Het is een uitbraak van een virus waarin druppelcontact de hoofdrol speelt, begint Voss het gesprek. Hij leidt op dit moment een enorm druk bestaan. “In mijn ziekenhuizen maken we drie keer op een dag schoon, daar waar dat voorheen één keer per dag was. Nog naast de desinfectie van ruimtes van coronapatiënten. Het is daardoor topsport voor de schoonmaak, waarbij er ook problemen ontstaan. De focus ligt op de intensive care, spoedeisende hulp, de COVID-afdeling en de medische medewerkers, terwijl schoonmakers de basis voor hen leggen om hun werk goed te kunnen doen. Soms mis ik richting de schoonmakers de kennis en aansturing, waardoor schoonmakers onzeker zijn over wat wel en niet kan en mag.”
Soms mis ik richting de schoonmakers de kennis en aansturing, waardoor schoonmakers onzeker zijn over wat wel en niet kan en mag
Schoonmakers staan minder hoog op de prioriteiten-lijst
Schoonmakers komen in hoogte van prioriteit achteraan, stelt Voss. “Terwijl ze net zo belangrijk zijn en net zo hard werken. Maar er ontbreekt wat aan de informatievoorziening. Schoonmakers trekken bijvoorbeeld per kamer een nieuw mondkapje aan, terwijl dat niet op alle kamers hoeft omdat er geen aerosole handelingen plaatsvinden. Dat is zonde van je persoonlijke beschermingsmiddelen.” Het zou volgens Voss goed zijn als schoonmaakbedrijven in de zorg hun medewerkers goed opleid en en experts in infectiepreventie en schoonmaken in zorginstellingen ter beschikking stellen. “Schoonmakers kijken niet elke dag Nieuwsuur of betrekken niet overal hun informatiebronnen. Er heerst daarom een informatieachterstand. Dat is iets waar de schoonmaaksector zelf iets aan kan doen.”
Het gaat verder dan 28 april
Wat verwacht Voss over het verdere vervolg van de virusuitbraak? “Ik heb geen grote glazen bol, maar ik denk dat het verdergaat dan de nu afgekondigde maatregelen die tot en met 28 april strekken. Het gaat in de periode tot dan zoals het nu gaat. In mei zitten we zeker niet in een normale situatie. Wellicht dat de ziektegetallen lager zijn, maar dan zijn er nog steeds risico’s die beheerst moeten worden. In mei is naar verwachting wel het nijpende tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen opgelost. Niet door elders in te kopen, maar door in korte tijd een productieketen op te trekken in Nederland. Ik zie dat daar hard aan wordt gewerkt.”
Hopen dat tweede golf minder hoog wordt
Eerder gaf Voss tegen dagblad De Gelderlander aan zelf pas in juni weer nieuwe afspraken te maken. “Als het loopt zoals bij de Spaanse griep in 1918 dan krijgen we tussen juni en oktober significant minder patiënten en kunnen de ziekenhuizen iets tot rust komen. En dan moet je hopen dat de tweede golf iets minder hoog wordt.’’ Voss zat 27 maart bij Omroep Gelderland aan tafel. Daar gaf hij aan dat zijn dagelijkse werkelijkheid er op dit moment totaal anders uitziet. “Normaal schrijf je een infectiepreventie-protocol, en dan ben je voor twee jaar klaar. Op dit moment hebben we al de achttiende versie van ons corona-protocol. Het is constant roeien met de riemen die er zijn en aanpassen aan de situatie die er is. Het is compleet andere infectiepreventie dan gewoon.”
Andreas Voss zat 27 maart bij Omroep Gelderland aan tafel
Hoogleraar werkt mee aan onderzoek naar vaccin
De hoogleraar werkt op dit moment mee aan onderzoek naar een vaccin tegen het coronavirus. “Dat vaccin moet je afweer verbeteren, waardoor er minder mensen ziek worden.” Dat wordt volgens hem eerst onderzocht bij mensen die in de hogere risicogroep vallen. “Maar als we aan kunnen tonen dat het werkt, kan het ook breder worden ingezet. Het is eigenlijk een bestaand vaccin tegen tuberculose dat momenteel bij de eerste mensen in tien centra in Nederland wordt onderzocht. Dat oude vaccin dat eerder al bij mensen is ingezet, is breed beschikbaar, maar moeten we dus eerst onderzoeken. Mochten na een paar maanden de resultaten goed zijn, dan kunnen we het snel breed inzetten. Bijvoorbeeld bij een eventuele tweede golf van het coronavirus.”
Betere samenwerking infectiepreventie en schoonmaak
Service Management sprak Voss eerder, in aanloop naar de Interclean van 2018. Hij hield daar een pleidooi voor een betere samenwerking tussen de disciplines infectiepreventie en schoonmaak. Wat is daarvan terechtgekomen? “Nu, niet veel. Het is nu veel te hectisch. Dat moet opgepakt worden en deze coronacrisis laat zien dat het belang groter is geworden. Maar om nu die samenwerking te intensiveren is een fout moment. Iedereen in gezondheidsinstellingen doet zijn best om zaken op te lossen. Later kijken we naar de meer structurele zaken, zoals de samenwerking tussen infectiepreventie en schoonmaak.”
Meer weten over het coronavirus, de laatste ontwikkelingen en de gevolgen voor de schoonmaakbranche? In ons Dossier Coronavirus vind je alle berichten die Service Management heeft gepubliceerd omtrent het coronavirus