De meeste desinfectieproducten behoren tot de biociden en hebben als doel het aantal pathogene (ziekmakende) micro-organismen op een oppervlak te reduceren tot een aanvaardbaar niveau. Aanvaardbaar betekent in dit geval dat er geen besmettingsgevaar meer is. Desinfecteren wordt gedefinieerd als het doden of inactiveren van micro-organismen. De Europese 'Biocidal Products Regulation' geeft zelfs een ruimere definitie van een desinfecterend product. “Active substance and preparation which, in the form in which they are supplied to the user, contain one or more substances intended to destroy a harmful organism, deter them, render them harmless, prevent their effects or otherwise by chemical or biological means.” Daarbij moet aangetekend worden dat deze definitie fysische desinfectie niet includeert wat op zich logisch lijkt vanuit het perspectief van de biocidenwetgeving.
Chemische, fysische of biologische desinfectie?
In grote lijnen zijn er drie hoofdvormen om te desinfecteren: chemisch, fysisch of biologisch. Chemische desinfectieproducten bevatten stoffen die, bij contact met de stof gedurende een bepaalde tijd, de dood of inactivering van micro-organismen tot gevolg hebben. Dat kan op verschillende manieren: vernietiging van de celwand, uitdroging van de celwand waardoor de celwand ook kapot gaat, of inactiveren van het vermeerderingsproces en/of de stofwisseling van het micro-organisme.
Gedurende een bepaalde tijd, wat houdt dat in?
Voor het effectief doden van de gewenste hoeveelheid micro-organismen met behulp van een desinfectans is een bepaalde tijd nodig. De zogeheten contacttijd. De contacttijd die een bepaalde desinfectans nodig heeft om effectief zijn werk te kunnen doen, moet door de fabrikant van het product volgens standaardprocedures worden bewezen en op productinformatie aangegeven worden (zoals het etiket en de productdocumentatie). Het aantonen van de efficiëntie van een desinfectieproduct is ook nodig voor verplichte productregistraties, zoals de Europese BPR (1) of de Amerikaanse EPA (2).
Droog of nat?
Bevochtig je een oppervlak met een desinfectieproduct, dan zal de vloeistoffilm gedurende een bepaalde tijd aan de lucht drogen. Tijdens dit proces is het product werkzaam. De vraag is of het ook nog werkt zodra het oppervlak droog is. En is dan de door de fabrikant aangegeven contacttijd de tijd tussen het vochtige en opgedroogde oppervlak (natte contacttijd)? Of telt ook een bepaalde tijdspanne mee zolang het opgedroogde product werkzaam is... als dat al zo is? Want dat laatste is moeilijk aan te tonen en zeer beperkt wetenschappelijk onderzocht. Een van de weinige onderzoeken hierover is het in 2021 gepubliceerde onderzoek (3) naar de bacteriedodende werking van 'ready to use' disposable desinfectiedoekjes. Dit onderzoek concludeert dat er geen additionele bacteriedodende werking is na droging van de desinfecterende vloeistoffilm.
Natte contacttijd is wat telt
Uit het voorgaande maken we al op dat met de door de fabrikant aangegeven contacttijd de natte contacttijd bedoeld wordt. Er zijn Amerikaanse en Europese richtlijnen waarin helemaal niet over contacttijd gesproken wordt. Of waarin men het wel heeft over contacttijd, maar het begrip vervolgens niet definieert. Daarentegen definiëren de meeste organisaties die de farmaceutische industrie adviseren het begrip als natte contacttijd: de tijd tussen het visueel waarneembare vochtige en opgedroogde oppervlak.
Wat het eerst opdroogt is bepalend
Bij het gebruik van een desinfectieproduct dient de door de fabrikant voorgeschreven contacttijd aangehouden te worden. Iets langer is niet erg, korter mag niet. Anders loop je het risico onvoldoende micro-organismen te doden en is het besmettingsgevaar niet of onvoldoende geweken. Zoals gezegd is de contacttijd eenvoudig gezegd de droogtijd van de op het oppervlak aangebrachte desinfecterende vloeistoffilm. Een oppervlak is echter nooit van het ene op het andere moment in zijn geheel droog. Dat maakt het een beetje lastiger. Gezond verstand zegt dan dat je de contacttijd moet aanhouden voor het eerste stuk dat opgedroogd is. De rest van het oppervlak heeft dan weliswaar een wat langere contacttijd, maar dan weet je in ieder geval zeker dat je voor het hele oppervlak goed zit. Logisch lijkt mij.
En dan nog dit
- Het primaire doel van desinfecteren is niet gelijk aan het doel van reinigen. Reinigen heeft als doel vuil te verwijderen, zodat het oppervlak optisch schoon is. Desinfecteren heeft als doel de micro-organismen op het oppervlak te doden of te inactiveren, zodat het oppervlak hygiënisch schoon is. Als je reinigt met een hoogwaardige microvezeldoek of mop bevochtigd met alleen water, verwijder je 99,99 procent van de micro-organismen samen met het vuil. Diverse moppen en doeken van Vileda Professional zijn hierop getest en gecertificeerd door een onafhankelijk laboratorium. Let wel, de micro-organismen zijn niet dood, dus er is géén sprake van desinfectie. Wel kun je zeggen dat het oppervlak niet alleen optisch maar ook hygiënisch zeer schoon is.
- De standaardprocedure die de voormalige WIP (Werkgroep Infectie Preventie) adviseerde voor het desinfecteren van oppervlakken is een 3-staps procedure: Absorberen van de (lichaams)vloeistof (indien van toepassing), reinigen, desinfecteren. Dat kost tijd en onder andere om die reden zijn er ook producten in de markt die reinigen en desinfecteren in één handeling mogelijk maken. De verwachting is dat de SRI (Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie, de opvolger van de WIP) dit, onder bepaalde voorwaarden, als alternatief voor de standaardprocedure ondersteunt. Nog even een kleine kanttekening in de 3-staps procedure: na het reinigen en voor het desinfecteren moet het oppervlak volledig droog zijn. Doe je dat niet, dan verdun je de desinfectans en kan de werkzaamheid minder zijn.
- Desinfectie geeft alleen het gewenste resultaat als het correct uitgevoerd wordt. Denk bijvoorbeeld aan de juiste dosering, het gehele oppervlak raken en de voorgeschreven contacttijd respecteren.
- Onnodige desinfectie, overmatige desinfectie of verkeerd uitgevoerde desinfectie kan op korte en lange termijn tot grote problemen leiden. Er zijn inmiddels indicaties dat op lange termijn het effect kan zijn dat bepaalde micro-organismen resistent worden tegen bepaalde desinfectantia. En dat niet alleen, maar overmatige desinfectie zou ook de resistentie van bacteriën tegen antibiotica kunnen bevorderen. Er is dan sprake van coresistentie en in dat geval hebben we een dubbel zo groot probleem. De Nederlandse Gezondheidsraad publiceerde in 2016 een interessant onderzoek (4) met aanbevelingen hierover. Wereldwijd houden wetenschappers zich daarnaast meer en meer bezig met dit verontrustende probleem.
Desinfectie is een vak
Contacttijd is slechts één aspect dat van belang is voor een goede desinfectie. Desinfecteren is een serieuze klus die deskundigheid en zorgvuldigheid vereist. Bij zowel reinigen als desinfecteren is afraffelen niet gewenst, maar we moeten ons realiseren dat het afraffelen van desinfectie veel grotere gevolgen kan hebben dan het afraffelen van de schoonmaak. Schoonmaken en desinfecteren is een vak, daar komt het uiteindelijk toch weer op neer.
Verwijzingen:
(1) BPR = Biocidal Products Regulation (Verordening Biocide Producten)
(2) EPA = Environmental Protection Agency
(3) Alyssa M. West et al (2021) There is no additional bactericidal efficacy of Environmental Protection Agency–registered disinfectant towelettes after surface drying or beyond label contact time (ajicjournal.org)
(4) Gezondheidsraad, Zorgvuldig omgaan met desinfectantia (2016) https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2016/12/21/zorgvuldig-omgaan-met-desinfectantia
Paul Harleman, Global Application Manager Vileda Professional