Onlangs zijn meerdere onderzoeken gepubliceerd over stages in het vervolgonderwijs. De uitkomsten schetsen een weinig rooskleurig beeld. Zo ontbreekt het vaak aan een fatsoenlijke stagevergoeding en goede begeleiding (blijkt uit onderzoek door ResearchNed). Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft voor het eerst in kaart gebracht in hoeveel cao’s een stagevergoeding is geregeld. Dat blijkt slechts in 10 proent van de in totaal 681 onderzochte cao’s het geval.
Verschillen mbo, hbo en wo
Vooral mbo-studenten van de beroepsopleidende leerweg (bol-studenten) komen er slecht vanaf, blijkt uit de onderzoeken. Maar liefst 59 procent van de bol-studenten krijgt helemaal geen stagevergoeding. Bij hbo'ers ligt dat percentage op 25 procent en bij wo'ers op 35 procent. Bij mbo-studenten die wel een stagevergoeding krijgen, is die ook veel lager dan bij hbo- en wo-studenten: gemiddeld 230 euro bruto per maand (hbo-studenten krijgen gemiddeld 370 euro per maand, wo-studenten 419 euro).
"Met goede bedoelingen komen we er niet"
"De cijfers maken pijnlijk duidelijk dat er nog altijd weinig terechtkomt van de goede bedoelingen van minister Dijkgraaf, die werkgevers al tijden aanspoort om studenten een passende stagevergoeding te geven. Met goede bedoelingen komen we er niet, dat is wel duidelijk", zegt Tonk. "Werkgeversorganisaties blijven tegenstribbelen, vaak met slechte argumenten: bijvoorbeeld dat niet alle werkgevers het zouden kunnen betalen of dat stagiairs te weinig opleveren. Ze vergeten daarbij dat een goede stage juist veel oplevert, niet alleen voor studenten, maar ook voor werkgevers. Daar hoort een fatsoenlijke stagevergoeding bij. Het is voor studenten een waardering voor hun inzet, maar daarnaast ook simpelweg financiële noodzaak. Zonder stagevergoeding zit je echt in de stress. Een bijbaan naast je stage lukt vaak niet meer en intussen loopt je studieschuld op. De stagevergoeding moet dus gewoon wettelijk worden geregeld, ook voor het welzijn van studenten. Het zorgt voor rust, zekerheid en gelijke kansen. Ook voor studenten die stage lopen bij bedrijven waar helemaal geen cao is – en waar in de meeste gevallen dus ook niets is geregeld."
Handtekeningen
Probeer de Bond, CNV Jongeren en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) voeren al een tijdlang actie voor een verplichte minimum stagevergoeding voor mbo, hbo en wo. Een petitie die hiertoe oproept, is inmiddels al ruim 22.000 keer ondertekend. De partijen pleiten voor een vergoeding van minimaal 500 euro (bij een fulltime stage), die voor alle studenten gelijk is (mbo, hbo of wo). Bovendien moet elke stagiair kunnen rekenen op een stageovereenkomst, waarin rechten en plichten duidelijk zijn vastgelegd.
Voordelen
"We kijken intussen ook met belangstelling uit naar de uitkomsten van een onderzoek naar een verplichte stagevergoeding, waar de Tweede Kamer in januari om heeft gevraagd", zegt Tonk. "Los van de lobby van werkgeversorganisaties is ons beeld dat veel individuele werkgevers er best voor open staan. Het kost natuurlijk wat geld, maar levert ook veel op. Stagiairs zullen zich meer gewaardeerd voelen en met meer inzet en verantwoordelijkheidsgevoel naar hun stage komen. En misschien zit er in die stagiair wel een potentiële toekomstige werknemer. Dan wil je toch wel laten zien dat je een goede werkgever bent."
Positieve trend
Intussen spannen CNV-onderhandelaars zich ervoor in – mede door de inzet van de jongeren binnen het CNV – om in steeds meer cao's afspraken geregeld te krijgen over stagevergoedingen. Bijvoorbeeld bij verzekeraar VGZ (600 euro), voedingsbedrijf Cargill (650 euro), KPN (600 euro) en de horeca (350 euro). Tonk: "We zien een positieve trend, dankzij CNV-onderhandelaars die zich hiervoor inzetten. Dat hopen we terug te zien in de volgende CBS-monitor. Maar nóg beter is het als er daarnaast ook een wettelijke basis komt, als ondergrens." Ook als de stagevergoeding wettelijk worden geregeld, blijven die cao-afspraken belangrijk. Een wettelijke regeling vormt in dat geval de basis, in cao's kunnen vervolgens extra afspraken worden gemaakt, afhankelijk van de mogelijkheden in het bedrijf of de bedrijfstak.