Hella Vercammen: "Schoonmaakbedrijf moet schijnzelfstandigheid aanpakken"

Hella Vercammen: "Schoonmaakbedrijf moet schijnzelfstandigheid aanpakken"

Is de arbeidskracht die het schoonmaakbedrijf aan het werkt heeft nu een echte zzp'er of iemand die schijnzelfstandige is? Die vraag stelt de Rijksoverheid steeds harder, concludeert Hella Vercammen, directeur-eigenaar van The Legal Company. "Die vraag komt dus ook bij schoonmaakondernemers terecht. Ik durf te zeggen dat we in de schoonmaak in acht van tien gevallen met schijnzelfstandigheid te maken hebben."

“Ik kom net uit een Teamsmeeting”, begint Vercammen haar verhaal. “Met een schoonmaakbedrijf uit de Randstad met ongeveer honderd medewerkers in dienst en vijf zzp’ers. Drie daarvan werden volgens de Pilot webmodule van de Rijksoverheid gekwalificeerd als echte zelfstandigen, maar twee dus niet.”

Uitholling van schoonmaakbranche

Waarom is dat een probleem? Als er sprake is van ondernemerschap van de zzp’er dan hoeft de opdrachtgever geen loonbelasting en premies volksverzekeringen af te dragen. De ondernemer/zzp’er heeft recht op allerlei ondernemersaftrekposten. De grootste daarvan is de zelfstandigenaftrek, maar die is nu al flink teruggedraaid. Als iemand onterecht als ondernemer alleen inkomstenbelasting betaalt dan mist de Belastingdienst de sociale werknemerspremies en dat ondermijnt het Nederlands sociaal stelsel. De zzp’er betaalt naast de Inkomstenbelasting alleen nog omzetbelasting.

Bescherming tegen mindere tijden

Echter, de zzp’er heeft zelf ook een flink nadeel als hij of zij schijnzelfstandige is. Op korte termijn heeft de zzp’er wellicht een hoger netto uurloon, maar op langere termijn mist deze een hoop voordelen en bescherming tegen mindere tijden. Denk aan het jaarlijkse vakantiegeld, twee jaar loondoorbetaling tijdens ziekte, doorbetaling tijdens de vakanties, pensioenopbouw en vergoeding van scholing onder werktijd. Daarnaast draagt die zzp’er in de schoonmaak, die eigenlijk in loondienst hoort, geen premie af aan Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en glazenwassersbranche waar allerlei projecten van worden betaald. Vercammen: “Eigenlijk is dat allemaal een ondermijning van de schoonmaakbranche.”

Zonder juridische status

Na de mislukking van de DBA experimenteerde de Rijksoverheid met de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie. Vercammen: “Dat is een pilot geweest, zonder juridische status. Die webmodule is op zich geen slecht instrument om de weging te doen, omdat het gebaseerd is op alle criteria die ooit in de rechtspraak een rol hebben gespeeld bij de beoordeling. Je kunt er dus als opdrachtgever formeel geen beroep op doen maar je kunt er wel een indicatie uit afleiden. Doe je zaken met een zzp’er of een werknemer? Let wel op: dat is alleen het geval als je met behulp van een deskundige de vragenlijst op de juiste wijze invult. Daarna moet je de juiste acties ondernemen, afhankelijk van de uitkomst. De beantwoording van sommige vragen is lastig en moet te allen tijde zuiver blijven, anders krijg je een misleidende uitkomst.” Er zijn drie soorten uitslagen: De opdrachtnemer is een werknemer, het is onduidelijk of de opdrachtnemer is een zelfstandige. Vercammen: “Na de weging komt mijn belangrijkste werk: de opdrachtgever adviseren wat te doen met de uitslag om zoveel mogelijk fiscale en juridische risico’s te vermijden.”

"In de aankomende wetgeving zijn er plannen om bij zzp’ers die een laag uurtarief hanteren en die ingebedde arbeid verrichten te kwalificeren als een werknemer"

Hetzelfde werk doen als werknemers in vaste dienst

In negen van de tien gevallen kom je volgens Vercammen in de schoonmaakbranche voor zzp’ers dan uit bij een indicatie dat het een werknemer betreft. “Vaak zijn dat mensen die al jaren hetzelfde werk doen dat de werknemers in vaste dienst ook doen. Het betreft de kernactiviteit van het bedrijf zoals schoonmaakdiensten of andere facilitaire diensten. Denk aan handymandiensten, trappenhuisschoonmaak of expeditie zoals pakketjes aannemen. In de glazenwasserij en andere ambulante beroepen in de schoonmaak zou wel meer sprake kunnen zijn van echte zelfstandigheid. Maar dat is geheel afhankelijk van de feitelijke manier van samenwerken.”

Diverse criteria die gaan veranderen

Vercammen: “In de aankomende wetgeving zijn er plannen om bij zzp’ers die een laag uurtarief hanteren - veelal wordt de ondergrens van 35 euro exclusief btw aangehouden - en die ingebedde arbeid verrichten te kwalificeren als een werknemer. Tenzij er bewezen kan worden dat er toch sprake is van ondernemerschap. Dit betreft het zogenaamde rechtsvermoeden waar de schijnzelfstandige een beroep op kan gaan doen. Wat die criteria dan gaan zijn om te bewijzen dat de zzp’er echt ondernemer is, is nog niet duidelijk. Wellicht zijn dat feiten zoals dat je je eigen logo draagt, je meerdere opdrachtgevers hebt, je eigen machines en schoonmaakmaterialen gebruikt, je de volle aansprakelijkheid draagt enzovoorts. Maar dat is nog glazen bol werk.”

Advies aan Hoge Raad over Deliveroo

Vercammen wijst op het advies van de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van Nederland, over Deliveroo. Die adviseerde dat de maaltijdbezorgers feitelijk werknemers zijn, omdat er sprake is van ingebedde arbeid. Er is een gerede kans dat de Hoge Raad die zienswijze overneemt. Die uitspraak kan ieder moment komen. In aanloop daar naartoe verdween Deliveroo al uit het Nederlandse straatbeeld. Dat na het oordeel van het Gerechtshof in Amsterdam dat de bezorgers geen zelfstandigen waren maar feitelijk werknemer.

Hoe zit het met de Helpling uitspraak?

Aansluitend verdween ook schoonmakersplatform Helpling, tot voor kort actief in vijftig steden bij in totaal honderdduizend huishoudens. Helpling werd failliet verklaard. Ook hier nadat het bedrijf opliep tegen de claims van de arbeidskrachten gebaseerd op de werknemersbescherming in het arbeidsrecht. “Een uitzendconstructie vraagt om doorbetaling bij ziekte en om een ontslagvergoeding als iemand moet stoppen. Helpling heeft zijn model na die uitspraak wat aangepast, maar begon toen zoveel verlies te lijden dat het ten onder ging”, concludeert de krant Het Parool.

Hella Vercammen.

WAV, WKA en WAS

Een ander veel voorkomend probleem in de schoonmaak is dat onderaannemers (zzp-eenmanszaken, VOF’s, of BV’s) vaak andere arbeidskrachten inzetten en meebrengen. “Je hebt dan geen overzicht meer of dit ook schijnzelfstandigen zijn, personeel of zelfs illegale arbeidskrachten betreffen.” Vercammen noemt in dat licht drie afkortingen van wetten waarop je moet toetsen: de WAV (Wet Arbeid Vreemdelingen), de WKA (Wet Ketenaansprakelijkheid) en de WAS (Wet Aanpak Schijnconstructies). Daar gelden de wettelijke regels en handhaving van de ketenaansprakelijkheid, uitbuiting door schijnconstructies en illegaliteit. “Daarbij kunnen de fiscus en de arbeidsinspectie bij de opdrachtgever en jou als schoonmaakbedrijf uitkomen met naheffingen en boetes.” Deze wetgeving, genoemd in het artikel, is ook van belang bij het doorlichten van de contracten die jij als schoonmaakbedrijf sluit met onderaannemers.

• De WAV verbiedt werkgevers en particulieren om buitenlandse arbeidskrachten die geen vrije toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt, zonder geldige tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid voor zich te laten werken.

• De Wet Ketenaansprakelijkheid (WKA) maakt de aannemer van een werk en de inlener van arbeidskrachten aansprakelijk voor de loonheffingen die zijn onderaannemer in verband met aan hem uitbesteed werk moet afdragen.

• De Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) heeft als doel werknemers beter te beschermen tegen onderbetaling, om constructies aan te pakken die zijn opgezet om regels voor minimumloon en cao-afspraken te omzeilen en om bonafide werkgevers te vrijwaren tegen oneerlijke concurrentie.

Check doen

Een schoonmaakbedrijf die zich afvraagt of haar zzp’ers wel echt zzp’ers zijn, doet er goed aan om de check te doen, concludeert Vercammen. “Want het kan potentieel leiden tot claims van de zelfstandigen zelf en wellicht tot naheffingen van de Belastingdienst als er sprake is van kwaadwillendheid. Dat laatste valt wellicht mee als het verschil in het uurloon van de werknemer en het tarief van de zzp’er nog groot genoeg is. Tot 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst mondjesmaat, als we kijken naar de correcties en naheffingsaanslagen. Dat komt ook door een gebrek aan capaciteit.”

Handhaven op schijnzelfstandigheid

De verwachting is dat de Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 pas weer serieus gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat de fiscus weer gaat controleren of zelfstandigen die werken voor opdrachtgevers niet eigenlijk ‘verkapte’ werknemers zijn. Vercammen: “Mijn advies is: ga nu al door je lijst met zzp’ers, aannemers en onderaannemers heen om voor te sorteren. Doe dat samen met een juridisch expert op dit vlak omdat het nog lastig is de juiste antwoorden te geven en hier de juiste conclusies aan te verbinden. Maar ook omdat je geen wenselijke antwoorden wilt, maar antwoorden die kloppen met de praktijk van alledag. Dat is waar de Rijksoverheid uiteindelijk op gaat controleren begin 2025.”

ZZP’ers die zzp’er willen blijven

Ondertussen zijn het de zzp’ers zelf die zeggen dat ze zzp’er willen blijven, terwijl ze schijnzelfstandigen zijn, constateert de jurist. “Ik kom situaties in de schoonmaak tegen waar medewerkers iets te gemakkelijk over het ondernemerschap denken en zo zzp’er worden. En dan de werkgever het nakijken geven. Daardoor voelt die werkgever zich genoodzaakt om de werknemer weer in te huren vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Als je constateert dat er schijnzelfstandigheid is, is dossieropbouw belangrijk. Daarbij moet je kunnen bewijzen dat je diegene regelmatig een dienstverband hebt aangeboden en voorlichting hebt gegeven wat de voordelen daarvan zijn, maar dat deze heeft geweigerd. Dan kan de schijnzelfstandige niet zeggen dat hij niet wist dat hij in loondienst had kunnen komen en de sociale en financiële voordelen miste van een dienstverband. Het meest veilig is natuurlijk om gewoonweg afscheid te nemen van de verkapte werknemer. Maar dat is vaak wel een brug te ver voor schoonmaakondernemers. Omdat ze dan iemand missen op een locatie en een klant moeten teleurstellen.”

"Het kan potentieel leiden tot claims van de zelfstandigen zelf en wellicht tot naheffingen van de Belastingdienst als er sprake is van kwaadwillendheid."

Duidelijk onderscheid en handhaving

Het kabinet werkt nu aan een wetsvoorstel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. “Het rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief en ingebedde arbeid, dat gaat het kabinet uitwerken. Maar de uitgangspunten zijn duidelijk. Er komt meer duidelijkheid over wanneer er wel en geen sprake is van een dienstverband of ondernemerschap en er komt handhaving vanuit de fiscus.” Bij het bepalen of er sprake is van schijnzelfstandigheid gaat dus niet zozeer het gezag meer een rol spelen, maar het uurtarief en de ingebedde arbeid, verwacht Vercammen. “Omdat de sociale positie van een arbeidskracht niet langer ondermijnd mag worden in Nederland. Dat is slecht voor de maatschappij en de economie. Immers, het tarief bepaalt of je écht onafhankelijk kunt opereren en zelf kunt sparen voor vakantie, pensioen en of je je kunt verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.”

Vercammen hoopt tot slot dat een weging à la de zzp-webmodule het uitgangspunt wordt. “Deze module met klip en klare vragen, antwoorden en een puntentellig is erg praktisch en geeft een duidelijke uitkomst.”