“Bijna live mogen we dankzij het driftig posten op social media de onderhandelingen volgen”, aldus Paul Fok, voorzitter van de branchevereniging Schoonmaken is een Vak (SIEV). “Onderhandelen doe je blijkbaar buiten de zaal. En het leidt alvast niet tot warmere gevoelens bij de onderhandelingen.”
Anders denken noodzakelijk
Fok stelt vast dat er bepaalde invalshoeken aan de onderhandelingstafel worden besproken. “De schoonmaaksector is van oudsher erg behoudend. Het vergt moed om anders te denken en dat zal je niet terugvinden tussen mensen die al zo lang deze onderhandelingen voeren. Sterker nog, korte tijd later vormen ze het bestuur van de RAS. Een nieuw gezicht via SIEV zou de impasse daarom kunnen doorbreken. Juist omdat onze leden uitsluitend uit het mkb komen en zodoende een nauwe band met de werkvloer hebben waar ze zelf veelal ook op actief zijn. We zitten feitelijk aan twee kanten van de tafel.”
Niets nieuws
Tevens merkt Fok op dat er vanuit werkgevers vaak wordt geroepen dat opdrachtgevers het niet meer kunnen betalen. “Dat geldt voor nagenoeg iedere onderhandeling”, aldus de SIEV-voorzitter. “De rekening wordt altijd elders gelegd, maar men zou dan ook een partij als VNO-NCW of MKB Nederland aan een zijtafel kunnen laten plaatsnemen. Of een partij die opdrachtgevers kan vertegenwoordigen. Dan haal je dat argument ook eens van tafel.”
Papieren tijger
Vanuit de diverse berichten is bekend dat er enige vooruitgang is geboekt op zaken die geen geld kosten. Onder andere de jaarlijkse gesprekken hebben daarbij veel aandacht. Fok: ”Maar de mkb’er spreekt natuurlijk gewoon bijna iedere dag en zeker wekelijks met zijn medewerkers. De jaarlijkse vastlegging van één van die gesprekken, zoals beschreven in de cao, maakt de papieren tijger (die de cao toch al is) alleen maar groter. Meer regeltjes, meer externe controle, meer wantrouwen. Typisch schoonmaak.”
Discussie
“De meest interessante discussie is de stelling dat de vakbonden menen dat het brutoloon (in loongroep 1 schaal 4) altijd op 125 procent van het Wettelijk Minimum Loon (WML) moet blijven. Het WML is ronduit schaamtevol. Het laagst mogelijk te betalen loon wat vervolgens via toeslagen vanuit het Rijk en gemeenten moet worden aangevuld om bestaanszekerheid te verkrijgen. Toeslagen die we wel zelf via belastingen betalen. Dat is toch vreemd? Terecht dat de bonden daar boven willen zitten. Echter, nu de politieke discussie draait en het WML mogelijk stijgt tot een niveau dat wel zorgt voor bestaanszekerheid (of een grotere kans daarop), zouden de bonden dit ook moeten meenemen. Als bestaanszekerheid verkregen is, moet dan die 125 procent als heilig verklaard worden? Als je dat gesprek niet aan durft te gaan, zul je onmogelijke onderhandelingen in de toekomst tegemoet gaan.”
Circus der toeslagen
Het circus rond toeslagen staat al enige tijd ter discussie sinds de lonen sterk zijn gestegen in de afgelopen twee jaar. Dat geldt zeker ook in de schoonmaak. Vanuit SIEV ziet men dat schoonmakers dan soms kiezen voor minder werkuren om geen toeslagen te verliezen. Volgens Fok is dat wel te begrijpen. “De toeslagen zijn via de politiek bestempeld tot een verworven recht. Niet als een ondersteuning voor wie om redenen niet genoeg inkomen kan creëren. Nu de lonen stijgen moet die discussie heel snel weer op gang komen. En dat zou juist een gezamenlijk punt zijn waar alle sociale partners (en SIEV doet ook mee) zich sterk voor zouden moeten maken richting de politiek."
Alleen wordt die via de wet geregeld en daarom in de politiek georganiseerd, dus niet aan de cao-tafel. Fok: “Laten wij nu gewoon zorgen voor een goed loon met bestaanszekerheid voor de fulltime medewerker. Want die toeslagen waren ook nodig toen het loon, en zeker het schoonmaakloon, jarenlang laag werd gehouden. Dit gebeurde door de dezelfde onderhandelaars overigens, waar dezelfde partijen als nu aan tafel zaten."
Voortgang volgen
SIEV blijft de voortgang met open blik en veel interesse volgen, aldus Fok. "Onderhandelingen voer je niet via LinkedIn, maar aan tafel. SIEV is dus niet aan die tafel uitgenodigd. Deze tijden moeten echt gaan veranderen. Maar als grootste groep niet- vertegenwoordigde werkgevers dienen wij in deze fase vertrouwen te hebben in de partijen en af te wachten waar men mee gaat komen. Ook als beide kanten zaken roepen die we niet bij ons vinden passen. Pas na afloop zullen we alsnog onze mening erover ventileren. Liever doen we dat rechtstreeks aan tafel. In de toekomst komt de politieke moed bij de huidige partijen boven drijven. Omdat ze steeds vaster gaan zitten met al die HR-gestuurde onderhandelaars. De menselijke maat zal dan aan twee kanten van de tafel komen. Door vakspecialisten met een hart voor de schoonmaak die de sector echt van beide kanten begrijpen.”