Mijn wekker gaat altijd vroeg, ook deze ochtend, begint Boomkamp zijn verhaal. Eerst laat ik onze hond Layka uit, dan spring ik in de auto. Op weg naar een van ‘mijn’ locaties: de Universiteit van Amsterdam. Onderweg bekijk ik of er nog gekke dingen gebeurd zijn in een van de negentien panden? Of zijn er zieke collega’s? Moet ik vervanging regelen? Alles is in orde.
Focus op de mensen
Rondje langs de panden, gebouw A tot en met G. Waar ik op let? Niet op de schoonmaakkwaliteit in ieder geval, dat is niet mijn focus. Onze mensen wél. Ik vraag hoe het gaat, wens ze een prettige dag. Persoonlijke aandacht en werkgeluk vind ik ontzettend belangrijk. Om energie te besparen staat de verwarming in gebouw F laag. Een van mijn collega’s staat een beetje te rillen, dus ik regel een trui voor haar.
Administratie
Tijd voor een bakje koffie en wat administratief werk. Ik ga bewust niet aan het bureau zitten van mijn contactpersoon, de coördinator Facility Services. Veel te gezellig anders! Want ik moet een hoop doen vandaag. Zoals planonbonnen van de klant verwerken: er ligt wat extra werk vanwege de opstart na het kerstreces. Zoals tapijtreiniging.
Mensen boven kosten
Weer een ronde doen, onder andere even buurten bij Lab42. Ook nu gaat ’t me om de mensen. “Hoe gaat het?”, vraag ik. “En heb je wat nodig?” Ja dus, enkele materialen, zoals opvangbakken. Ik bestel vrij makkelijk hoor, want superblije mensen winnen het altijd van de kosten.
Verse vis
Op vrijdag halen we regelmatig vis bij de Marokkaanse visboer. Ontzettend lekker én gezellig. We lunchen met z’n allen in de opkomstruimte, zo’n vijftien mensen.