NVZ en VSR geven antwoord op deze vragen in een gezamenlijke brochure. Daarin geven zij uitleg over een aantal definities, claims en adviezen. Zo bevestigen zij dat desinfectie altijd na schoonmaak plaats moet vinden. Op die manier bereikt het desinfectiemiddel het oppervlak beter en micro-organismen hebben minder schuilplekken voor het desinfectiemiddel.
Controle van het toelatingsnummer
Biociden, waar desinfectiemiddelen onder vallen, moeten altijd een toelatingsnummer hebben. Daarmee onderscheidt een desinfectiemiddel zich van gewone reinigingsmiddelen. Zonder toelatingsnummer mag het middel wettelijk niet gebruikt worden als biocide. VSR en NVZ adviseren daarom altijd het toelatingsnummer van een middel op te vragen om te controleren of het middel is toegelaten. Er zijn twee toelatingendatabases waar het middel in geregistreerd kan staan: de nationale databank van het Ctgb of de Europese variant van ECHA.
Op basis van het format van de code is te zien in welke database het middel staat en opgezocht kan worden. In de database is meer informatie te vinden over het gebruik en de werking van de biocide. In de brochure leggen VSR en NVZ uit hoe de toelatingendatabase gebruikt kan worden.
Bron: VSR en NVZ