Minister Van Gennip: “Het is belangrijk dat iedereen kan meedoen op onze arbeidsmarkt. Daarom blijven we voortdurend op zoek naar de meest effectieve manier om mensen kansen te bieden en werkgevers te ondersteunen. Deze wetswijziging creëert ruimte voor een effectievere aanpak."
Afbouw loonkostenvoordeel ouderen
Ook het loonkostenvoordeel voor werkgevers die oudere werknemers in dienst hebben, wordt vanaf volgend jaar stapsgewijs afgebouwd. Dat houdt in dat het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024 wordt verlaagd (per 1 januari 2025) en afgeschaft (per 1 januari 2026). Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen voor 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gewoon gelden. Het kabinet kiest ervoor om werkgevers op andere manieren te stimuleren om oudere werknemers in dienst nemen. Zo blijft minister Van Gennip via diverse maatregelen uit de seniorenkansenvisie inzetten op een betere arbeidsmarktpositie voor 55-plussers.
Vrijgekomen middelen
Het geld dat vrijkomt met de afschaffing van het LIV wordt onder meer gebruikt voor het structureel maken van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak. Ook is geld gereserveerd om de gevolgen van de afschaffing van het LIV voor sociaal ontwikkelbedrijven te verzachten. Gemeenten ontvangen vanaf 2025 compensatie voor het afschaffen van het LIV.
Verruiming loonkostenvoordeel herplaatsen werknemer met arbeidshandicap
Daarnaast worden vanaf volgend jaar de criteria verruimd van het loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van een werknemer met een arbeidshandicap. Met de verruiming komen werkgevers in meer gevallen in aanmerking voor loonkostenvoordeel wanneer zij een werknemer met een arbeidshandicap gedeeltelijk herplaatsen in de eigen functie of (geheel of gedeeltelijk) ergens anders in het bedrijf.