Dat zagen we tijdens corona, maar ook nu ook met de krapte op de arbeidsmarkt, het omarmen van digitalisering, de ontwikkelingen bij klanten naar kantoor die activiteiten ondersteunen en de opkomst van duurzaamheid. De facilitaire branche en de schoonmaak in het bijzonder hebben het er maar druk mee. De branche is flexibel genoeg om telkens op een veranderende vraag in te spelen. Dat we er in de schoonmaakbranche niet altijd over vertellen, en het gewoon liever doen, is bijzaak. Dat flexibel inspringen op de veranderende vraag gebeurt wel. En dat is knap te noemen, zeker nu de ontwikkelingen extra snel gaan.
Duurzaamheid was eerder een nice to have in een aanbestedingsdocument, maar is nu een must.
Extra investeringen
Dat maakt het meteen zo moeilijk. Ontwikkelingen als duurzaamheid en digitaliseren vragen extra investeringen en de vraag is of dat geld er na de klappen van corona wel is. Erger wellicht nog is dat het moeilijker wordt om personeel aan te trekken. Wie personeel in dienst heeft, zou er extra zuinig op moeten zijn. Daarnaast kan digitalisering er ook voor zorgen dat we gerichter, activity based, gaan schoonmaken. Daar waar het echt nodig is. Op basis van waar er activiteiten plaatsvinden. In plaats van schoonmaken op basis van een af te vinken papieren schoonmaakrooster.
Zelfs robots, of noem ze liever cobots, kunnen helpen. Door een deel van het stofzuigwerk over te nemen of door de vloer te schrobben. Met de krapper wordende arbeidsmarkt, kan de inzet van die cobots wel eens een doorbaak betekenen. Opvallend: één van de robots kan, door de samenwerking van een fabrikant van schrobzuigmachines en een liftenleverancier, al zelfstandig de lift pakken. Toch hikken schoonmaakbedrijven nog tegen de massale aanschaf van schoonmaakrobots aan. Ook omdat de aanschafprijs niet gering is. Daarom komen er, zo zag ik als jurylid van de Amsterdam Innovation Awards, ook kleinere robots op de markt. Ik ben heel benieuwd of deze doorbreken.
Duurzaamheid daadwerkelijk doen
Digitalisering wordt daarmee concreter, maar duurzaamheid ook. Waar het eerder een nice to have was in een aanbestedingsdocument, is het nu een must. Wie geen duurzaamheid daadwerkelijk doet, wordt terzijde geschoven door de opdrachtgever. Te beginnen bij de overheden op Rijks-, provinciaal en gemeenteniveau. Maar ook andere opdrachtgevers vinden dat hun facilitaire afdeling moet bijdragen aan het verminderen van de impact op het klimaat.
Ik schat daarbij in dat schoonmaakbedrijven nog iets meer kunnen doen, dan ze nu doen. Afval is een niet te onderschatten nieuwe grondstof, zeker als grondstoffen nog schaarser worden en de prijzen door het dak gaan. Eigenlijk zou een schoonmaakbedrijf zich als adviseur kunnen opstellen over alles wat tastbaar in bijvoorbeeld een kantoor, een ziekenhuis of school aanwezig is. Hoe geef je meubilair een circulaire ronde voor hergebruik? Waar kunnen afvalstromen heen? Hoe moet het onderhoud in elkaar zitten als we de levensduur zo lang mogelijk willen oprekken? Compleet met impactscores die laten zien hoeveel een klant heeft bespaard. Die de facilitair manager zo in de bestuursvergadering kan laten zien.
Jouw duurzaamheidsverhaal
In de duurzaamheidshoek zie ik wel dat de branche stappen zet – en dan vooral in het overigens prijzenswaardige social return – maar er kan meer worden gedaan. Ook in het licht van Europese wet- en regelgeving die iedereen (dus ook schoonmaakbedrijven) gaat verplichten om producten en diensten circulair te maken. Daarmee komen we er helemaal niet meer onderuit. Maar dat moeten we ook niet willen. Schets dat impactplaatje maar voor de klant. Die klant is meer dan ooit bereid om te luisteren naar jouw duurzaamheidsverhaal.
Ronald Bruins, hoofdredacteur Service Management (ronaldbruins@vakmedianet.nl)