Bert Pol legt uit: “Het ligt voor de hand dat door de toename van het flexwerken de hygiëne op de werkplek erop achteruit is gegaan. Bacteriën in toetsenborden, op het bureaublad en op de pc’s zelf, hopen op als flexwerkers zelf niet meehelpen deze schoon te houden. Je kunt het kwaliteitsniveau van het schoonmaakcontract verhogen, maar dat heeft geen zin als de eigen medewerkers niet het juiste gedrag vertonen. Dan blijven bacteriën zich verspreiden en maken zij zichzelf en de collega’s ziek. En als je niet oppast, trekt het vuil, bijvoorbeeld bij pantry’s, muizen aan die ziektes met zich meebrengen.”
Gedragsverandering is complex
“Zowel uit wetenschappelijk onderzoek als praktijkinterventies weten we dat hygiënegedrag ook zonder dwang is te beïnvloeden. Soms is een kleine interventie al voldoende, zoals een simpele sticker. Maar of dit voldoende is of dat er een combinatie van interventies nodig is, hangt van diverse factoren af", aldus Pol. "Die liggen op het persoonlijk niveau, dat van de fysieke en sociale omgeving waarin mensen zich bevinden en dat van de bekendheid met het gewenste gedrag. Een op het oog uiterst eenvoudige interventie kan zelfs een effect sorteren van tientallen procenten gedragsverandering. De basis blijft hierbij altijd inzicht in de drijfveren van het bestaande gedrag.”
Bewustwording en faciliteren
Volgens Pol begint gewenst gedrag ermee dat mensen moeten weten wat je wel of niet moet doen en waarom. “Als medewerkers zich bewust zijn van het belang van goede hygiëne, zullen zij niet eten boven hun toetsenbord en hun handen wassen voor en na het eten. Kennen zij dit belang niet, dan kan je als werkgever meerdere boodschappen zenden zonder dat deze doordringen." Een tweede stap in verandering ligt in het faciliteren. "Je moet het gewenste gedrag ook mogelijk en liefst makkelijk uit te voeren maken, zoals reinigingsdoekjes op de bureaus leggen, goed in het zicht, waardoor het voor flexwerkers gemakkelijk is om zelf schoon te maken. Ook het plaatsen van meerdere, duidelijke prullenbakken helpt bij het voorkomen van vervuiling.”
Begrijpelijk en toegankelijk communiceren
Een basisvoorwaarde voor gedragsverandering is dat mensen de boodschap begrijpen. Bert benadrukt dat je een boodschap zo moet brengen dat deze goed begrijpelijk is voor de mensen die je wil aanspreken. “Neem de schoonmaakbranche waar relatief veel medewerkers schijnen te werken die moeite hebben met lezen en schrijven - Nederland kent 2,5 miljoen laaggeletterden –, daar werken tekstuele boodschappen niet. Digitaal bereik is er ook niet altijd, drie miljoen mensen in Nederland zijn digitaal beperkt. Stem je manier van communiceren dus goed af op de omgeving en blijf de boodschap herhalen. Mensen vallen anders toch weer terug in oude gedragspatronen.” Hij noemt kritieke factoren voor gedragsverandering: “Gebruik geen geintjes, die begrijpt niet iedereen. Wees duidelijk en geef praktische tips.”
Praktijkvoorbeelden en tips
Het in gesprek gaan met elkaar werkt volgens Pol ook bij veel mensen die nu vinden dat we te veel met hygiëne bezig zijn, waardoor de weerstand zou afnemen. “‘We moeten toch wel tegen een stootje kunnen’ is de tendens. Het kan zijn dat de mensen met deze mening zelf goed tegen bacteriën of virussen bestand zijn, maar ze vergeten dat ze anderen kunnen besmetten.” Tijdens het Hygiëneforum gaat Pol dieper in op de problematiek van gedragsverandering. Met theoretische toelichting, praktijkvoorbeelden en ook tips. Wie meer wil weten over hygiëne en gedrag kan zich (gratis) aanmelden voor het Hygiëneforum in RAI Amsterdam.