Ruim een derde (33 procent) van de schoonmakers werkt in de schoonmaaksector en zijn dus in dienst van schoonmaakbedrijven. Het grootste deel (67 procent) van de schoonmakers werkt in andere sectoren zoals de zorg, industrie en horeca. Ook de overheid heeft schoonmakers in dienst, de Rijksschoonmaakorganisatie. 92 procent van de schoonmakers is in loondienst en 8 procent werkt als zelfstandige. Van de schoonmakers in loondienst heeft 61 procent een vast contract en 39 procent een tijdelijk contract. De helft van de schoonmakers met een tijdelijk contract is oproep of invalkracht.
Grootste deel reguliere schoonmaak
Veruit het grootste aandeel, namelijk bijna driekwart van de schoonmakers, verricht reguliere schoonmaakwerkzaamheden. Dat gaat bijvoorbeeld over het schoonmaken van ruimtes in kantoren, hotels, treinen en ziekenhuizen. 21 procent verricht schoonmaakwerzaamheden in huishoudens. De overige 6 procnent van de beroepsgroep bestaat uit meer gespecialiseerde schoonmakers. Dit zijn onder andere gevelreinigers, glazenwassers, industrieel reinigers en schoonmakers van laboratoria en cleanrooms. Voor deze beroepen is aanvullende kennis nodig.
21.400 schoonmaakbedrijven
In het vierde kwartaal van 2022 zijn er 21.400 schoonmaakbedrijven. Ongeveer drie op de vier bedrijven zijn zelfstandigen zonder personeel (zzp). In juni 2022 waren er 114.500 werknemersbanen in de schoonmaaksector. Dit aantal ligt ongeveer 10.000 lager vergeleken met juni 2019 (-8 procent). 70 procent van deze banen zijn vaste contracten. Dit is vergelijkbaar met de situatie vóór de coronacrisis.
231.000 schoonmakers
In het derde kwartaal van 2022 waren er 231.000 schoonmakers over alle sectoren (zowel regulier als gespecialiseerd) werkzaam in Nederland. Hoewel het aantal schoonmakers ten opzichte van het tweede kwartaal van 2022 is toegenomen, ligt dat aantal 23 duizend lager dan in het derde kwartaal van 2019. Dat is een afname van 10 procent. In de schoonmaaksector is een vergelijkbare trend zichtbaar (gekeken naar het aantal banen).
Veel arbeidsmigranten
In de schoonmaak werken traditioneel veel arbeidsmigranten. Door de coronacrisis konden minder mensen uit het buitenland instromen. Hoewel in de periode dat er minder strenge coronamaatregelen golden de werkgelengenheid weer aantrok, is er een dalende trend zichtbaar.
Wel veel vraag
Het aantal banen is weliswaar gedaald, maar tegelijkertijd is de vraag naar schoonmaakwerk groot. De orderportefuilles van schoonmaakbedrijven zijn over het algemeen vol, stelt het UWV. Maar weinig schoonmaakbedrijven zien onvoldoende vraag naar schoonmaakdiensten als een belemmering. In het derde kwartaal van 2022 stonden er ruim 15.600 vacatures voor schoonmakers open. Dit aantal ligt ook fors hoger dan vóór de coronacrisis (tot begin 2020).
Personeelstekort remt schoonmaak
De grote vraag naar schoonmakers overstijgt het aanbod op de arbeidsmarkt. Voor werkgevers is het moeilijk om aan nieuw personeel te komen en het personeelsbestand te vergroten. In het vierde kwartaal van 2022 ondervinden 6 op de 10 schoonmaakbedrijven een belemmering in hun activiteiten als gevolg van een tekort aan personeel. Dit is hoger dan in veel andere sectoren. Waar voorheen de krapte zich vooral concentreerde bij de meer gespecialiseerde schoonmakers, is dat nu het geval in alle schoonmaakberoepen. Het aantal mensen met een WW-uitkering is in één jaar tijd met 31 procent gedaald, tot een aantal van 3.000 in december 2022.
Een op drie 55 jaar of ouder
Daarnaast is de vervangingsvraag in de schoonmaak groot: Vooral onder beginnende schoonmakers is er veel verloop, waardoor veel instroom nodig is om de uitstroom op te kunnen vangen. Dat gaat vaak over mensen met een bijbaan. Ook is de beroepsgroep sterk aan het vergrijzen. Het aandeel 55-plussers tussen 2015 en 2022 is fors gestegen. Inmiddels is één op de drie schoonmakers 55 jaar of ouder.
Aandeel contracturen minder dan 12 uur gedaald
Vergeleken met 2018 werken bestaande schoonmakers iets meer uren in de week. Het aandeel schoonmakers dat minder dan 12 uur in de week werkt is gedaald en het aandeel schoonmakers dat wekelijks 12 tot 20 uur werkt is toegenomen. Daardoor zijn per saldo minder schoonmakers nodig.
De meesten in deeltijd
Binnen het schoonmaakberoep werken veruit de meesten in deeltijd. Meer dan 8 op de 10 schoonmakers werken minder dan 35 uur in de week. Meer dan een kwart werkt zelfs minder dan 12 uur. Het gemiddelde ligt op ongeveer 20 uur. Het UWV: "Het verhogen van het aantal uren klinkt als een voor de hand liggende oplossing. Echter, het aantal uren dat een schoonmaker kan werken wordt beperkt door de aard van het werk. Bijvoorbeeld doordat er bij een opdrachtgever maar werk is voor een aantal uur per dag of plaatsvindt buiten kantoortijden."
Combineren van schoonmaakwerkzaamheden
Ook werken veel mensen in de schoonmaak als bijbaan bewust minder uren, of combineren het schoonmaakwerk met andere werkzaamheden, stellen de onderzoekers. "Het blijkt dus in de praktijk lastig om het aantal uren op te hogen." Toch lijken er ook wel wat mogelijkheden: uit medewerkersonderzoek van Schoonmakend Nederland blijkt dat 23 procent van de schoonmakers binnen de branche meer uren wil werken. Echter is niet duidelijk welke voorwaarden schoonmakers hieraan verbinden, stelt het UWV. "Persoonlijke omstandigheden kunnen een rol spelen. Uitbreiden van het aantal uur kan mogelijk wel door bijvoorbeeld het invoeren van dagschoonmaak of door schoonmaakwerk te combineren met andere
facilitaire taken op een kantoor."
Instromen en doorstromen op de arbeidsmarkt
Zowel de reguliere als gespecialiseerde schoonmaak is gezien de krappe arbeidsmarkt zeer kansrijk voor werkzoekenden, stelt het rapport. "Het werken kenmerkt zich doordat veel mensen zonder veel werkervaring of voorkennis instappen op de (Nederlandse) arbeidsmarkt." Meer dan 55 procent van alle schoonmakers heeft geen startkwalificatie. Het is namelijk goed mogelijk om zonder opleiding te beginnen als schoonmaker. Veel mensen uit het buitenland werken in de schoonmaak. Een kwart van de werkzame schoonmakers heeft een niet-westerse immigratieachtergond. Ook als mensen de taal niet beheersen is het mogelijk om als schoonmaker aan de slag te gaan. Zo hadden in november 2022 meer dan 1.800 Oekraïense vluchtelingen werk gevonden. Ook bij andere sectoren en via uitzendbureaus zijn veel Oekraïense vluchtelingen als schoonmaker aan de slag gegaan.
Doorstroommogelijkheden
Binnen de schoonmaakbranche zijn er verschillende ontwikkel- en doorstroommogelijkheden, constateert het UWV. "Dit is mogelijk binnen het schoonmaakvak door bijvoorbeeld het takenpakket uit te breiden of aanvullende opleidingen te volgen richting specialistische of leidinggevende functies. Dit biedt een schoonmaker perspectief binnen hetzelfde bedrijf of vakgebied. Ook is juist doorstroom mogelijk in de richting van een ander beroep, waarbij de schoonmaak een opstap voor mensen kan zijn naar ander werk." Met behulp van UWV-gegevens is inzichtelijk naar welke beroepen schoonmakers zoal een stap hebben gemaakt. Dit op basis van het arbeidsverleden van mensen die op enig moment bij UWV ingeschreven waren als werkzoekenden. "Naast een nieuwe stap naar een (andere) functie in de schoonmaak, stappen schoonmakers ook over naar beroepen in diverse beroepsrichtingen zoals zorg, industrieel, transport en logistiek, horeca of verkoop. Ook gaat het relatief vaak om beroepen als facilitair manager, beveiliger en hovenier. Voor veel beroepen zijn de kansen op werk (net als in de schoonmaak) goed."
Middelbaar beroepsniveau
De meeste beroepen waar schoonmakers naar doorstromen zijn op middelbaar beroepsniveau (mbo 2 t/m 4). Dat hoeft niet per definitie te betekenen dat er voor deze overstapberoepen ook altijd een mbo-diploma gevraagd wordt, stelt het UWV. "Soms zijn er mogelijkheden om het vak in de praktijk te leren of biedt een werkgever aanvullende opleidingen. Schoonmakers binnen de schoonmaakbranche die zich willen door ontwikkelen in een ander beroep kunnen aanspraak maken op het scholingsfonds om zodoende een opleiding te kunnen volgen."
Er zijn volgens de instantie twee trends te noemen die impact hebben op het werk van schoonmakers en benodigde vaardigheden. Dit betreft de (geleidelijke) opkomst van dagschoonmaak en het datagestuurd werken. "Overigens hebben deze trends zich al ruim vóór de coronapandemie ingezet."
Groei van dagschoonmaak: meer facilitaire taken
De dagschoonmaak is in opkomst en veelbesproken binnen de schoonmaak. "Deze ontwikkeling betekent aantrekkelijkere werktijden voor schoonmakers en meer flexibiliteit daarin. Anderzijds maakt dit ook verbreding van het takenpaket mogelijk. Taken zoals planten water geven, het bijvullen van het koffieapparaat of het klaarmaken van een vergaderzaal komen vaker voor. Hiermee wordt de schoonmaker meer facilitair ingezet en ligt er meer aandacht op gebied van gastvrijheid. Hierdoor kunnen er mogelijk meer uren worden gewerkt bij één opdrachtgever en kan personeel efficiënter worden ingezet. Deze taakverbreding kan ook een manier zijn om personeel te binden en blijven boeien."
Resultaatgericht en datagestuurd werken
Het schoonmaakprogramma afstemmen op basis van gebruik van een ruimte of gebouw heeft volgens het UWV volop de aandacht (resultaatgericht werken). "Hierbij kan gedacht worden aan locaties met een wisselende bezetting van mensen, bijvoorbeeld door het hybride werken van kantoorpersoneel. Door middel van bijvoorbeeld het aanbrengen van sensoren wordt data verzameld over het gebruik van verschillende ruimtes. Schoonmakers krijgen digitaal melding van de mate van het gebruik van ruimtes, bijvoorbeeld op een tablet. Hierdoor kan er gerichter worden schoongemaakt of bijvoorbeeld sanitaire producten worden bijgevuld. Ook wordt tijd bespaard doordat ruimtes overgeslagen kunnen worden. Tot slot wordt het werk fysiek minder zwaar doordat er minder meters gemaakt hoeven te worden. Dit kan voor sommige schoonmakers uitkomst bieden."
Welke vaardigheden worden dan belangrijker?
Zowel dagschoonmaak als datagestuurd en resultaatgericht werken betekent dat andere vaardigheden benodigd zijn, zeggen de onderzoekers. "Allereerst wordt de schoonmaak met de komst van dagschoonmaak socialer: er is meer contact mogelijk tussen de klant en schoonmaker. Dit vraagt om (enige) beheersing van de Nederlandse of Engelse taal, maar ook om gespreksvaardigheid. Opdrachtgevers kunnen vragen dat de schoonmaakmedewerker aanspreekbaar en gastvrij is. Ook wordt meer flexibiliteit en proactiviteit verwacht omdat de schoonmaker moet kunnen inspelen op (onverwachte) gebeurtenissen in plaats van een vaste routine af te lopen: meer op eigen inzicht schoonmaken in plaats van vaste hanndelingen. Daarnaast moeten schoonmakers om kunnen gaan met digitale middelen."
Kansen voor schoonmakers
Enerzijds bieden deze ontwikkelingen kansen voor schoonmakers op het gebied van zelfontwikkeling en loopbaanperspectief. Anderzijds kan het voor schoonmakers lastig zijn aan te haken bij hetgeen gevraagd wordt. Binnen het beroep komt namelijk veel laaggeletterheid voor (40 procent), terwijl taal- en digitale vaardigheden juist belangrijker worden op de werkvloer. De onderzoekers tot slot: "De RAS biedt zoals genoemd mogelijkheden voor werknemers die zich hierin willen ontwikkelen. Ook is het goed mogelijk om taken van elkaar te scheiden waardoor ook enkel eenvoudigere, routinematige of juist minder fysieke taken door een schoonmaker uitgevoerd kunnen worden."