Dit blijkt uit een onderzoek naar vitaliteitsprogramma’s op de werkvloer in opdracht van Acture en uitgevoerd door Highberg. De belangrijkste bevinding van het onderzoek is dat werknemers de waarde van vitaliteitsprogramma’s erkennen. Vooral op het gebied van werk-privébalans en gezondheid. Medewerkers ervaren significante voordelen, zoals een vermindering van stress en een toename van de algehele tevredenheid op de werkvloer.
Over de streep
37 procent van de werkgevers in Nederland biedt de medewerkers een zogenaamd vitaliteitsprogramma. Werknemers hebben een duidelijke mening wat ze over de streep moet trekken om mee te doen aan een vitaliteitsprogramma: zorg voor een onkostenvergoedingen (26 procent), biedt een gevarieerder pakket aan (23 procent) en zorg voor meer flexibiliteit in de tijden (23 procent). De focus ligt voornamelijk op het beschikbaar stellen van een vergoeding voor de sportschool (50 procent). Gevolgd door gezonde voeding in de kantine (36 procent) en werk-privébalans programma’s (34 procent). Het verbeteren van de fysieke gezondheid staat met 61 procent met stip bovenaan als belangrijkste reden voor werknemers om mee te doen.
Liever niet sporten met collega’s
Het onderzoek toont aan dat 59 procent van de werknemers heeft deelgenomen aan vitaliteitsprogramma’s. Met een sterke focus op het verbeteren van zowel fysieke als mentale gezondheid. Ondanks de positieve effecten van deze programma’s, blijkt dat 41 procent van de werknemers geen gebruik maakt van de aangeboden mogelijkheden. Van de werknemers die geen gebruik maken van het sportaanbod van de werkgever, geeft 38 procent van de ondervraagden aan het ongemakkelijk te vinden om met collega’s te sporten. Een kwart is eenvoudigweg te moe om zich na het werk nog in de sportkleren te hijsen. Daarnaast is onzekerheid over gewicht en uiterlijk voor 15 procent een belemmering om mee te doen.