Het basisprincipe van de REACH-wetgeving is ‘no data, no market’: zonder gegevens over de (gevaren van) een chemische stof, mag je deze niet op de markt brengen. Om dit te kunnen controleren moeten alle importeurs en fabrikanten van grondstoffen een registratie van de stof indienen, vóórdat het op de EU-markt mag worden gebracht. Registraties moeten worden gedaan bij het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA), de EU-uitvoerende autoriteit op het gebied van chemische stoffen.
De basis: registratie van grondstoffen
De hoeveelheid informatie die je in het registratieproces van een grondstof moet verzamelen, is afhankelijk van de hoeveelheid van de stof die je jaarlijks op de Europese markt brengt. Bij 1.000 kilo per jaar (1 ton) moet het bedrijf aan de minimale eisen voldoen; vanaf 1000 ton per jaar gelden álle informatie-eisen. Naast fysisch-chemische eigenschappen, zoals het vlampunt of de wateroplosbaarheid, moet worden vastgesteld of de stof gevaarlijk kan zijn voor mens of milieu. Is er over de stof in kwestie te weinig informatie beschikbaar, dan moet je testen uitvoeren om de informatie alsnog boven tafel te krijgen.
Compleet beeld
Leveranciers van grondstoffen worden in het registratieproces verplicht om te samenwerken. Wordt jouw stof ook door andere partijen op de markt gebracht, dan moet je gebruik kunnen maken van de gegevens die bij die andere bedrijven bekend zijn. Zo wordt voorkomen dat er onnodige (dier)proeven worden uitgevoerd. Gezamenlijk wordt zo een compleet beeld gevormd van de stof: van fysisch-chemische eigenschappen zoals vlampunt of wateroplosbaarheid tot mogelijke gevaarlijke eigenschappen voor mens of milieu, van oogirritatie tot kankerverwekkend.
REACH: waarborgen van veiligheid van begin tot eind
REACH (en de handhaving erop door lidstaten) ziet er dus op toe dat chemische stoffen veilig gebruikt kunnen worden. De wetgeving wordt dan ook regelmatig gewijzigd op basis van nieuwe inzichten: van het toevoegen van nieuwe beperkingen tot het aanpassen van de regels voor Veiligheidsinformatiebladen. Lees het Vib dus altijd goed door en wees alert op eventuele wijzigingen. Alleen door het opvolgen van de adviezen kan de veiligheid worden gewaarborgd.
Mogelijke beperkingen
Op basis van de verzamelde stofinformatie kan het zijn dat er beperkingen van toepassing komen. Zo mogen stoffen die bewezen kankerverwekkend zijn niet op de consumentenmarkt worden aangeboden, ook niet in mengsels. Bovendien kan er voor de meest gevaarlijke stoffen een verbod worden ingesteld. Deze stoffen zijn dan verboden voor gebruik in de hele EU. Alleen na het verkrijgen van een specifieke autorisatie mogen dergelijke stoffen nog worden toegepast, en dan alleen onder strenge voorwaarden.
Veiligheidsbeoordeling en Veiligheidsinformatieblad
Het verzamelen van de gegevens is niet het enige onderdeel van de registratieverplichting. Op basis van de gevaren dient de leverancier namelijk veiligheidsbeoordelingen uit te voeren. Oftewel: welke risico-beheersende maatregelen moet een gebruiker nemen om de stof veilig te gebruiken? De grondstofleverancier dient deze beoordeling uit te voeren voor álle bekende gebruiken van de stof: van het mengen bij een mengselfabrikant tot het gebruik in een reinigingsmiddel. De resultaten van deze veiligheidsbeoordelingen moeten vervolgens worden gecommuniceerd naar gebruikers van de stof. Dit gaat via het welbekende Veiligheidsinformatieblad (Vib). De REACH-wetgeving schrijft voor welke informatie in een Vib vermeld moet worden, verdeeld over 16 rubrieken. Voor grondstoffen is ook in veel gevallen een bijlage bij het Vib verplicht, waarin per toepassing vermeld staat onder welke voorwaarden de stof veilig gebruikt kan worden. Denk bijvoorbeeld aan een beperking in hoe lang met de stof gewerkt mag worden, of aan welke ventilatie-eisen moet worden voldaan.
Verplichtingen voor fabrikanten en eindgebruikers
Bij het maken van een mengsel van chemische stoffen, bijvoorbeeld een professioneel reinigingsmiddel, dient de fabrikant een uitgebreide beoordeling te doen van de Vib’s van de grondstoffen. Mag de grondstof worden toegepast in het reinigingsmiddel en zijn er specifieke risicobeheersmaatregelen uit de veiligheidsbeoordelingen gekomen? Zo ja, dan dient de leverancier van het professionele reinigingsmiddel de klant van deze informatie op de hoogte te brengen, wederom via het Veiligheidsinformatieblad van het professionele reinigingsmiddel. Het kan zijn dat het Vib gepaard gaat met Safe Use of Mixtures Information-documenten, ook wel SUMI’s1 genoemd.
Verbonden met Arbowet
De REACH-wetgeving houdt niet op bij de mengselfabrikant. Ook (professionele) eindgebruikers hebben verplichtingen, namelijk het opvolgen van de veiligheidsvoorschriften uit het Veiligheidsinformatieblad en eventuele bijlagen. Hiermee is de REACH-wetgeving nauw verbonden met de Arbowet. Vaak wordt de informatie uit het Vib vertaald naar een werkplekinstructiekaart (WIK) door een HSE-/KAM-medewerker, waarmee de daadwerkelijke gebruiker op de hoogte wordt gesteld van de beheersmaatregelen: van het dragen van handschoenen tot het voorkomen van lozing in het milieu.
Auteur: Marten Kops, Technical Director, NVZ.