Pim Hilgerdenaar (Crohill) en Harmen Spek (Plastic Soup Foundation): "We moeten in de schoonmaak van onze plasticverslaving af"

Pim Hilgerdenaar (Crohill) en Harmen Spek (Plastic Soup Foundation): "We moeten in de schoonmaak van onze plasticverslaving af"

Plastic. De schoonmaaksector zit er vol mee. Van schoonmaakmachines opgebouwd van plastic tot aan werkkarren en microvezeldoeken. Pim Hilgerdenaar, eigenaar en directeur van schoonmaakgroothandel Crohill, en Harmen Spek, Innovation & Solutions Lead bij de Plastic Soup Foundation, pleiten voor een plasticvrije schoonmaak. "Recyclen is niet de oplossing. De enige oplossing is geen of minder plastic gebruiken."

Het probleem in een notendop: er zijn 145.000 verschillende soorten plastic. “Daardoor is recyclen maar voor een heel klein gedeelte mogelijk”, stelt Spek. Gemiddeld wordt slechts 9 procent van al het plastic wereldwijd gerecycled. In Nederland ligt dat niveau iets hoger maar toch wordt het grootste deel verbrand en een deel zelfs geëxporteerd onder het mom van recycling. Van alle landen in de Europese Unie vervoert Nederland het meeste plastic afval naar landen daarbuiten. Vorig jaar exporteerde Nederland ruim 200 miljoen kilo plasticafval naar landen buiten de Europese Unie. Hiervan ging er bijna 70 miljoen kilo naar Indonesië en bijna 64 miljoen kilo naar Vietnam. Alleen Japan en de Verenigde Staten exporteerden in 2021 meer plasticafval. Nederland is vooral een enorm doorvoerland voor ander EU-landen. Dat alles blijkt uit recent onderzoek van de Plastic Soup Foundation. Zij willen een exportverbod. Spek: “Wij hebben in Nederland en binnen de EU weinig recyclingcapaciteit maar verbranden doen we op grote schaal. Maar als plastic verbrand wordt, blijft er nog altijd 20 procent as over dat giftig afval is, waar je verder niets anders mee kunt dan storten. Het verdwijnt dus eigenlijk nooit.”

Hoe groen is microvezel?

“Wat mij al een tijdje stoorde in de schoonmaak, was de claim van leveranciers en groothandels die moppen en microvezeldoeken aanbieden dat ze groen bezig zijn”, begint Hilgerdenaar zijn verhaal. “Dat was ingestoken vanuit het verhaal dat er bij de schoonmaak geen chemie nodig was, omdat je dankzij de microvezeltechniek schoon kon maken met water. Je zou in elk geval minder tot geen schoonmaakmiddel meer nodig hebben. Maar wat er niet bij werd verteld, is dat de doeken en moppen zelf veel plastic bevatten.” Hilgerdenaar haalt één van de moppen tevoorschijn en laat deze zien aan Spek. Na bestudering concludeert deze: “Ja, wel zeven lagen aan plastics.” Vanuit de ergernis en de wens om er iets aan te doen, belde Hilgerdenaar zijn leverancier in Engeland. “Kunnen we met dit probleem niet iets? Zij zeiden alleen: ‘We hebben wel eens wat testjes gedaan met bamboe.’”

Minuscule plastic deeltjes

Aansluitend las Hilgerdenaar een artikel in de Volkskrant over het probleem van microplastics in kleding. Spek legt het probleem uit: “Microplastics zijn minuscule plastic deeltjes. Ze komen in ons milieu, doordat grotere stukken plastic brozer worden en vergaan tot steeds kleinere fragmenten. Grotere plastic voorwerpen, zoals flessen of tasjes, breken geleidelijk af tot kleine plasticdeeltjes. Ook komen er microplastics in ons leefmilieu, doordat fabrikanten ze doelbewust toevoegen aan cosmetica of verf. De twee grootste bronnen van microplastics zijn autobanden gemaakt van synthetisch rubber die plastic deeltjes loslaten door de wrijving met het wegoppervlak en kleding en textiel. Microplastics, of microvezels, uit kleding kunnen veel gevaarlijker zijn dan dat we tot nu toe dachten. Tijdens de productie, wassen, drogen en dragen van deze kleding komen de minuscule plasticvezels vrij en die komen dan terecht in het water en in de lucht. Deze microvezels zijn aangetroffen in bijna alles wat we eten en drinken: vis, groente en fruit, vlees, zeevruchten, kip, kraan- en mineraalwater, zout en bier. Ze zijn doorgedrongen in alle delen van onze voedselketen en komen zo ook in ons lichaam terecht. Kledingvezels zoals nylon en polyester kunnen bijvoorbeeld het herstel en de ontwikkeling van onze longen belemmeren.”

Over op bamboe en tablets

“Na het lezen van deze uitleg, besefte ik: hier moeten we als schoonmaaksector iets mee”, stelt Hilgerdenaar. “We zijn toen met onze ontwikkelaar aan de slag gegaan. Eerst met het ontwikkelen van de rug voor een mop van katoen. Alleen katoen krimpt en rekt en dan pas het niet meer op het frame. Ook na een paar keer wassen, heeft katoen de neiging om te krimpen. Dan moet je kracht hebben om het om het frame heen te krijgen. Dat zijn best lastige innovatietrajecten. We hebben nog niet alles bereikt, maar door doorzetten zijn we wel tot een basispakket gekomen.” Dat assortiment gaat door het leven onder de naam Crohill Schoner Schoon. Hilgerdenaar: “Door moppen en doeken van bamboe te gebruiken, verminderen we de hoeveelheid microplastics in het afvalwater aanzienlijk. Daarnaast kiezen we voor middelen die in afbreekbaar plastic of karton zijn verpakt. En we brengen de CO2-uitstoot door transport flink omlaag door onze reinigingsmiddelen in tabletvorm en onze moppen in Europa te produceren in plaats van in China. Omdat het tablets zijn, heb je daar ook minder plastic afval dan bij flessen.”

Spek (rechts): "Als plastic verbrand wordt, blijft er nog altijd 20 procent as over dat giftig afval is."

Validatie van cijfers

“Toen vroeg mijn collega en marketeer Lisa van Dijk of er niet een organisatie naar zou moeten kijken”, vervolgt Hilgerdenaar. “Want we wilden de duurzaamheidswinst berekenen. Hoeveel plastic bespaar je nu als je overgaat op bamboe doeken en moppen en tablets? We hebben dat voor de schoonmaak voor fitnessketen Basic-Fit in Nederland uitgerekend en dat was 33.000 kilo aan plastics in een jaar. Voor die berekening hebben we de Plastic Soup Foundation in de arm genomen om tot een validatie te komen. Hilgerdenaar: “Ook het wasproces hebben we getest. Tijdens het wasproces en tijdens gebruik verliezen de moppen en de doeken tussen de 3 en 7 procent gewicht. In onze berekeningen zijn we uitgegaan van 3 procent gewichtsverlies. Deze 3 procent zijn de microplastics die tijdens het wasproces in het afvalwater en het riool terechtkomen. Aan het einde van de levensduur van de doek of mop komt deze als plastic bij het afval terecht.”

Aan de conservatieve kant

Ook voor de tablets volgde een berekening. Hilgerdenaar: “We zijn daarbij aan de conservatieve kant gaan zitten om meer zekerheid te hebben over het resultaat. Bij de dosering van het reinigingsmiddel voor vloeren zijn we uitgegaan van een dosering van 40 milliliter. In de praktijk is dit vaak een dosering van 80 tot 100 milliliter. Dit is 6,4 flacons van 1 liter. Bij de dosering van het reinigingsmiddel voor interieur en sanitair zijn we uitgegaan van een dosering van 20 milliliter. In de praktijk is dit vaak een dosering 30 ml tot 50 ml. Dit is 1,25 liter. Het gebruik van tabletten reduceert het gebruik van plastic flessen met 88 procent. Voor 1,25 liter reinigingsmiddel zijn namelijk twee zakjes tabletten nodig. De plastic flessen wegen 73 gram en de zakjes 8,4 gram. Dat is 88 procent minder plastic.”

Ook vervoer meegeteld

Crohill telt ook vervoer mee. “Bij het vervoer van één volle vrachtwagen met tabletten, dat zijn zo’n 1,5 miljoen tabletten, bespaar je zo’n 33 duizend liter water ten opzichte van het vervoer van vloeibaar reinigingsmiddel. Je hebt daarnaast een vermindering van het transportvolume: je hebt twee vrachtwagens gevuld met reinigingsmiddel nodig tegenover één vrachtwagen gevuld met tabletten om dezelfde hoeveelheid reinigingsmiddel te krijgen. Het transport van tabletten geeft dus de helft minder CO2-uitstoot.”

“Die validatie is cruciaal”, constateert Hilgerdenaar. “Want anders zeggen uitvragende partijen bijvoorbeeld in tenders ‘klopt dat wel’. Om de Plastic Soup Foundation de bamboe doeken en moppen en de tablets van Chrohill te laten beoordelen moesten we de samenstellingen en de recepten gedetailleerd vrijgeven. Dat vanuit onze leveranciers in England en Duitsland. Dat vonden ze nogal spannend, maar hebben we via een non disclosure agreement toch kunnen regelen. Bij de beoordeling kwam de Plastic Soup Foundation ook met kritiek. We zitten nu bijvoorbeeld op 80 procent minder plastics bij de moppen en doeken, maar nog niet op honderd procent. Maar het is een goede eerste stap.” Crohill becijferde ook hoeveel plastic er omgaat in de professionele schoonmaak in Nederland. “Als je uitgaat van een omzet van 6 miljard aan inbestede en uitbestede schoonmaakdiensten per een uurprijs van dertig euro per uur, dan kom je uit op 220 miljoen plastics per jaar.”

Hilgerdenaar: "We zitten nu bijvoorbeeld op 80 procent minder plastics bij de moppen en doeken, maar nog niet op honderd procent. Maar het is een goede eerste stap."

Wereld overgenomen door plastics

Spek: “Het grootste probleem is dat plastics zo goedkoop zijn. De wereld is helemaal overgenomen door plastics. Waar onze ouders en voorouders nog keuze hadden, hebben wij bijna geen handelingsperspectief meer om voor alternatieven te kiezen.” Het is volgens Spek daarom goed dat partijen zoals Crohill alternatieven aanbieden. “We zijn voorzichtig met samenwerkingen met partijen, omdat we objectief willen zijn. Maar we willen ook de ontwikkeling van een plasticvrije samenleving niet in de weg zitten en die beweging ondersteunen.” Hilgerdenaar: “Ons grote doel, dat we niet alleen kunnen realiseren en met vele anderen in de branche moeten doen, is de dagelijks schoonmaak plasticvrij krijgen. Ik hoop dan ook dat er concurrenten opstaan die dit verhaal oppakken. Samen maken we in dit opzicht de schoonmaakbranche milieuvriendelijker.”

Perfecte combinatie: afval prikken en mensen ontmoeten

Perfecte combinatie: afval prikken en mensen ontmoeten

Stefan Duikersloot (27) kent de straten van Amsterdam op zijn duimpje. En dat komt niet zomaar: hij is er regelmatig te vinden met zijn prikstok. Hij was op zoek naar een manier om de wereld groener te maken, iets waar iedereen achter kan staan en waarmee hij ook nog eens in contact zou staan met mensen. In afval prikken kwamen die elementen voor hem perfect samen.

SVS maakt resultaten en adviezen onderzoek ergonomie bekend

SVS maakt resultaten en adviezen onderzoek ergonomie bekend

Schoonmaken wordt beschouwd als middelzware arbeid. Een erg actueel onderwerp, gezien de uitgebreide politieke discussies over vroegpensioen bij zware beroepen en de focus op ergonomie, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid. Maar wat betekent middelzware arbeid? Het ErgoClean-project van Erasmus+, met SVS Opleidingen als Nederlandse partner, ging op zoek naar het antwoord met behulp van slimme inspanningsmetingen.

Marcel Eertink (links): 'Schoonmaakwerk is soms erg belastend. Vandaar dat we onze klanten aanmoedigen om waar mogelijk voor dagelijkse werkzaamheden gebruik te maken van robots.'

Duurzaam schoonmaken met robots en chemievrije alternatieven

Opdrachtgevers die een schoonmaakbedrijf inschakelen leggen tegenwoordig steeds meer nadruk op duurzaamheid. Gelukkig hebben dienstverleners diverse manieren om hieraan tegemoet te komen. Ze kunnen bijvoorbeeld hun chemische schoonmaakmiddelen vervangen door milieuvriendelijke alternatieven. Daarnaast kunnen ze ook zorgen voor een goede ergonomie voor de schoonmaker zelf. Dat kan onder andere door het inzetten van schoonmaakrobots.

ICS Groep reduceert CO2-uitstoot in 2024 flink

ICS Groep reduceert CO2-uitstoot in 2024 flink

Net als veel bedrijven in de schoonmaakbranche, zet ICS Groep zet zich al jaren in om duurzamer te ondernemen. Dat doen ze onder andere door de CO2-uitstoot te verminderen. Het afgelopen half jaar hebben ze de gestelde doelen voor 2024 al ruimschoots behaald.