Bij het professioneel gebruik van reinigings- en desinfectiemiddelen gelden de verplichtingen uit de Arbowetgeving. Als onderdeel van deze verplichtingen dient de werkgever in kaart te brengen aan welke gevaren werknemers kunnen worden blootgesteld. Hiervoor is het van belang om goed in kaart te brengen wat de gevaren zijn van de producten waar werknemers mee werken; zo ook in het geval van ozonwater. Via Arboportaal kunnen de verplichtingen voor het werken met gevaarlijke stoffen worden geraadpleegd.
Ozonwater als reinigingsmiddel
Reinigen is het verwijderen van zichtbaar vuil. Vaak is dit vuil sterk gehecht aan een oppervlak en slecht oplosbaar in water. Door de inzet van een reinigingsmiddel kan het vuil makkelijker worden losgemaakt en opgelost worden in water. Voor bijvoorbeeld het verwijderen van vetachtige vervuiling zijn oppervlakte-actieve stoffen (goed oplosbaar in water en olie) nodig om deze vervuiling in oplossing te brengen en om de oppervlaktespanning van het water te verlagen zodat dit zich beter verspreidt.
Te lage concentratie
Ozon is een krachtige oxidator die snel reageert met vervuiling, maar doet verder niks met deze vervuiling. Omdat ozon een krachtige oxidator is, is het daardoor ook heel instabiel en valt ozon snel uit elkaar. Als ozon in water wordt opgelost, wordt dit proces alleen maar versneld.
De gangbare concentraties ozon in ozonwater uit in situ-generatie variëren van 0,0000001% (1 ppb) tot 0,0002% (2 ppm). Bij deze lage concentraties heeft ozon geen aanvullend reinigend effect naast het gebruik van het water. Bij de gelijktijdige inzet van microvezeldoeken en ozonwater kan mogelijk onterecht de reinigende werking aan het ozon gewijd worden, in plaats van de combinatie van een microvezeldoek met water.
Ozonwater als desinfectiemiddel
Desinfectiemiddelen zijn biociden en moeten aan de strikte nationale en Europese biocidenwetgeving voldoen. Een van de eisen uit deze wetgeving is dat een desinfectiemiddel toegelaten dient te zijn door een nationale autoriteit, in Nederland het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Zonder toelating mag een desinfectiemiddel niet in Nederland worden verkocht en gebruikt.
In situ-gegeneerd ozonwater als desinfectiemiddel viel lange tijd buiten de wettelijke toelatingsplicht voor desinfectiemiddelen. Op Europees niveau zijn stappen gezet om in situ-gegenereerd ozon op te nemen in de biocidenwetgeving en hiermee moet voor ozonwater als desinfectiemiddel een toelating aangevraagd worden. Inmiddels is in situ-gegenereerd ozonwater, onder de formele naam ‘uit zuurstof gegenereerde ozon’, goedgekeurd onder de Europese Biocidenverordening per 1 juli 2024 als werkzame stof voor PT 2, 4, 5 en 11. Meer informatie over waarom desinfectiemiddelen met in situ ozon in het verleden geen toelating nodig hadden, is bij de Ctgb te vinden.
Toelatingsaanvraag op tijd indienen
De goedkeuring van in situ-gegenereerd ozonwater heeft een aantal gevolgen voor dit soort desinfectiemiddelen:
- Per 1 juli 2024 moeten nieuwe desinfectiemiddelen op basis van in situ-gegenereerd ozonwater een toelating hebben;
- Reeds op de markt aanwezige desinfectiemiddelen, nu nog zonder toelating, moeten een toelatingsaanvraag hebben ingediend op uiterlijk 1 juli 2024. Anders moeten deze middelen vanaf deze datum van de markt af. Er geldt wel een uitverkoop- en opgebruiktermijn voor deze producten;
- Er is geen goedkeuring voor handdesinfectiemiddelen. Handdesinfectiemiddelen op basis van in situ-gegenereerd ozonwater vervallen hoe dan ook per 1 juli 2024 en mogen vanaf die datum niet meer op de markt gebracht worden. Er geldt wel een uitverkoop- en opgebruiktermijn voor deze producten.
Advies voor gebruik van ozonwater
Gebruikers van in situ-gegenereerd ozonwater als desinfectiemiddel worden een aantal zaken geadviseerd:
- Is de leverancier van het (de) ozonwater(apparatuur) al bezig met een toelatingsaanvraag voor in situ-gegenereerd ozonwater als desinfectiemiddel? Immers, zonder toelating mag in situ-gegenereerd ozonwater niet meer als desinfectiemiddel worden ingezet vanaf 1 juli 2024. Een toelatingsaanvraag dient uiterlijk op 1 juli 2024 te zijn ingediend om nog op de markt te kunnen blijven.
- Als er geen toelatingsaanvraag is/wordt ingediend, dan is het belangrijk om te kijken wat je alternatieven zijn. Let op dat deze alternatieven een toelating hebben. Zie de NVZ-/VSR-brochure voor meer tips voor het zoeken naar desinfectiemiddelen.
Geschreven door Chuchu Yu, NVZ - Schoon | Hygiënisch | Duurzaam
Dit artikel is eerder gepubliceerd en komt voort uit het magazine Service Management nummer 3 2022.