“Ik kende de branche al vanuit mijn tijd op Sociale Zaken”, begint Van Ark. “Waar ik toen al heel erg van onder de indruk was, was de enorme breedte aan activiteiten en vooral ook het hart voor de mensen. Er werkt een bepaald type mensen in de schoonmaakbranche. Ik vind ze veel te bescheiden, want wat er allemaal gebeurt is echt heel mooi. De afgelopen maanden heb ik op heel veel plekken kunnen kijken en dat gevoel is alleen maar bevestigt."
Zichtbaarheid schoonmaker
"In coronatijd was dat heel zichtbaar, het werk van de schoonmaker", vervolgt Van Ark. "Sterker nog, zonder dat werk konden we niet doorgaan. En die zichtbaarheid zou ik meer willen laten zien. Ik was vorige week bij een schoonmaakbedrijf waar ze het depot schoonmaken van het Booijmans van Beuningen in Rotterdam. Daar moeten mensen abseilen, want die vitrines hangen in de ruimte en die moeten gewassen worden. Dat is pure technologie. Dat is geweldig en dat moet heel Nederland zien. Maar aan de andere kant ook de reguliere schoonmaak. Ik mocht bijvoorbeeld op Schiphol bij het drukst bezette toiletblok zijn, namelijk het toiletblok achter de security. Daar werkt een mevrouw al 18 jaar en die zegt ‘dit is mijn toilet’. Dus al die diversiteit, dat is geweldig.”
Een wereld te halen
Van Ark ziet dat de arbeidsmarktkrapte een probleem zal blijven. “Ik denk dat we krapte die we nu al merken op de arbeidsmarkt, ook al is die wat aan het afkoelen, alleen maar meer gaan zien de komende tijd. Die demografische ontwikkeling die we mee gaan maken, die arbeidsmarktkrapte, die neemt heel erg toe. Dat betekent dat het belangrijke werk van de schoonmaker en de schoonmaakbedrijven niet altijd in de toekomst meer een vanzelfsprekendheid zal zijn."
In dat kader kijkt Van Ark naar thema’s als samenwerken en maatschappelijke impact. "Dat onderstreept het belang van thema’s als: Hoe maak je een keten? Hoe werk je samen? Hoe zorg je voor die maatschappelijke impact? Hoe zie je de mensen? Waarom duw je mensen bijvoorbeeld naar de randen van de dag? We willen allemaal dat we een leven naast het werk kunnen hebben. Waarom vinden we het normaal dat je tijdens een vergadering soms hoort zeggen ‘er wordt even geboord, want de monteur komt langs’, maar de schoonmaker mag niet stofzuigen? Daar is echt nog een hele wereld te halen.”
Werken moet lonen
Tijdens de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen ging het er al veelvuldig over: werken moet lonen. Daar is Van Ark het absoluut mee eens, want ook in de schoonmaak speelt dit thema. “Ik vind het vooral van belang dat werken loont onderaan de streep. Dat mensen meer uren kunnen werken en dat dat ook loont. We krijgen sinds de cao-verhoging per september toch ook signalen van werkgevers dat zij gebeld worden door collega’s die zeggen ‘mijn salaris gaat omhoog, maar dan wil ik graag terug in mijn uren, want anders gaat het mis met de toeslagen’. We hebben in Nederland een heel complex verhaal gemaakt, terwijl we juist meer mensen nodig hebben die meer uren willen werken."
Met die signalen wil Van Ark aan de slag gaan. "Want dat zou de wereld op zijn kop zijn. De komende jaren hebben we echt iedereen heel hard nodig. Ik vind het belangrijk dat dit probleem breder bekend wordt. En we moeten daarbij niet alleen naar een discussie kijken over lonen en salaris. We moeten die discussie breder zien, ook over participatie. Het moet gaan over het hele loongebouw en de toeslagen.”
Bekijk de hele clip met Van Ark (vanaf 13:20 minuten) >>