Als Habraken branchegenoten spreekt is het telkens weer onderwerp van gesprek: de krapte op de arbeidsmarkt. Logisch, vindt hij. "Dit is enorm en van grote invloed op onze bedrijfsvoering. Ik ben ervan overtuigd dat aanpassen aan de situatie niet voldoende meer is. Toekomstbestendig zijn vraagt om een complete verschuiving in onze denk- en werkwijze."
Anders denken en doen
"Je kent de uitdrukking ‘als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg’? Dat is niet voor niets een cliché. We moeten anders gaan denken en doen om een andere uitkomst te krijgen. Dus ook als het gaat om het omgaan met deze krappe arbeidsmarkt ben ik ervan overtuigd dat er een grote verschuiving plaats moet gaan vinden in hoe bedrijven omgaan met schoonmaakopdrachten."
Vacatures vervullen
"We zien al langer dat bedrijven grote moeite hebben alle openstaande vacatures te vervullen met gekwalificeerd en gemotiveerd personeel. Het einde van deze situatie is nog lang niet in zicht. Sterker nog: over vijf jaar is het probleem nog vele malen groter dan nu." Tegelijkertijd ziet hij dat werkgevers van alles uit de kast trekken om nieuw personeel te werven en om huidige medewerkers te omarmen. "De aanbrengbonussen vliegen je om de oren. Van geldbedragen tot weekendjes weg, werkgevers doen vandaag de dag graag een extra duit in het zakje als het gaat om het aantrekken van nieuw personeel."
Continuïteit van de dienstverlening
"In offertes voor nieuwe klanten beschrijven schoonmaakbedrijven uitgebreid hoe zij omgaan met hun personeel en wat zij doen om hen te boeien en te binden. De continuïteit van de dienstverlening is namelijk een zorg van de opdrachtgever en die moeten zij wegnemen. Steeds vaker zie je namelijk bij een wisseling van de schoonmaakpartij dat de medewerkers met het schoonmaakbedrijf meegaan en er niet voor kiezen om (via de nieuwe schoonmaakpartij) op het vertrouwde object te blijven. Als je het mij vraagt is dit een duidelijk teken dat je ook als opdrachtgever een duidelijke taak hebt in het ‘omarmen’ van de schoonmaakmedewerker."
Is het inmiddels geen tijd dat we de schoonmaker echt vertrouwen geven?
Kwaliteit meten
Daarnaast maakt dit volgens hem ook iets anders duidelijk: "Dat de huidige werkwijze van ‘her-aanbesteden’ niets (meer) oplevert voor de opdrachtgever." Habraken legt uit: "Voorheen was de opdrachtgever in the lead. Door kwaliteit te meten kon hij de prestaties van het schoonmaakbedrijf toetsen. En omdat er genoeg keuze was aan aanbieders, was die meting vaak een mooie aanleiding om een aanbesteding te organiseren en er een ander schoonmaakbedrijf in te zetten. Nieuwe partij, scherpere KPI’s, betere schoonmaak was het idee. Inmiddels worden kwaliteitsmetingen gelukkig vooral ingezet om de schoonmaak daadwerkelijk naar een hoger niveau te krijgen. De nieuwe insteek is dat we de schoonmaker helpen om te verbeteren, in plaats van dat we hem of haar afrekenen op kwaliteit."
Voelt de schoonmaker zich gewaardeerd?
"Maar ik wil een stap verder gaan. Is het inmiddels geen tijd dat we de schoonmaker écht vertrouwen geven, door misschien maar één of twee keer per jaar kwaliteit te meten? Moeten we het zwaartepunt niet omdraaien door een aantal keer per jaar te toetsen of de schoonmaker nog wel een ‘voldoende’ geeft aan zijn taak en zijn werkplek? Voelt hij of zij zich wel echt gewaardeerd en gezien? En hoe zit het met de werkdruk? Ik denk echt dat dit het keerpunt kan zijn als het gaat om de waardering voor de schoonmaker. Waar de schoonmaker met de nek aangekeken wordt, zal straks geen schoonmaakwerk meer worden uitgevoerd. Zij kunnen immers kiezen waar ze willen werken. Cadeaus en bonussen zijn leuk, maar collegialiteit is onbetaalbaar."
Beleving en werkdruk; de schoonmaker bepaalt
Bij sommige schoonmaakbedrijven wordt overigens al wel gemeten hoe het staat met de werkdruk van de schoonmakers. En zij hanteren een minimaal cijfer voor de medewerkerstevredenheid. Maar zo ‘gewoon’ als het lopen van een DKS is het zeker nog lang niet. Bovendien is dit op dit moment iets dat onder verantwoordelijkheid van de schoonmaakpartij valt. De opdrachtgever heeft er geen of slechts een klein aandeel in. Er is over de hele linie in mijn ogen nog veel ruimte voor verbetering, waarbij de schoonmaker écht gewaardeerd wordt en de opdrachtgever wordt beloond met goede schoonmaak. Wat vind jij?"