“Al voor de start in 2010 had ik duidelijk voor ogen wat voor soort schoonmaakbedrijf ik wilde. Een bedrijf dat ik een mkb-familiebedrijf noem, in die zin dat er een warme en collegiale sfeer moest zijn. Met en voor elkaar werken, informeel zijn en zoals mijn vrouw Karin het formuleert ‘een bereikbare werkgever zijn en geen baas’. Niet naïef zijn maar tussen de mensen staan, iedereen bij voor- en achternaam kennen. Dat lukt tot dusver, elke medewerker staat in mijn telefoon. Natuurlijk heeft dat met de bedrijfsomvang te maken, maar tot zeg 150 medewerkers is dat te realiseren.”
Partners
Zoveel medewerkers heeft Carea Facilitaire Dienstverlening in Warnsveld, bij Zutphen, nog niet. Het bedrijf biedt nu werk aan 105 personen, geleid door een duo. Want het echtpaar vormt de directie en ze hebben elk de helft van de aandelen. Frank Kühlkamp (56) is algemeen directeur en zijn vrouw Karin (55) is financieel directeur met in het pakket ook HR en marketing/communicatie. In het begin van hun huwelijk werkte ze bij de ING. Later begon ze zelfstandig als budgetcoach, maar werkte daarnaast al voor Carea. Twee jaar na de oprichting van het bedrijf trad ze toe tot de directie.
Al voor de start in 2010 had ik duidelijk voor ogen wat voor soort schoonmaakbedrijf ik wilde.
Frank Kühlkamp leerde de schoonmaak kennen als zestienjarige door een vakantiebaantje bij Asito, naast zijn studie MBO civiele dienst. Die volgde hij op met de hbo-opleiding THW, nu omgedoopt in Facilitaire Dienstverlening. In 1990 ging hij als projectleider werken bij CSU in Noord-Holland, tot de overstap in 1997 naar Petersen & Kwiek (later VSP) in Harderwijk, een onderneming die in 2003 opging in Gom. Frank Kühlkamp: “In 2012 werd VSP geïntegreerd in Gom van Facilicom, waarop ik tot de conclusie kwam dit niet te willen en voor mezelf begon. Met dank aan Facilicom, als onderaannemer van hen. Met de Apenheul en Tandtechnisch laboratorium Kesseler & Reuvekamp als eerste opdrachtgevers, die trouwens beiden nog steeds klant zijn.”
In vrouwenhanden
De algemeen directeur geeft leiding aan een bijna all ladies team, want de teams financiën, operationeel en commercieel bestaan, afgezien van de coördinator specialistische reiniging, allemaal uit vrouwen. Ook de kwaliteitsinspectie en instructie is in vrouwenhanden. De uitvoering is de taak van een (C)areamanager met daaronder twee regio-coördinatoren voor de Achterhoek/Twente en de Stedendriehoek Deventer, Apeldoorn en Zutphen. Tot slot is er een coördinator specialistische reiniging, met name vloer- en glasreiniging. Frank Kühlkamp: “Mijn droom is een vrouwelijke specialist voor dat traditionele mannenwerk. Dat lijkt me baanbrekend, vernieuwend en commercieel heel bruikbaar.” Het dienstenpakket van Carea bestaat uit klassiek schoonmaakwerk plus glasbewassing en vloeronderhoud. Karin Kühlkamp: “We werken niet in de horeca, niet in de food en doen, afgezien van een bungalowpark, geen recreatie. Onderwijs draagt 40 procent bij, de zorg 30 procent en het mkb ook 30 procent. We hebben 105 opdrachtgevers en werken op 185 locaties.” Zorg en onderwijs vormt bij elkaar 70 procent van de omzet uit de non-profit sector en dat is veel. Frank Kühlkamp: “Daar is niets op tegen. Die sectoren vertegenwoordigen keurige en betere betalers dan sommige commerciële bedrijven.”
Een vitaal beroep
Carea begon in 2010 als eenmanszaak met kantoor aan huis. Twee jaar later werd Karin mede-eigenaar en werd het bedrijf een Vof. In 2015 werd het huidige bedrijfspand in Warnsveld betrokken en begin dit jaar werd de onderneming een BV. De omzetontwikkeling hield daar gelijke tred mee. Frank Kühlkamp: “Ik ging ervanuit dat de eerste zeven jaar het moeilijkst zouden zijn en we begonnen behoedzaam van huis uit en later vanuit een klein kantoortje. Het doel was per jaar twee ton te groeien. Vier jaar na de start noteerden we acht ton en zeiden tegen elkaar ‘het gaat ons echt lukken’, waarop we in 2020 dit pand betrokken. De groei is er constant geweest en werk verloren we alleen als we het contract zelf opzegden. Recentelijk hebben we ook een opdracht teruggegeven, omdat we in die regio geen mensen konden krijgen. Het gaat ons goed, want we noteren dit jaar een omzet van circa 2,5 miljoen euro. Corona heeft ons wel 5 procent omzet gekost, maar dat konden we compenseren.” Mede-eigenaar Karin: “Sterker nog, 2020 was ons beste jaar ooit. We kregen veel extra werk door desinfecteren, de frequentie van schoonmaak ging omhoog en er ontstond een veel hogere vraag naar sanitaire producten en desinfectiemateriaal.” Frank Kühlkamp: “Corona hielp ons eigenlijk. Niemand keek naar de schoonmaak om, men zag ons niet staan en ineens hadden we voor het publiek een vitaal beroep. We hadden het druk, hoefden geen steun en kwamen er ook niet voor in aanmerking. Ik dacht vaak ‘wat een geluk dat we niet in de horeca en voor evenementen werken!’.”
Warm contact boven EU-inschrijvingen
De oprichter stuurt zelf de commercie. “Ooit werkten we met een belbureau, nu doen we het zelf. Via contacten loop ik hier en daar naar binnen en vertel wat we kunnen doen. We zien vooral de eigen mensen én de klanten als ambassadeurs. We hebben ook een soort promoteam met een Carea-busje dat nu en dan voor de deur staat bij een potentiële klant. Daar ben je als groepje dames, inclusief Karin, verrassend vaak ongevraagd welkom bent om wat te vertellen.”
Bij EU-inschrijvingen gaat het om tekstschrijven en Excel-oefeningenboven, dat haalt de ziel uit samenwerking en vakmanschap van de schoonmaak.
Frank Kühlkamp zegt onomwonden liever niet aan EU-inschrijvingen mee te doen. “Het is onze doelgroep ook niet, want ik denk dat een opdracht van 10 procent van onze jaaromzet onze bovengrens is. Bovendien ken ik de procedures te goed van mijn werk voor CSU en Facilicom. Als mkb’er ben je kansloos door de papiermolen en procedures. Het gaat om tekstschrijven en Excel-oefeningen. Je haalt zo de ziel uit de samenwerking en het vakmanschap van de schoonmaak. Het vakgebied is op de achtergrond geraakt.”
Informeel en sociaal
Een paar jaar na de oprichting sloot Carea zich ook aan bij een werkgeversvereniging. In hun geval bij SIEV, welke vooral in trek is bij mkb’ers. Frank Kühlkamp: “Mede omdat we een keurmerk wilden hebben. Door de koppeling omzet/contributie vond ik OSB (nu Schoonmakend Nederland, red.) echter te duur en bovendien stond daar vooral het netwerken centraal. Niet de eigen medewerkers en hun belangen. SIEV stond en staat bij mij voor vergelijkbare ondernemingen. Vandaar dat we in 2015 lid werden.”
Van werken bij de marktleiders naar een overzichtelijk eigen ons-kent-ons bedrijf, liever niet de turbulentie van EU-inschrijvingen en van de Randstad naar de rustieke Achterhoek. Contact met het duo Kühlkamp maakt overduidelijk dat ze naast ondernemen vooral kiezen voor het informele en sociale aspect. Ook als het gaat om regionaal opereren, want al drie jaar na de start openden ze ook een vestiging in Almelo. Frank: “Dat is simpel. Een klant uit Twente kiest echt niet voor een schoonmaakbedrijf bij Zutphen. Ook daar is het ons kent ons en moet je geen buitenstaander zijn bij het zakendoen. Het ging dus om commerciële overwegingen en wederkerigheid.”
Jubileum
Op 8 september jongstleden vierde Carea het 12,5-jarig bestaan. Is het gelukt een familiebedrijf in de schoonmaak te leiden? Karin Kühlkamp: “Naar mijn mening wel. Iedereen doet mee en krijgt een kans. Van de rond honderd medewerkers, op een handvol na allemaal dames, bestaat 15 procent uit mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Die maatschappelijke betrokkenheid heeft ons al het PSO-certificaat niveau 3 opgeleverd. Bij feestelijke bijeenkomsten van het personeel is het hele gezin welkom, inclusief de kinderen. Niemand is hier een baas met afstand.” En de oprichter zelf: “Van 1990 tot 2010 heb ik geleerd en bedacht wat ik anders wilde gaan doen. Niet te groot worden en iedereen kennen. Vooral de eigen medewerkers en vervolgens de klanten. En vooral niet de baas spelen.”
Het eerste jubileum en alles is gelukt en loopt naar wens. Is er dan niets wat reden tot zorg geeft? “Jawel, dat er geen ondernemersklimaat in Nederland is. Kijk maar naar de looneisen en de overheid legt veel te gemakkelijk lastenverhogingen bij het bedrijfsleven neer. De huidige regelgeving en de afrekencultuur vind ik heel verontrustend, tezamen met de hoge inflatie en kostenstijgingen voor onze medewerkers. Andere zorgen heb ik niet.”