Deskundigen, brancheverenigingen en officiële instanties zijn het daarbij niet altijd met elkaar eens. Ze verschillen vooral van mening over de waarschijnlijkheid dat het coronavirus ook via kleine zwevende deeltjes in de lucht van mens tot mens kan worden overgedragen. Deze deeltjes worden aerosolen genoemd. De overheidsmaatregelen, zoals het anderhalve meter afstand houden, richten zich alleen op het beperken van de overdracht via grote druppels die vrijkomen bij spreken, hoesten of niezen. Daarnaast zijn ze vooral bedoeld om overdracht via het aanraken van besmette oppervlaktes te voorkomen.
Lees ook: ‘Binnen 1,5 meter vliegen meeste hoest- en niesdruppels rond’
Coronavirus en klimaatsystemen
Aanpassingen aan klimaatsystemen zijn door de overheid nooit opgelegd of geadviseerd als preventieve maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. Als dit virus zich niet via de lucht verspreidt, dan hebben die aanpassingen namelijk weinig zin. De overheid zag daarom tot nu toe ook geen aanleiding voor een dergelijk advies.
Eerder pleitte onder meer branchevereniging REHVA er echter wel voor om het zekere voor het onzekere te nemen. De vereniging publiceerde daarom de COVID-19 Guidance, een lijst met concrete aanbevelingen voor het gebruik en beheer van ventilatie- en klimaatsystemen.
Officieel advies RIVM
Techniek Nederland heeft aan het RIVM gevraagd om zich duidelijk uit te spreken over deze kwestie. Dat verzoek kreeg het RIVM ook van andere partijen, waaronder GGD, GHOR, TNO en het ministerie van VWS. RIVM heeft onlangs de officiële reactie op dit verzoek gepubliceerd en in een bijlage een onderbouwing daarvan.
Geen overdracht via lucht
Het RIVM gaat in zijn officiële antwoord allereerst in op de vraag of het coronavirus ook via de lucht kan worden overgedragen. Dat is volgens de RIVM nog altijd niet aangetoond. “Er zijn geen aanwijzingen dat het virus zich aerogeen (via zwevende deeltjes in de lucht) verspreidt, ook niet via ventilatiesystemen.”
Lees ook: Coronaproof kantoor: ventilatie is cruciaal
Geen verspreiding via airco
Uit recente onderzoeken blijkt volgens het RIVM evenmin onomstotelijk dat luchtstromen uit installaties zoals een airco het coronavirus kunnen verspreiden. Dat beweerde onder meer onderzoeker Jianyun Lu in een artikel in Emerging Infectious Diseases. Hij legt een verband tussen de luchtstroom van een airco in een restaurant in de Chinese stad Guangzhou en de besmetting van negen bezoekers van dat restaurant door één persoon uit Wuhan.
RIVM zegt over dat onderzoek: “Lu et al. (2020) stellen dat mogelijk transmissie heeft plaatsgevonden door de airconditioning, maar door de opzet van de studie kunnen andere routes niet worden uitgesloten. Vooralsnog is daarom de conclusie dat de rol van deze installaties in de verspreiding van SARS-CoV-2 nog niet opgehelderd is, maar dat dit geen rol lijkt te hebben gespeeld in de epidemie en dat er geen reden is het huidige beleid aan te passen.”
Ventilatie nodig voor gezond binnenklimaat
Aanvullende maatregelen voor ventilatiesystemen in gebouwen zijn – op basis van de huidige inzichten – niet nodig, zo claimt dus het RIVM. “De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd. Het is wel van belang dat er mogelijkheden zijn om te ventileren; goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.”
We zullen in de aankomende maanden steeds meer te weten komen over Covid-19 en hoe het zich gedraagt
Zelfde onderzoeken, andere conclusies
Net als de adviseurs die het tegendeel beweren, onderbouwt het RIVM zijn uitspraak dus met verwijzingen naar recente wetenschappelijke artikelen over de verspreiding van COVID-19 of SARS-CoV-2. In de meeste gevallen gaat het om artikelen die nog niet getoetst zijn door vakgenoten. In de wetenschap heet zo’n toetsing een ‘peer review’. Een nieuw wetenschappelijk inzicht wordt meestal pas erkend door andere onderzoekers als het artikel is verschenen in een ‘peer-reviewed’ tijdschrift. Zolang dat nog niet gebeurd is, is er nog geen consensus onder vakgenoten over de conclusies van het onderzoek. Het onderzoek naar de verspreiding van COVID-19 staat nog in de kinderschoenen. Dat verklaart onder meer waarom een instituut als het RIVM en andere deskundigen soms verschillende conclusies trekken op basis van dezelfde onderzoeken.
Zekere voor onzekere nemen
Een van die onderzoekers is dr. ir. Atze Boerstra. Boerstra is directeur van BBA Binnenmilieu, vicevoorzitter van de Federation of European Heating, Ventilation & Air Conditioning Associations (REHVA) en coauteur van de al eerder vermelde COVID-19 Guidance, het adviesdocument dat REHVA publiceerde over verwarming, ventilatie en airconditioning in relatie tot Covid-19.
In een interview over deze adviezen zegt Boerstra: “We zullen in de aankomende maanden steeds meer te weten komen over Covid-19 en hoe het zich gedraagt. Ik verwacht dat 80 procent van wat we nu over het virus vermoeden tegen die tijd nog steeds klopt en dat de huidige adviezen dus nog steeds zullen gelden. Wellicht blijkt tegen die tijd dat de maatregelen iets te streng waren en versoepeld kunnen worden, maar dat is niet erg. Laten we vooral het zekere voor het onzekere nemen.”