Als presidente vertegenwoordigt zij samen met de vicepresident Ibrahim Dinsi en de regering alle schoonmakers die lid zijn van de vakbond. Samen bepalen ze onder meer de cao-eisen en overleggen ze met de werkorganisatie over wat belangrijk is voor alle schoonmakers.
Lid van de FNV
Silvana emigreerde in 2006 van Suriname naar Nederland en ging vervolgens direct aan de slag als hotelschoonmaker voor Albatros, het bedrijf dat in 2012 werd overgenomen door CSU. In haar beginjaren maakte ze de zwarte kant van de branche mee. 'Ik werd gepest. Als je niet wilde doen wat de leidinggevenden vroegen te doen, werd je gepest. Als je niet extra wilde werken, werd je op de reservelijst gezet en werd je ook niet uitbetaald. Dat riep bij mij vragen op. Waarom werd ik niet uitbetaald als ik op de reservelijst stond, maar wel stand-by moest blijven? Op aanraden van mijn zus werd ik lid van de FNV. Ik heb hen die vraag ook voorgelegd en samen met een jurist heb ik naar mijn loonstroken en contract gekeken. Wat bleek, ik had een vast contract en moest ook vaste uren hebben. Ik wist niet dat ik daar recht op had. Ik heb mijn vaste uren geclaimd en werd niet meer op de reservelijst gezet. Uiteindelijk is iedereen van de reservelijst gehaald. Dat was een mooi succes.'
In december 2017 ging Silvana aan de slag als kaderlid. 'Wij als schoonmakers kregen een brief van CSU dat onze toeslagen in de hotels werden bevroren. Ik dacht: 'dat kan toch niet zomaar? Wij zijn toch lid van de vakbond?’ Met twaalf medewerkers hebben wij vervolgens een brief geschreven en kwam ik in contact met FNV Schoonmaak. Zij hebben ons uitgenodigd op kantoor. Ik was niet gewend om mijn mond open te trekken richting mijn werkgever. In Suriname luister je naar wat je baas je meedeelt. Maar dit is Nederland, hier mag je je mond opentrekken. In overleg ben ik vervolgens kaderlid geworden. Niet lang daarna kwam ik in de regering. Dat vond ik prettig. Ik kan nu mijn mond opentrekken, wat ik vroeger niet kon. Ik sta voor de andere schoonmakers, voor mijn collega's.'
Schoonmakers op de eerste plaats
De schoonmakers komen voor Silvana op de eerste plaats nu ze presidente is. 'Ik doe het voor hen. Zij hebben hun vertrouwen in mij uitgesproken. Ik ben niet bang om te gaan praten en me te laten gelden. Ik weet precies hoe het is als je gepest wordt en dat wens ik niemand toe. Gelukkig is er in de loop der jaren veel verbeterd in de sector. Ik ben gelukkig met mijn werkgever. Ze luisteren naar mij en bieden een luisterend oor. Dat was vroeger niet zo. Als je als schoonmaker een probleem had, moest je maar hopen dat er iets gedaan werd.'
Respect
De schoonmaakbranche is verbeterd, maar toch is er voor Silvana nog genoeg om voor te strijden als presidente. 'Ik vraag om respect. Als een schoonmaker zich ziekmeldt, wordt hij of zij nog regelmatig onder druk gezet om toch aan het werk te gaan. Ook ligt de werkdruk vaak nog veel te hoog en die druk moet dus omlaag. Het ligt niet aan de organisatie waarvoor je werkt, maar het probleem kan liggen bij de leidinggevende die een schrikbewind wil voeren. Gelukkig voeren niet alle leidinggevenden een schrikbewind, maar er is nog altijd sprake van machtsmisbruik. Ze denken dat ze God zijn en dat ze zich alles kunnen permitteren. Ten koste van de schoonmaker. Ik ga heel mijn hart en ziel erin steken om de schoonmaker sterk te maken en hen te wijzen op hun plichten, maar vooral hun rechten. Mocht ik de schoonmaaksector ooit verlaten, dan blijf ik me inzetten voor de grote achterban die ik heb opgebouwd in alle jaren bij FNV Schoonmaak.'