Schoonmaaktrends 2020: Tijd en aandacht zorgen voor binding en toegevoegde waarde

Met het einde van 2019 in zicht, is het een goed moment om vooruit te kijken naar het komende jaar. Met welke trends en thema's krijgen we te maken in de schoonmaakbranche? Joost van Bommel, algemeen directeur van facilitair adviesbureau SMC Group, poetste zijn glazen bol speciaal voor Service Management op en werpt een blik in de toekomst. Volg Service Management op LinkedIn:

Krappe arbeidsmarkt wordt structureel probleem

Eén van de onderwerpen waar we in de schoonmaakbranche niet omheen kunnen, is de krapte op de arbeidsmarkt. Ook het komende jaar heeft de schaarste van personeel invloed op schoonmaakbedrijven. “Die krapte is er zonder meer. En met het oog op demografische ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, zal het een structureel probleem worden in Nederland”, begint van Bommel.

“Mede daardoor zien we steeds meer dat partijen heel selectief inschrijven op aanbestedingen op basis van personeel. Het artikel in de CAO schoonmaak betreft de overname van personeel, is dan ook al lang niet meer altijd van toepassing. In die zin dat medewerkers niet meer automatisch overgaan naar het nieuwe schoonmaakbedrijf bij een contractwisseling. Waar dat vroeger nog bijna vanzelfsprekend was. Dat komt doordat schoonmaakbedrijven steeds meer hun best doen om hun medewerkers aan zich te binden.”


LEES OOK: Visie grootste schoonmaakbedrijven: Krappe arbeidsmarkt is absoluut de grootste uitdaging


Dagschoonmaak cruciaal voor betrokkenheid

Voor 2020 wordt dit misschien wel van cruciaal belang voor schoonmaakbedrijven. “Wij zijn werkzaam vanaf 2005 en dat is al vanaf dag één een onderwerp waar wij op hameren bij het begeleiden van schoonmaakcontracten. Bind je mensen aan je organisatie. Houd ze betrokken. Maar ook: zorg dat ze overdag kunnen schoonmaken.” Want dagschoonmaak is volgens Van Bommel een uitstekende manier om medewerkers meer te betrekken bij de organisatie.

Hij vindt het dan ook jammer dat opdrachtgevers nog steeds wel eens weerstand bieden op dit gebied. “In de jaren negentig, toen ik afstudeerde, schreef ik mijn scriptie over dagschoonmaak. ‘Schoonmaak overdag, een haalbare zaak’, was de titel. Toen speelde dat dus al. Ik ben een enorme voorstander van overdag schoonmaken, maar nog steeds krijgen we dat niet bij elke opdrachtgever voor elkaar. Gelukkig gebeurt het al wel meer en meer, alhoewel dat volgens mij in veel gevallen vooral wordt ingezet als een instrument tegen de arbeidsmarktkrapte, en dus niet vanuit het oogpunt van betrokkenheid.” Volgens Van Bommel is dagschoonmaak echt iets dat je als opdrachtgever zijnde moet ervaren. “Dan zie je vanzelf de voordelen ervan in.”

Ik ben een enorme voorstander van overdag schoonmaken, maar nog steeds krijgen we dat niet bij elke opdrachtgever voor elkaar

Een andere ontwikkeling die samenhangt met zowel de krapte op de arbeidsmarkt, als met dagschoonmaak, is de uitbreiding van taken van schoonmaakmedewerkers. Van Bommel: “Misschien is deze ontwikkeling een beetje uit nood geboren, door het tekort aan personeel, maar de verbreding van taken zal zeker doorzetten. En dat is positief, want dat brengt meer mogelijkheden met zich mee om overdag te werken.” Daarnaast zorgt die verbreding ervoor dat er meer substantiële banen ontstaan, met meer uren, waardoor het voor een grotere groep aantrekkelijker wordt om in de branche te werken.

Technologische ontwikkelingen ter ondersteuning van schoonmaker

Hoe kijkt Van Bommel aan tegen technologische ontwikkelingen? Zullen die de schoonmaak in 2020 drastisch doen veranderen? “Ten eerste is de inzet van techniek natuurlijk sterk objectafhankelijk. Het moet wel mogelijk zijn. En daarnaast ben ik ervan overtuigd dat schoonmaken mensenwerk is. Daar komen we niet onderuit.”


LEES OOK: Drie vragen aan drie robotfabrikanten: “De combinatie mens en machine is essentieel”


“Maar dat mensenwerk kan natuurlijk wel worden ondersteund door technische hulpmiddelen. Robotschrobmachines kunnen bijvoorbeeld grote aantallen vierkante meters maken, waardoor er voor de schoonmaakmedewerker tijd overblijft voor andere zaken. Ik zie techniek echt als ondersteuning voor de medewerker en niet als een vervanging van. Ik denk wel dat techniek in de toekomst meer zal worden toegepast. Nu is het nog maar de vraag of het kostentechnisch uitkomt, maar door verdere doorontwikkeling zal de prijs gaan dalen. En daarmee wordt het aantrekkelijker om technische hulpmiddelen in te zetten.”

Duurzaamheid steeds meer doorslaggevend voor opdrachtgevers

Als Van Bommel terugkijkt op de afgelopen jaren, ziet hij dat duurzaamheid al een tijd een belangrijk thema is in de branche. En dat zal het nog wel even blijven. “We krijgen daar al veel vragen over. Hoe moet je als opdrachtgever omgaan met duurzaamheid? Welke rol spelen wij, als adviesbureau, daarin? Maar natuurlijk ook: Welke rol spelen schoonmaakdienstverleners? We merken dat er al veel over na wordt gedacht in de branche.”

De acceptatie van innovaties is nog wel een dingetje

Zo noemt hij afvalverwerking als grote pijler. “Schoonmaakbedrijven zijn daar al heel ver in en hebben vaak goede alternatieven. Dat kan voor opdrachtgevers echt doorslaggevend zijn. Ze nemen dat altijd mee in hun keuze, want bedrijven willen steeds vaker dat externe partners ook bijdragen aan hun duurzaamheidsdoelen”, aldus van Bommel.

“Maar”, zo gaat hij verder, “we moeten wel allemaal hard ons best blijven doen op het gebied van innovatie. Vooral de acceptatie van innovaties is nog wel een dingetje. Soms moet je het bijna woord voor woord voorschrijven om te voorkomen dat dienstverleners terugvallen in traditionele werkmethoden. Een andere manier van werken is natuurlijk lastig.” Het is dan ook van groot belang om schoonmaakmedewerkers goed te trainen en op te leiden. “Bij alle innovaties geldt: de schoonmaker verandert pas als jij hem anders traint. Je moet blijven trainen om innovaties aan te leren en om de ontwikkelingen bij te kunnen houden.”

Meer over leidinggeven

Download de gratis whitepaper

Sociale innovatie: geef leidinggevenden minder objecten

Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor de leidinggevenden. Van Bommel maakt zich hard voor verandering. “Ik wil echt een lans breken voor leidinggevenden in de schoonmaak. Zij werken zich vaak een slag in de rondte, omdat ze teveel objecten toebedeeld krijgen. Dat zou ik graag willen zien als dé sociale innovatie in de branche: geef de leidinggevenden minder objecten. Of haal bijvoorbeeld administratieve taken bij ze weg. Maar probeer het in elk geval anders te organiseren, zodat ze meer tijd en ruimte per object krijgen. Dan kunnen ze bijvoorbeeld de medewerkers op de vloer (beter) begeleiden en trainen. Daar is veel winst te behalen.”

Maar ook op het gebied van binding tussen medewerker en schoonmaakbedrijf heeft de leidinggevende een belangrijke rol. “De leidinggevende moet zorgen voor de aandacht voor de medewerker. Vergroot die aandacht. Sommige organisaties verzorgen bijvoorbeeld schuldhulpverlening voor hun medewerkers. Die ondersteunen hun medewerkers op dat gebied.” Maar hoe die invulling er precies uitziet, maakt niet veel uit. Zolang die aandacht voor de medewerker er maar is. “Zodat zij het gevoel krijgen dat ze echt bij jouw organisatie willen werken. Met jouw mensen willen werken. Dat ze bij jou willen horen. Daar gaat het om.”

Meer toegevoegde waarde voor opdrachtgevers

Volgens Van Bommel wordt het voor het komende jaar vooral zaak dat leidinggevenden de tijd, ruimte en tools krijgen om hun medewerkers beter te trainen en meer aandacht te schenken. Zodat uiteindelijk de schoonmaakmedewerkers de tijd en aandacht krijgen die ze nodig hebben om hun werk goed uit te voeren, waarbij ze worden ondersteund door technologische ontwikkelingen en innovaties.

Voeg daar de verschuiving naar dagschoonmaak en de verbreding van banen aan toe, en dan krijg je een combinatie die er uiteindelijk voor moet zorgen dat je als schoonmaakdienstverlener meer toegevoegde waarde kan bieden aan de opdrachtgever. “En zodat je je kunt onderscheiden ten opzichte van andere schoonmaakdienstverleners. Poetsen kunnen we allemaal, maar van toegevoegde waarde zijn voor de opdrachtgever; dat is de kunst”, sluit Van Bommel af.

Poetsen kunnen we allemaal, maar van toegevoegde waarde zijn voor de opdrachtgever; dat is de kunst