Het generatiepact komt sinds 2014 voor in verschillende cao’s. Ook in de schoonmaak-cao zit een generatiepact. Hierin wordt beschreven dat oudere werknemers geleidelijk aan hun uren kunnen afbouwen onder gunstige voorwaarden. Zo halen zij gezonder hun pensioen en maken ze ruimte voor starters op de arbeidsmarkt. Zo zou het generatiepact bijdragen aan de oplossingen voor twee grote maatschappelijke problemen: de vergrijzing en de moeilijke arbeidspositie van starters.
Niet de verwachte resultaten
Dat is de theorie. Maar zo blijkt het in veel gevallen niet uit te pakken. Rutten onderzocht het in zijn proefschrift Essays on Work and Retirement, samen met zijn promotoren Daniël van Vuuren en Marike Knoef. Daarvoor onderzochten zij de effecten van het generatiepact bij meer dan dertig Nederlandse gemeenten.
Wat bleek? Het pact werkt niet voor iedereen. Welgestelde ouderen profiteren, maar jongeren en oudere werknemers met een lager inkomen hebben er weinig baat bij. Voornamelijk die eerste groep maakt namelijk gebruik van de regeling, terwijl juist de werknemers met zware beroepen en lagere lonen gebaat zouden zijn bij een verlaagde werkdruk aan het einde van hun loopbaan. Ook heeft het pact niet de verwachte resultaten voor jongeren. Het leidt niet tot meer werkgelegenheid voor hen en ze klimmen ook niet sneller op de carrièreladder.
Draagvlak
Ziet Rutten voordelen aan de regeling nu die niet lijkt te doen wat werd beoogd? Als we kijken naar de beleidsmotivatie moeten we inderdaad concluderen dat de doelen slechts deels worden bereikt,” aldus Rutten. “Tegelijkertijd kan het generatiepact wel het nodige draagvlak creëren onder grote groepen ouderen die langer moeten doorwerken. Dit draagvlak is niet simpel in een kosten-batenanalyse te vatten, maar wel belangrijk voor beleidsmakers om mee te nemen.”