De schoonmaak is een sector met relatief veel tijdelijke krachten en kleine werkweken, wat het voor de schoonmaakmedewerkers lastig maakt om een goed inkomen bij elkaar te krijgen. Veel werknemers hebben dan ook meerdere werkgevers en kunnen niet altijd meer uren werken wanneer ze dat wel willen. Van Heck vertelt: “Deze werknemers hebben vaak een complexe belastingsituatie, omdat zij meerdere werkgevers hebben. Werkgevers dragen niet altijd voldoende af, bijvoorbeeld omdat alle werkgevers loonheffingskorting toepassen. Werknemers worden daardoor geconfronteerd met naheffingen. Ze weten vaak niet hoe ze dit moeten voorkomen, omdat er vaker sprake is van een taalbarrière en ze niet altijd digitaal vaardig zijn. Daardoor wordt het nog moeilijker voor hen om bestaanszekerheid op te bouwen, en dat kan leiden tot risico's op armoede.”
Huiverig
Van Heck wijst op de terughoudendheid van schoonmaakbedrijven om contracten met meer uren aan te bieden. “Sommige bedrijven zijn terughoudend vanwege risicobeperking en de angst voor grote contracten. Ze hebben vaak klanten met locaties die 's avonds worden schoongemaakt, en het spreiden van werktijden is niet altijd mogelijk. Bovendien lijken sommige bedrijven huiverig om grote contracten aan te gaan vanwege de zwaarte van het werk en het risico op ziekte bij hun personeel. Wat ze zich vaak niet realiseren is dat meerdere werkgevers juist een groter risico op stress en lichamelijke belasting met zich mee kan brengen.”
Barrières wegnemen
Ook ervaren schoonmaakmedewerkers relatief vaak een taalbarrière of een drempel in digitale vaardigheden. Van Heck legt uit. “Uit onderzoek van het NIBUD blijkt dat zij een groter risico lopen op armoede en sociale uitsluiting. Vaak weten zij niet welke inkomensondersteuning beschikbaar is. Daardoor lopen ze inkomsten mis, maar weten ze vaak ook niet goed hoe ze eventuele problemen moeten oplossen. Hierdoor komt hun bestaanszekerheid in gevaar.”
Daarom pleit ze voor maatregelen om te voorkomen dat mensen in de armoede geraken. “Een belangrijke stap zou zijn om de bewustwording over beschikbare ondersteuningsmaatregelen onder werknemers te vergroten”, aldus Van Heck. “Werkgevers zouden hier een actieve rol in kunnen spelen door duidelijke informatie te verstrekken en werknemers aan te moedigen om gebruik te maken van de beschikbare middelen.”
Lees het hele interview bij de VSR >>