Aanleiding voor het interview is dat de negen Nederlandse schoonmaakbedrijven van Vebego sinds 1 januari van dit jaar samen verder gaan onder de naam Vebego Cleaning Services. Presentator Thomas van Zijl vraagt Keur naar hoe Vebego denkt betekenisvol werk te bieden. "Als onze mensen niet gerespecteerd worden of als voetveeg behandeld worden, dan is dat niet het type klant dat wij graag zouden willen hebben. Wij zoeken die omgevingen waar schoonmaak gewaardeerd wordt, inclusief faire beloningen. Onze klanten moeten ons een fair tarief bieden, zodat wij dat weer kunnen doorgeven aan onze mensen." Dat klinkt volgens Van Zijl logisch. "Dat kun je toch makkelijk uitleggen?" Keur: "Wij willen een impactbedrijf zijn. Als je je alleen maar als schoonmaakbedrijf positioneert, is het helaas in Nederland nog steeds zo dat je een commodityleverancier bent. Dat betekent dat er maar een gespreksonderwerp is voor zo'n klant en dat is de prijs. Niet omdat deze omhoog gaat, maar juist naar beneden."
Sluitstuk begroting
En dus gaat Vebego in gesprek met hun klanten. "Om ervoor te zorgen dat die schaarse mensen op de arbeidsmarkt bij hen worden ingezet." Volgens de topman moet hij nog steeds uitleggen dat schoonmaak niet het sluitstuk is van hun begroting. "Helaas nog wel." Door de krapte op de arbeidsmarkt weet Keur niet of hij over drie jaar al zijn klanten kan blijven bedienen. "Dat potentieel is dalende. Dat betekent dat er ergens een keer keuzes gemaakt moeten worden." Schoonmaakbedrijven kampen met een groot tekort aan schoonmakers. Keur: "We kennen in Nederland nog maar een miljoen mensen die met hun handen werken, om het zo te zeggen. Tot ongeveer 2030 wordt dat getal elk jaar een beetje minder. In de periode van 2019 tot 2021 is tien procent van het arbeidspotentieel uitgestroomd uit de schoonmaakbranche. Als die tendensen zich doorzetten, kun je uitrekenen wat dat doet met de krapte."
Niet aantrekkelijk genoeg
Blijkbaar is het nog niet aantrekkelijk genoeg om voor een schoonmaakbedrijf te werken, concludeert Van Zijl. Keur: "Dat heeft deels met het imago te maken. Het is meer sexy om in de horeca te werken dan in de schoonmaak. Daarom brengen we als Vebego meer naar voren wat de relevantie van schoonmaak is in de maatschappij. Voor mensen en gezondheid, maar ook dat je er een fatsoenlijk salaris kunt verdienen." Kun je er een fatsoenlijk salaris verdienen, wil Van Zijl weten. Keur: "Tot op heden wel, maar sinds 1 januari is het minimumloon omhoog gegaan. Dat zet wel zaken onder druk. En dus moeten we nadenken over het aanpassen van ons loongebouw om aantrekkelijk te blijven. Tegelijkertijd moet het ook betaalbaar blijven." Even later: "We moeten het kunnen doorbelasten aan onze klanten. Dat gaat bij de ene klant beter dan bij de andere."
Salaris moet omhoog
Er is volgens Van Zijl dan toch maar een richting mogelijk voor het loon en dat is omhoog. Keur: "Dat zal sowieso moeten anders duiken we op een gegeven moment onder het minimumloon. Maar alleen een hoger salaris is niet het antwoord. We moeten meer doen om aantrekkelijk te zijn. Salaris staat op plaats zes in de rankings. Het is maar een van de onderdelen. Maar we moeten er zeker aan werken." In de lagere salarisschalen heeft salaris volgens Keur beperkt invloed op de koopkracht van medewerkers. "De kabinetsingrepen hebben een grotere impact." Maar daarvan zegt het kabinet: dit kan niet langer duren. Keur: "Dat is helder. Helemaal mee eens, maar voor dit jaar is die hulp wel aan de orde. In de lagere salarisschalen gaan mensen er daardoor procenten op vooruit. En nogmaals: we moeten, samen met onze klanten die het uiteindelijk moeten betalen, nadenken over ons loongebouw."