Een antwoord geven op deze vraag is niet eenvoudig, zo erkent Bockmühl. Er zijn namelijk verschillende hypotheses. “De hygiënehypothese is een van de meest interessante onderwerpen voor mensen die betrokken zijn in de schoonmaak en desinfectie. De hypothese stelt dat kinderen die in hun vroege jaren worden blootgesteld aan bepaalde micro-organismen – bijvoorbeeld bepaalde bacteriën of wormparasieten - worden beter beschermd tegen allergische ziekten. Het draagt bij aan de ontwikkeling van het immuunsysteem. Het is in de basis dus helemaal niet slecht dat kinderen in de zandbak van alles in hun mond stoppen.”
Niet teveel schoonmaken
Volgens Bockmühl heeft de hypothese zich bewezen, maar wordt het nog wel eens verkeerd geïnterpreteerd. “Het idee dat het niet gezond is om té schoon te zijn, kan voor veel mensen een goed excuus zijn om niet te veel schoon te maken. Het is een interessant gedachtegoed. Natuurlijk weten we dat blootstelling aan bepaalde micro-organismen nodig is om ons immuunsysteem te trainen, maar aan de andere kant is het nog steeds onduidelijk waar precies de waarheid ligt. Zo hadden mensen vroeger in Oost-Duitsland, waar de hygiëne minder was, minder last van allergische ziekten en astma dan in West-Duitsland.”
De vraag is welke micro-organismen je toelaat en welke niet
Het is een lastig speelveld, erkent Bockmühl. “Het minder serieus nemen van je persoonlijke hygiëne, zoals het wassen van je handen voor het eten, verhoogt naar verwachting het risico op infectie. Maar het heeft hoogstwaarschijnlijk geen invloed op allergieën of immuunstoornissen. De hygiënehypothese suggereert niet dat als je tijdens je kindertijd meer infecties oploopt, je daar later profijt van hebt. Het is dus meer de vraag welke micro-organismen je toelaat en welke niet.”
Doelgerichte hygiëne
Volgens Bockmühl gaat het er niet over dat we té schoon zijn, maar we moeten niet altijd alle oppervlakten willen reinigen om daarmee het risico te ontlopen om in contact te komen met ziekteverwerkers. Hij is dan ook een groot voorstander van doelgerichte hygiëne. “Het komt er in het kort op neer dat er een aantal sleutelmomenten zijn waarop hygiëne écht van belang is. Waarbij je de afweging maakt wat de risico’s zijn. Als er kans is op infectie is het vanzelfsprekend dat je grondig schoon moet maken. Zo is het belangrijk om regelmatig je handen te wassen, zoals we geleerd hebben tijdens de coronapandemie. Hetzelfde geldt voor plekken waar eten wordt gemaakt. De snijplank waar je kip op hebt gesneden, moet direct in de vaatwasser. Dan weet je zeker dat het schoon wordt.”
Vanuit microbiologisch oogpunt behoeft een vloer geen extra aandacht. “De kans op infecties via aanraking met een vloer is klein. Maar hier spelen andere factoren een rol. Als je een vieze, vettige vloer hebt in een fabriek, moet je in actie komen met het oog op de arbeidsveiligheid. Als het aankomt op schoonmaak en desinfectie is het dus niet alleen zaak om te kijken naar virussen en kans op infecties, maar behoeft iedere situatie een andere aanpak.”
Aanraking noodzakelijk
Bockmühl benadrukt nogmaals dat we vooral niet te krampachtig moeten zijn. “Het is in het belang van onze kinderen, en jonge kinderen in het bijzonder, om in aanraking te komen met micro-organismen. Om zo immuniteit op te bouwen. Het is niet slecht om een kind in de modder te laten spelen. Aan de andere kant moet je je kind geen rauwe melk geven. Daar kunnen namelijk pathogene bacteriën inzitten en dat geeft een kans op infecties. Het is een zeer interessant vraagstuk hoe we hiermee om moeten gaan. Omdat we nog steeds niet precies weten welke micro-organismen ons immuunsysteem trainen. Maar voor mij is het duidelijk dat het antwoord niet alleen ligt bij schoonmaak en desinfectie.”
Experiment
De Duitse microbioloog vindt dat er een spannende periode nadert nu de coronamaatregelen grotendeels vervallen. “Het is een soort experiment. Maar voor mij is het ook een voorbeeld van het maken van afwegingen van risico’s. Het economische risico speelt nu een grote rol. De overheid zegt dat het de bevolking de kans heeft geboden om zich te laten vaccineren en laat daarom de teugels vieren. Het is spannend voor mensen waarbij het vaccin niet werkt en die zich niet willen of kunnen laten vaccineren. Ik ben een voorstander van het idee van eigen verantwoordelijkheid. Uiteindelijk moeten we voor onszelf beslissen wat goed is voor ons, maar ook voor de maatschappij. Het is een interessante tijd.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd en komt voort uit het magazine Service Management nummer 2 2022.