderen opruimen. Maar als alle leerlingen een toilet schoonmaken en als alle leerlingen de rommel van een ander opruimen, dan wordt het normaal. Dat zijn we nu aan het bekijken.” 

“Ik ga toch geen schoonmaker worden?!”

Dat slechte imago van de schoonmaakbranche leeft onder de praktijkschoolleerlingen. Muntinga: “De leerlingen zien SGH vooral als een opstapje voor hun toekomstige baan, want niemand wil daarna echt specifiek in de schoonmaak gaan werken. Het is een beroep waar leerlingen niet zomaar zelfstandig voor kiezen. Ze vinden het niet leuk en dat zeggen ze ook: ‘Ja maar ik ga later geen schoonmaken worden!’.” Ook Verdult merkt dat zijn leerlingen niet staan te springen om een toilet schoon te moeten maken. “Ze weten bij de sector keuze dat schoonmaken een vast onderdeel is van het lessenpakket bij zorg en welzijn. Ze staan echt niet te juichen als ze een wc moeten schoonmaken, maar een groot deel wil het certificaat uiteindelijk toch behalen. Vaak hebben ze het namelijk nodig voor de volgende stap. Als voorbeeld vertel ik ook altijd over een oud-leerling van ons, die aan de slag ging als kamermeisje bij een hotel. Doordat zij het branche erkende certificaat bij ons behaald had, verdiende ze een euro per uur meer.”

Schoonmaakcertificaat meestal gebruikt als opstapje naar toekomstige baan

Het aantal leerlingen met het certificaat op zak dat uiteindelijk ook daadwerkelijk in de schoonmaakbranche terecht komt, is volgens beide docenten laag. Het schoonmaakcertificaat wordt meestal gebruikt als een opstapje naar of een onderdeel van de toekomstige baan. Zo willen veel leerlingen graag werken met kinderen of ouderen en schoonmaak is daar vaak een belangrijk onderdeel van. Bij een zorginstelling moeten de leerlingen bijvoorbeeld meelopen met de huishoudelijke dienst, maar ook bij een kinderdagverblijf of in de horeca behoort schoonmaken tot het takenpakket. “Het heeft dus wel veel raakvlakken met de schoonmaak,” stelt Verdult. 

Oproep: werk aan imago!

Volgens Muntinga zou de schoonmaakbranche ook iets aan het imago kunnen doen. “Het onderwijs vinden de leerlingen uiteindelijk wel leuk, dus daar ligt het niet aan. Het zou fijn zijn als de schoonmaakbranche daar meer aan zou gaan werken, aan dat imagoprobleem. Het zou ook helpen als meer schoonmaakbedrijven groepsstages zouden aanbieden, want daar staan we echt om te springen. Een knelpunt kan zijn dat je ook ondersteuning en begeleiding vanuit het bedrijf nodig hebt wanneer er op meerdere plaatsen tegelijk wordt gewerkt. Je kan als docent moeilijk met een hele groep een toilet schoonmaken.”  

Handen uit de mouwen steken om imago schoonmaak flink op te poetsen

De scholen doen in elk geval hun best om de schoonmaak zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Denk aan de externe (groep)stages op aantrekkelijke locaties zoals bij een brandweer, maar ook aan interne stages waar de leerlingen op een leuke manier kennismaken met de werkzaamheden. Op Praktijkschool Breda moeten de vierde klas leerlingen bijvoorbeeld helpen in de keuken van de school, waar naast werkzaamheden als koken en serveren, ook schoonmaken deel vanuit maakt. Tevens is de voorlichting over schoonmaak naar de leerlingen toe een belangrijk middel, iets waar het Seyster College de laatste tijd hard mee bezig is. En als laatste kan het stigma op schoonmaak natuurlijk omzeild worden door het een verplicht onderdeel van een profiel of van het curriculum te maken. Maar wat misschien wel het beste zou werken? Als de schoonmaakbedrijven hun handen uit de mouwen steken om hun imago flink op te poetsen. 

Zo kan het ook
Een aantal schoonmaakbedrijven is al goed op weg met het aantrekken van praktijkschoolleerlingen. Zo biedt Asito deze jongeren de kans om vliegtuigschoonmaker te worden en verwelkomde het bedrijf onlangs een groep Amsterdamse leerlingen om kennis te komen met het schoonmaak vak. “Er is nog nooit een kind geweest dat riep dat hij schoonmaker wilde worden. Maar als je laat zien hoe een werkdag in de schoonmaak eruit ziet, dan zijn de reacties heel positief.’’ Ook CSU geeft het goede voorbeeld, door samen met de RET de TOP Academie op te starten. Speciaal voor leerlingen van het Rotterdamse praktijkonderwijs.

Lees ook:
Nederrijn Schoonmaak laat scholieren kennis maken met schoonmaakwerk
CSU wil kwetsbare jongeren perspectief op baan bieden

In ieder klaslokaal moet verplicht een CO2-meter komen

In ieder klaslokaal moet verplicht een CO2-meter komen

Op scholen moet in alle klaslokalen verplicht een werkende CO2-meter hangen, waarmee gemeten kan worden of de ventilatie op orde is. Minister Dennis Wiersma van Primair en Voortgezet Onderwijs heeft dit aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer. Ook krijgen scholen extra hulp en ondersteuning om luchtreinigers in te zetten.

Toekomst Schoonmaakbedrijven introduceert Schoonmaakheld Sammy op basisscholen

Toekomst Schoonmaakbedrijven introduceert Schoonmaakheld Sammy op...

Op maandag 9 mei wordt op de Angelaschool in Boxtel en basisschool De Bolster in Sint-Michielsgestel een nieuw concept geïntroduceerd: Schoonmaakheld Sammy. Deze 'held', bedacht door Toekomst Schoonmaakbedrijven, moet kinderen bewust maken van hun eigen rol bij het schoonhouden van hun klas en school. Met als doel een veiligere, hygiënische en prettigere leeromgeving.

"Schoonmaker onmisbaar voor doorbreken van besmettingscyclus"

"Schoonmaker onmisbaar voor doorbreken van besmettingscyclus"

Wat heeft de coronapandemie ons geleerd over infectiepreventie, hygiëne en schoonmaak? Hoe is de relatie tussen die drie? En wat is er, al dan niet blijvend, veranderd? Service Management vroeg het aan deskundige infectiepreventie Charlotte Michels. "De ogen in de zorg zijn geopend over het belang van schoonmaak."

Labtest maakt vervuiling ICT-apparatuur zichtbaar

Labtest maakt vervuiling ICT-apparatuur zichtbaar

Hoe maak je het effect van reiniging zichtbaar? Met deze vraag ging het innovatieplatform van Fusernet aan de slag. "De ATP-meting toont natuurlijk de mate van verontreiniging, aan maar die definieert niet welke bacteriën of virussen worden aangetroffen", zegt Mark Mulder, commercieel directeur Fusernet ICT Reiniging.  Een labtest biedt uitkomst.