In het tweede kwartaal was er een afname te zien van maar liefst 55 procent aan blik in zwerfafval. In juni was die afname zelfs 64 procent ten opzichte van maart dit jaar. Deze cijfers zijn bekendgemaakt door statiegeldonderzoeker Dirk Groot. Met zijn bedrijf Zwerfinator ruimt hij de natuur en het straatbeeld op, waarbij ze alles dat ze oprapen documenteren. Zo heeft hij een schat aan data verzameld, waarmee hij bedrijven en overheden adviseert. Ook Rijkswaterstaat neemt zijn cijfers mee in haar halfjaarlijkse rapportages.
Beschadigde blikjes
Terug naar de blikjes. In televisieprogramma Kassa legt Groot uit hoe de duurzaamheidsmaatregel in de praktijk uitpakt. Veel mensen gooien namelijk nog steeds uit gewoonte hun blik op straat, maar het verschil is dat dit nu door andere mensen wordt opgeraapt voor het statiegeld. Het grootste deel van het blik dat Groot nu nog op straat tegenkomt, is dan ook blik zonder statiegeld of blikjes die te zeer beschadigd zijn. Bij die laatste categorie heeft de onderzoeker trouwens wel vraagtekens. Mensen hebben immers wel het statiegeld betaalt, dus hoe juist is het dat ze dit niet meer kunnen terugkrijgen? En wat gebeurt er met het geïncasseerde geld dat bedrijven niet meer hoeven uitkeren? Het statiegeld is immers bedoeld als duurzaamheidsmaatregel, niet om winst op te maken.
Irritatie in supermarkten
Dat de maatregel werkt, is niet erg verrassend. Toen het statiegeld op flesjes werd ingevoerd in juli 2021, was een gelijksoortige afname aan flesjes in het zwerfafval te zien. Deze daling is het afgelopen jaar gestagneerd, dus hoe dat gaat voor blik is nog afwachten. Al met al is de maatregel dus een succes, ook al zorgt hij voor irritatie in de supermarkt. Van kleverige tassen en handen tot lange wachtrijen bij de statiegeldautomaat. De automaten zelf moeten ook meermalen per dag schoongemaakt worden, want open blikjes laten nu eenmaal resten drank achter.