Een belangrijke aanbeveling in het plan is om de hulp aan mensen met schulden op een gestructureerde manier vorm te geven. Dit kan onder meer via een registratiesysteem waardoor verschillende hulpverleners beter kunnen samenwerken. Ook het standaard aanbieden van een saneringskrediet met aflostermijn van 18 maanden en het bieden van voldoende nazorg zijn onderdeel van de basisdienstverlening. Zo moet er bijvoorbeeld altijd persoonlijk contact worden opgenomen als iemand na een schuldhulptraject een terugval heeft en weer ernstige schulden dreigt op te bouwen.
Ook in de schoonmaakbranche komt het voor dat er medewerkers zijn met geldzorgen. Veel bedrijven zijn daar alert op en bieden hulp. Zo biedt CSU diverse financieel-fit-tools aan zoals de e-learning Goed met Geld en kosteloze en anonieme hulp van een budgetcoach. Gom heeft al eens medewerkers een e-mail gestuurd om hen te wijzen op de schuldhulproute. Ook bedrijven als Asito en Hago zijn volop bezig om preventief schulden bij werknemers tegen te gaan. Overigens: de schuldenproblematiek is niet voorbehouden aan de schoonmaakbranche allen. Het komt voor in alle rangen, standen en sectoren in de maatschappij.
Leven op de rit krijgen
Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen Carola Schouten: “Er zijn te veel Nederlanders bij wie de schulden boven het hoofd groeien. Schuldhulpverlening moet mensen weer perspectief geven, en hen helpen het leven weer op de rit te krijgen. Het is daarom heel belangrijk dat we – samen met de VNG, Divosa en de NVVK – gemeenten handvatten gaan bieden om dit goed te organiseren.”
Het streven is dat alle gemeenten de richtlijnen en handvatten van ‘Elementen van Basisdienstverlening’ invoeren. Door de hulp aan mensen te verbeteren willen de partijen de kabinetsdoelstelling bereiken om het aantal huishoudens met problematische schulden te halveren ten opzichte van 2015. Destijds leefde 8,6 procent van de huishoudens met problematische schulden. In 2030 moet dit getal gedaald zijn naar 3,8 procent. Vorig jaar werd daarom al de termijn waarin mensen in de schulphulpverlening zitten verkort, van drie naar anderhalf jaar. Zo moeten mensen sneller perspectief krijgen op een schuldenvrij leven.