Met name zzp’ers jonger dan dertig jaar maken zich zorgen over potentiële arbeidsongeschiktheid, terwijl zestigplussers daar het minst wakker van liggen. Laatstgenoemden komen dan ook minder snel in financiële problemen dan jongeren (32 tegenover 63 procent). “Het is zorgelijk dat juist veel jongere zelfstandigen bang zijn dat zij niet meer kunnen werken wegens hun fysieke of mentale gesteldheid”, zegt Koen Thijssen, oprichter en CEO van Insify. Maar hij snapt het wel. “Jongeren moeten flink aan de bak om hun carrière op stoom te krijgen, terwijl zij over het algemeen weinig buffers hebben. Bij meer gevestigde ondernemers is dit precies andersom. Voor de nieuwe generatie ondernemers is het dus extra belangrijk eventuele uitval op te vangen.”
Specialist in vakgebied
Ondanks de angst voor onverhoopte arbeidsongeschiktheid, heeft een derde (36 procent) van de zzp’ers geen alternatieven voor een andere carrière. Dit geldt vaker voor zestigplussers (49 procent) dan voor respondenten jonger dan dertig jaar (29 procent). Tegelijkertijd heeft een kwart van de zzp’ers al eens de huidige werkzaamheden vanwege ziekte minstens een maand opzij moeten zetten.
Opvallend genoeg is dit het vaakst gebeurd bij zelfstandigen jonger dan dertig jaar (42 procent) en het minst bij zestigplussers (19 procent). Thijssen: “Zzp’ers zijn vaak specialisten in hun vakgebied. Zij hebben tijd en geld geïnvesteerd om een unieke skill te ontwikkelen waarmee zij goed hun brood kunnen verdienen. Een ander beroep leer je niet zomaar, dus de angst om deze inkomstenbron te verliezen begrijp ik heel goed.”
Sparen is niet genoeg
Wanneer zelfstandigen arbeidsongeschikt raken, vindt ruim de helft van de ondervraagden dat de overheid financiële steun moet bieden. Dit percentage varieert stevig per leeftijdsgroep. Waar 79 procent van de zzp’ers onder de dertig jaar vindt dat de overheid arbeidsongeschikten financieel moet opvangen, steunt 41 procent van de respondenten ouder dan zestig jaar dit idee. Desondanks treft 62 procent van de zelfstandigen zelf financiële voorzorgsmaatregelen om niet in de problemen te komen bij arbeidsongeschiktheid. Thijssen: “Als je langdurig uitvalt, is het verlies aan inkomen al snel gelijk aan de waarde van een gemiddeld huis. Daar valt niet tegenop te sparen. Het is opvallend dat vooral jongeren naar de overheid kijken voor steun, aangezien juist zij toegang hebben tot betaalbare en goede verzekeringsopties. Vergeleken daarmee komt de verplichte AOV van de overheid vooral uit de verf als duur en ontoereikend.”