Blinck Schoon bestaat dit jaar tien jaar en hoort inmiddels tot de subtop met 125 vaste medewerkers. “Aan de ene kant kunnen we ons qua professionaliteit, certificering en duurzaamheid meten met de grote spelers en aan de andere kant zijn we een flexibel familiebedrijf: als er ergens gedoe is, dan stappen we bij wijze van spreken zelf met de stofzuiger in de auto en gaan we het oplossen”, geeft HR-manager Peter Kalee aan. “Bedrijven weten dat ze bij ons 10 tot 15 procent meer betalen dan bij de prijsvechters, maar ze weten dat ze daar veel voor terugkrijgen.”
Klanten zijn tevreden en medewerkers ook: “Ze blijven over het algemeen lang bij ons in dienst. Dat proberen we zo te houden door korte lijnen en doorlopend aandacht te besteden aan onze mensen.” Goede arbeidsvoorwaarden horen daarbij. “Maar we zijn er bij de vorige cao-onderhandelingen als mkb-plusbedrijf wel opeens mee geconfronteerd dat de lonen in totaal 12 procent omhooggaan”, zegt Kalee. “Dat begrijpen we; het leven is veel duurder geworden en schoonmakers behoren nu eenmaal niet tot grootverdieners op de arbeidsmarkt. Ze krijgen de grootste klappen van al die prijsverhogingen.”
Klantrelatie onder druk
Dat er wat bij moest, staat dus niet ter discussie. Maar ook bij Blinck resulteerde dat in een forse kostenstijging, want het personeel vormt nu eenmaal de grootste kostenpost binnen een bedrijf. “En daarbij worden ook voor ons onder meer de energietarieven en de leasetarieven hoger. We moeten daardoor al richting een prijsstijging van 17 procent”, zegt Vinck, die operationeel manager is. “En dan wordt het best ingewikkeld. We hebben met klanten afspraken gemaakt, bijvoorbeeld om een verhoging toe te passen die gebaseerd is op de consumentenprijsindex. Dan praat je over zo’n 4 procent. En dan moeten ze opeens 12 procent gaan bijbetalen. Linksom of rechtsom zet dat je klantrelatie onder druk.”
Een volledige compensatie via tariefverhogingen zit er niet in, aldus Kalee. “Je snijdt altijd wel een beetje in eigen vlees. En ook dat is niet erg, maar de rek gaat er inmiddels wel wat uit. Wij vragen ons af: moeten we deze uitdaging niet creatiever gaan benaderen?”
Kalee en Vinck zouden graag zien dat in de komende cao-onderhandelingen een alternatief voor een loonstijging op tafel komt. “De marges zijn dun en de markt verwacht lage uurtarieven. Klanten gaan bij verdere prijsstijgingen toch kijken of ze elders niet voor 7 euro per uur minder terechtkunnen. Zo krijg je oneerlijke concurrentie. Of klanten gaan het aantal schoonmaakuren terugbrengen”, geeft Vinck aan.
Grote achterban
Vakbonden zullen bij de cao-onderhandelingen weer met een looneis komen. “Maar een hoger salaris is een tijdelijke prikkel. Moeten we met elkaar niet veel creatiever zijn? Bijvoorbeeld door een cafetariamodel te hanteren waarbij de medewerker loon kan inruilen voor extra verlof, of juist andersom. Zulke secundaire arbeidsvoorwaarden kun je natuurlijk als individuele werkgever prima zelf regelen. Maar als branche in zijn geheel vertegenwoordigen we 200.000 tot 250.000 werknemers. Met zo’n grote achterban sta je sterk in onderhandelingen over bijvoorbeeld kortingen.”
Korting op boodschappen en energie
Kalee geeft daar een voorbeeld van: “Stel je voor dat we met een supermarkt gaan praten over 10 procent korting voor medewerkers uit de schoonmaak. Dan kun je beter met zo’n grote achterban onderhandelen dan met een werknemersbestand van 120 mensen. Ik zie wel voor me dat je op die manier korting zou kunnen aanbieden bij een aantal partijen, zoals een energieleverancier. Of gratis openbaar vervoer gedurende een bepaalde periode: zo kun je een grote groep stimuleren om daar wat meer gebruik van te maken.”
Vinck geeft aan dat je medewerkers dan iets extra’s biedt op dingen die behoren tot hun primaire levensbehoeften. “Ik kan me voorstellen dat de bonden er wel voor openstaan als werkgevers met een breed pakket komen. Ook zij willen het beste voor de medewerkers en dat hoeft niet altijd een directe loonsverhoging te zijn. Bovendien maakt zo’n pakket het voor mensen weer aantrekkelijker om naar een baan in de schoonmaak over te stappen.”
Gesprekken een stuk eenvoudiger
Kiezen voor een alternatief maakt de gesprekken met klanten een stuk eenvoudiger, zegt Vinck. “Gaat de loonkostencomponent minder sterk omhoog, dan gaan klanten eerder akkoord. Het gros begrijpt de stijging wel, maar er ontstaat toch wrijving. Ook de klant heeft met hogere kosten te maken. Dus komen we straks wéér met een tariefstijging, dan verwacht ik dat veel meer klanten er problemen mee hebben. En wij willen juist ook de kleinere klanten kunnen blijven bedienen. Daarom zou het mooi zijn als we in de arbeidsvoorwaarden in de schoonmaak wat creatiever kunnen gaan invullen.”
Dit artikel is gesponsord door Blinck Schoon.